Tulip breaking virus (TBV)
Tulpenmozaiekvirus
Voor en tijdens de bloei zijn de symptomen meestal duidelijk zichtbaar. Deze symptomen zijn meestal gedurende een vrij korte periode zichtbaar. Bij voorspoedige groei kunnen de symptomen snel weer verdwijnen. Ook kunnen onder sterk drogende omstandigheden de symptomen vager worden of zelfs in een bepaalde fase van de groei niet tot ontwikkeling komen. De symptomen van een in het ene seizoen opgelopen besmetting komen pas in de nateelt van het volgende teeltseizoen te velde naar voren.
Symptomen in de plant en de bladeren
Zieke planten kunnen na opkomst, voordat de bladeren spreiden, een spichtige stand (sigaarvormig) laten zien. Bladeren kunnen smaller zijn dan bij gezonde planten. Bij veel cultivars is langs de bladranden een (mozaïek)tekening te zien van paarsrood en groen, of van licht- en donkergroen die bij viruszieke planten langzamer verdwijnt dan bij gezonde planten.
Ook kunnen langs de bladranden strepen en banden met een afwijkende groene kleur zichtbaar zijn. Deze verkleuringen zijn in veel cultivars slechts tijdelijk duidelijk zichtbaar en kunnen bij verdere ontwikkeling van de planten minder zichtbaar of onzichtbaar worden (maskeren).
Tijdens en na de bloei komen op de bladeren vooral patronen van mozaïek voor in de vorm van licht- en donkergroene vlekken, grijze streperigheid of zilvergrijze kringvlekken en ruitjespatronen. Aan het einde van het teeltseizoen zijn viruszieke planten alleen nog te onderscheiden aan een vervroegde afsterving.
Symptomen in de bloemsteel
Voor de bloei kunnen op de bloemsteel een licht- tot donkergroen mozaïek of onscherp begrensde paarsachtige vlekken voorkomen. Ook kan de bloemsteel egaal anders gekleurd zijn dan normaal.
Symptomen in de bloem
De bloemknop is soms slanker dan normaal, als de bloemblaadjes niet goed tegen elkaar aansluiten. Soms is dan al een bloemkleurbreking zichtbaar. Op de nog jonge bloemen van enkele geel- en witbloeiende cultivars is het iets langer aanwezig blijven van een groenige, blauwachtige, of andere kleurschakering een karakteristiek kenmerk van een viruszieke plant. De geopende bloem kan een verfrommeld uiterlijk laten zien of een in andere opzichte afwijkende vorm. De randen van de bloemblaadjes zijn soms geschulpt, getand of gegolfd. In bovenaanzicht sluiten de bloemblaadjes bij het donker worden niet meer normaal en harmonieus. De patronen van bloemkleurbreking en de mate van kleurbreking naar licht en donker verschillen afhankelijk van de gevoeligheid van de cultivars.
Daarnaast is de vormverandering van de bloemen en kleurveranderingen van de stempel van groen naar wit een belangrijke kenmerkt om viruszieke planten van gezonde planten te kunnen onderscheiden. De volledige bloei van viruszieke planten kan soms een paar dagen later optreden dan bij gezonde tulpen.