,,Water is voor een groot deel ballast. Hoe minder je daar van nodig hebt, hoe lichter de machine kan worden en ook hoe groter de slagvaardigheid’’, Dat zegt Adriaan van de Ven van Agricult in Breugel (N-Br.). Zijn bedrijf is onder meer bekend van de laagvolume opbouwsets (LvS) waarmee tijdens het poten of zaaien meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen meegegeven kunnen worden. Akkerbouw Koerier sprak met hem over toepassingstechnieken voor gewasbeschermingsmiddelen. Lichte precisie-toepassingen – zoals LvS - hebben volgens hem de toekomst.
Adriaan van de Ven is directeur/eigenaar van Agricult
,,Ik ben al heel lang geboeid door allerlei toepassingstechnieken voor meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Vanuit mijn eerdere werk als teeltadviseur zag ik namelijk welk verschil deze kunnen maken voor de uiteindelijke resultaten in het veld. Dat heeft me nooit meer losgelaten.’’ Adriaan van de Ven vertelt het vanuit zijn kantoorruimte naast zijn woonhuis in Breugel. Vanuit het raam is de loods te zien waarin het feitelijk werk – het samenstellen en (op)bouwen van de machines – wordt gedaan. ,,We zijn een klein, maar zeer hecht team van vijf mensen. Onze kracht is dat we zeer flexibel zijn en dicht bij de praktijk staan. Van daaruit krijgen we ook nieuwe ideeën aangereikt voor aanpassingen en verbeteringen van onze machines. Op die manier kunnen we precies die machines maken die de praktijk wenst‘’, zo geeft hij de kracht van zijn bedrijf weer.
Luisteren naar de praktijk
Van de Ven startte met zijn bedrijf Agricult in 1995. Aanvankelijk was het idee om vooral bladmeststoffen en biostimulanten te verkopen. ,,Maar dat was in die tijd nog een moeizaam verhaal. De bemestingstoestand van de gronden was toen nog zodanig hoog dat er maar weinig belangstelling was voor specifieke bladmeststoffen. En ook voor biostimulanten was de tijd nog niet echt rijp; er waren immers nog genoeg chemische middelen voorhanden’’, zo blikt hij terug. De andere tak van het bedrijf – de ontwikkeling en verkoop van laagvolume strooi- en spuittechnieken – kwam echter wél goed op gang en groeide langzaam maar zeker uit tot de hoofdactiviteit van het bedrijf. ,,In de eerste jaren haalden we nog vaak kant-en-klare machines uit het buitenland, maar die bleken – onder meer door verstoppingen en gevoelige elektronica – niet echt geschikt voor de Nederlandse omstandigheden. Toen zijn we ze zelf gaan aanpassen en door ontwikkelen, vaak samen met telers in de praktijk. Wat we vooral geleerd hebben is bedrijfszekere machines te bouwen waarmee telers de middelen precies op de gewenste plek kunnen krijgen. Dat lijkt misschien heel voor de hand liggend, maar binnen al die verschillende sectoren en teelten waar onze machine lopen is dat een enorme klus geweest’’, zo geeft Van de Ven de ontwikkelingen in de afgelopen 30 jaar weer.
Laagvolume opbouwset
Op dit moment is de laagvolume opbouwset (LvS) het grootste product van het bedrijf. ,,Daarmee zijn we al jaren in heel veel sectoren actief en hebben we ondertussen een goede reputatie opgebouwd’’, zegt Van de Ven. Zo’n tien jaar geleden kreeg de LvS-set een flinke extra boost omdat aardappeltelers er middelen tegen Rhizoctonia mee gingen toepassen tijdens het poten. ,,Bij de eerste setjes die we verkochten moest je de afgifte nog instellen op de rijsnelheid. Nu is dat allemaal variabel en past het zich via de geïntegreerde GPS vanzelf aan. Ook kunnen we nu twee pompsets leveren, waardoor er twee verschillende middelen afzonderlijk toegepast kunnen worden tijdens het poten.’’ Vooral dit laatste – twee pompsets – kan volgens Agricult-directeur veel capaciteitsvoordeel bieden. Hij legt uit: ,,In de praktijk wordt tijdens het poten steeds vaker een vloeibare meststof (vaak APP) en een rhizoctoniamiddel meegegeven. Om te voorkomen dat deze middelen op elkaar reageren, wordt er – bij de conventionele hoog volume techniek - vaak nog meer water bijgevoegd. In plaats van 50 tot 80 l/ha zuivere APP wordt er dan minimaal 200 l/ha vloeistof toegediend. Die hoeveelheid moet je wel meeslepen naar het land. Met twee pompsets en twee aparte tanks hoef je niet of nauwelijks te verdunnen en kun je met veel minder vloeistof toe. Vooral voor grotere bedrijven met veel percelen op afstand, scheelt dat enorm in logistiek en arbeid. Ze hoeven immers niet (of veel minder vaak) met een extra waterwagen naar het land, maar kunnen alles voor een hele dag met pootcombinatie meenemen. Dat maakt het pootproces veel slagvaardiger.’’ Als ‘ultieme voorbeeld’ van slagvaardiger werken noemt Van de Ven een zonnebloemteler in West-Brabant, die met een LvS-set met twee pompsets terugging van vier naar één werkgang. ,,Eerst was het: een insecticide spuiten, daarna inwerken, vervolgens zaaien en tenslotte nog een keer tegen onkruid spuiten. Met de LvS met twee pompsets kan dat nu allemaal in één werkgang.’’
Techniek met toekomst
Voor de komende jaren voorziet Van de Ven een verdere ontwikkeling van laagvolume technieken – met name op het gebied van elektronica en pompcapaciteit. Ook verwacht hij dat de vraag naar LvS-opbouwsets zal aanhouden. ,,Biologische middelen en biostimulanten raken steeds meer in zwang en voor een optimale werking moeten deze middelen zo plaatsspecifiek mogelijk worden ingezet. LvS is daar in alle facetten heel geschikt voor. Als basistoepassing bij het zaaien of poten, maar ook als correctiemiddel.’’
Verder ziet Van de Ven nog volop mogelijk van LvS-toepassingen in combinatie met mechanische onkruidbestrijding, zoals schoffelen. ,,Met onze machines kunnen we heel laag bij de grond werken en daarmee ook effectieve onderbladtoepassingen uitvoeren in de rijen. Dat doen we al in diverse boomkwekerijteelten – met name om groeiremming te voorkomen. In gewassen als suikerbieten en cichorei zie ik daar ook wel mogelijkheden voor.’’
Verango en Serenade
Een tamelijk recente ‘aanjager’ van LvS-opbouwsets is het vloeibare aaltjesmiddel Verango, dat veel aardappeltelers als vervanger zien van het niet meer toegelaten middel Vydate*. ,,We merken dat de belangstelling voor onze opbouwset hierdoor groeit. Verango kan probleemloos worden toegepast met onze machine, ook als mix met een rhizoctoniamiddel en eventuele sporenelementen. Daar is geen enkele aanpassing voor nodig. Datzelfde geldt trouwens voor het biologische middel Serenade, dat steeds vaker wordt bijgevoegd tijdens het poten. Ook daarvoor is onze LvS volledig geschikt’’, zo besluit Van de Ven.
* Vydate is een product van Corteva Agriscience