Jong & Ondernemend
In de rubriek Jong & Ondernemend laten we jonge ondernemers in de land- en tuinbouw aan het woord. Hoe runnen zij hun bedrijf? Welke kansen en bedreigingen zien ze binnen hun vakgebied? En vooral: hoe zien zij de toekomst tegemoet? In deze aflevering: Harm Hendriks (24) in Oploo (N-Br.).
Harm Hendriks (24) heeft samen met zijn ouders Herman en Marianne een akkerbouwbedrijf in Oploo (N-Br.). Op ca. 170 hectare worden consumptie-aardappelen (90 ha), zaaiuien (35 ha), suikerbieten (13 ha), maïs (10 ha), wintergerst (8 ha), sperziebonen (8 ha), cichorei (5 ha) en spelt (1 ha) verbouwd.
Wanneer wist je dat je in het bedrijf wilde stappen?
,,Dat was denk ik zo rond mijn zestiende. Aanvankelijk wilde ik werktuigbouwkunde gaan studeren omdat ik gefascineerd ben door techniek. Maar na het halen van m’n trekker rijbewijs ben ik steeds meer de akkerbouw in gerold en heb ik toch voor de HAS in Den Bosch gekozen.’’
Wat is er veranderd sinds je in het bedrijf zit?
,,Toen duidelijk werd ik in het bedrijf wilde stappen, is er in een paar jaar tijd best veel gebeurd. Omdat mijn passie vooral bij de akkerbouw ligt en onze varkensstallen verouderd waren, zijn in 2020 de stallen middels een saneringsregeling gesloopt en opgeruimd. Daarvoor in de plaats is een jaar later een bewaarplaats van 1400 ton - deels los, deels kisten - voor aardappelen en uien gekomen. In dat jaar is ook het bedrijfsareaal gegroeid van 90 naar zo’n 140 hectare. We zijn vooral meer aardappelen en uien gaan telen, maar hebben ook bietenquotum gekocht voor zo’n 13 hectare. Verder telen we sinds een paar jaar ook sperziebonen.
Voor komend seizoen staat er ook best het één en ander op stapel. Zo bouwen we er nog een aardappelbewaarplaats met twee cellen bij, samen goed voor 2400 ton. Verder starten we met de teelt van cichorei, gaan we aan de slag met een Ecorobotix spotsprayer en leggen we op een perceel aardappelen of uien driptape aan om daarmee wat ervaring op te doen. Al met al hebben we dus heel wat uitdagingen voor de boeg!’’
Hoe zijn de afgelopen jaren gegaan? Waren er verrassingen of tegenvallers?
,,Mijn allereerste klus toen ik van school af kwam was water aflaten van een paar ondergelopen aardappelpercelen. Dat
was voor mij toch wel een soort ‘stap in de werkelijkheid’. Je weet dat dit bij het vak hoort, maar het was toch ook een wake-up call dat je niet alles in de hand hebt. Je bedenkt en plant allerlei zaken, maar bij extreem weer kunnen die plannen zo weer de prullenbak in. Maar, dit heeft me wel aangezet om nog verder vooruit te denken en voorbereid te zijn op extremer weer. Preventief greppels frezen in de gewassen deden we al langer, maar we zijn ook meer gaan kijken naar de kwaliteit en doorlatendheid van de grond. Waar zijn verbeteringen mogelijk? Volgens mij is dat sowieso één van de grote uitdagingen voor de komende jaren: zorgen dat het bedrijf zowel bij droogte als bij nattigheid productief en toekomstbestendig blijft.’’
Waar wil je de komende jaren naar toe met het bedrijf?
,,Met alle investeringen van de afgelopen jaren, hebben we de zaken nu behoorlijk goed op de rit. De komende jaren wil ik vooral finetunen. Met onze gewassen, met onze machines en ook met de afzet van onze producten.
De eerder gebouwde bewaarplaats heeft ons op dat punt al heel veel gebracht. Daardoor kunnen we onze vrije aardappelen op een tijdstip leveren wanneer ons dat qua tijd en prijs goed dunkt. Afgelopen jaar was het prijsverschil tussen afland- en voorjaarslevering zelfs zo groot dat we de Ecorobotix ervan hebben kunnen aanschaffen.’’
Wat zie je als grootste uitdagingen - of knelpunten - voor de komende jaren?
,,De alsmaar toenemende beperkingen voor gewasbeschermingsmiddelen - en dan met name voor fungiciden - zie ik met de nodige zorg tegemoet. Vooral de bestrijding van valse meeldauw in uien kan de komende jaren wel eens een hele grote uitdaging worden. Wat we hier tegenover kunnen zetten, is onze gewassen van begin tot eind gezond en weerbaar te houden waardoor ze nog beter aan de groei blijven. Daar doen we dan ook alles aan. Met een ruim bouwplan en een uitgebalanceerde bemesting en waar mogelijk ook met een rassenkeuze - zoals in bieten, waar we kiezen voor rassen met een zeer hoge bladgezondheid.’’
‘DE BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN UIEN KAN
DE KOMENDE JAREN WEL EENS EEN HELE GROTE UITDAGING WORDEN’
Hoe zie je de toekomst tegemoet?
,,Sowieso positief! De akkerbouw blijft hoe dan ook een belangrijke rol spelen in Nederland, daar ben ik van overtuigd. Mijn verwachting is dat we als gangbare landbouw steeds iets meer opschuiven richting biologisch en dat we op dat vlak nog veel kunnen leren. Zeker op het gebied van onkruidbestrijding kunnen we daar nog heel veel in winnen.
Verder zullen we mee moeten bewegen met de veranderende maatschappij - met nog meer oog voor duurzaamheid.
Zelf gaan we komend seizoen bijvoorbeeld uien onder PlanetProof telen. Niet met het idee dat dit direct meer oplevert, maar wél om mee te gaan met de maatschappelijke wensen- en ook om mogelijk belangrijke gewasbeschermingsmiddelen binnenboord te kunnen houden. Als je die stap als bedrijf kúnt zetten, vind ik dat je dat ook gewoon moet dóen.’’
Wat vind je het mooiste aan je vak?
,,Een paar jaar geleden zou ik de techniek hebben gezegd. Nu zeg ik: het buiten zijn tussen de planten. Dat is echt iets wat ik de laatste jaren heb ontdekt. Verder merk ik dat zaken als overleggen, plannen en aansturen me ook steeds beter af gaan. Wat dat betreft voel ik met net zoveel ondernemer als akkerbouwer.’’
Tot slot: welk advies zou je startende collega’s mee willen geven?
,,Als je het bedrijf overneemt, moet je er voor de volle 100 procent voor gaan. Dat lukt alleen als je het werk écht leuk vindt en er uitdaging in ziet om het bedrijf verder te ontwikkelen. Als het werk vooral een last voelt, dan hou je het gewoon niet vol. Dus: dagelijks werkplezier moet echt op één staan.’’