,,Wintertarwe is en blijft de belangrijkste basis voor onze proefboerderij. Maar we doen meer dan alleen graan; andere gewassen krijgen steeds meer ruimte.’’ Dat zegt Arjan Hofstee, bedrijfsleider van SPNA Ebelsheerd in Nieuw Beerta. Volgens hem beweegt de proefboerderij volop mee met de veranderende bouwplannen en teeltinzichten in het Oldambt. Niettemin blijven proeven en onderzoek in tarwe voorlopig de hoofdmoot uitmaken. De beheersing van duist is daarbij ‘topic nummer één’.
,,Nee, we mogen niet klagen. De tarwe staat er prima op en is ook nog eens mooi op kleur. We hebben wel eens mindere jaren gehad.’’ Arjan Hofstee zegt het (eind januari, red.) tijdens een korte rit langs de velden van de proefboerderij. Ruim de helft van het (gangbare) bouwplan is ingevuld met wintertarwe - dit jaar zo’n 50 hectare. Verder is er nog zo’n 8 hectare wintergerst ingezaaid. ,,Graan blijft zeker een belangrijke basis voor ons bedrijf, maar ons bouwplan wordt wel steeds breder - net als bij de andere bedrijven hier in het Oldambt’’, zo schetst de bedrijfsleider de ontwikkelingen. Hij wijst op de sterke toename van het areaal zaaiuien in het gebied.
,,Om die reden doen wij hier steeds meer onderzoek naar dit gewas. Telers willen graag proefresultaten zien voor hun eigen regio en grondsoort. Die rol kunnen wij prima vervullen.’’ Dit jaar worden er ook rassen- en bemestingsproeven in vezelvlas uitgevoerd. ,,Een aantal telers in het gebied hebben dit gewas opgepakt. Wij bieden ondersteuning daaraan met onze proeven en hopen op die manier ook een aanjager en wegbereider te zijn voor nieuwe initiatieven."
Arjan Hofstee is bedrijfsleider op proefboerderij Ebelsheerd in Nieuw Beerta (Gr.). Het bedrijf beschikt over 115 hectare, waarvan 29 hectare biologisch en 86 hectare gangbaar wordt beteeld. Het gangbare bouwplan bestaat uit wintertarwe (ca. 50 ha), wintergerst (8 ha), suikerbieten (15 ha), zaaiuien (7 ha), consumptie-aardappelen (als proefveld, 2 ha) veldbonen (1,5 ha), vlas (1,5 ha) en natuurstroken/grasbanen (ca. 2 ha). Op de proefboerderij werken jaarrond drie vaste medewerkers (ca. 2,5 FTE).
‘Duist blijft topic nummer één’
Hoewel de proefboerderij zoals gezegd ‘meer is dan alleen graan’, blijft toch zo’n 60 procent van alle onderzoekswerk gericht op de graanteelt. Al jaren ‘topic nummer één’ is de beheersing van duist. Hofstee maakt zich daarbij vooral zorgen over de alsmaar toenemende resistentie van voorjaarsherbiciden. ,,De meeste gewassen krijgen we nog wel redelijk schoon de winter in, maar in het voorjaar wordt het steeds lastiger om duist onder de duim te houden. Met name in klei-op-veen-percelen met veel humus - waar de voorjaarsmiddelen minder goed werken - is de situatie amper meer beheersbaar. Maar ook op andere plekken in het Oldambt zijn er genoeg percelen aan te wijzen waar vanwege duist eigenlijk geen rendabele tarweteelt meer mogelijk is'', zo weet Hofstee.
Gelukkig is de proefboerderij zelf nog redelijk ‘schoon’. ,,Op zo’n zeven hectare hebben we al jaren behoorlijk last van duist, maar de rest van het areaal is gelukkig aardig schoon. Dat is ook essentieel om er graanproeven te kunnen uitvoeren. Duistbestrijding heeft ook daarom de hoogste prioriteit op ons bedrijf.’’
Arjan Hofstee: ,,Wintertarwe is en blijft de belangrijkste basis voor onze proefboerderij.
Maar we doen meer dan alleen graan; andere gewassen krijgen steeds meer ruimte."
‘Alle maatregelen noodzakelijk’
Om duist onder controle te houden zijn volgens Hofstee ‘alle mogelijke maatregelen noodzakelijk’ en worden deze dan ook doorlopend getest en onderzocht op de proefboerderij. Naast het standaard middelenonderzoek, waarbij de effectiviteit van verschillende spuitstrategieën met herbiciden worden vergeleken, is er ook aandacht voor bouwplanverruiming, mechanische onkruidbestrijding en andere teeltmaatregelen - zoals dwars op het zuiden zaaien, waardoor er minder lichtinval tussen de gewasrijen en duist minder kans krijgt om te kiemen.
Hofstee erkent dat de afzonderlijk maatregelen vaak niet meer dan een bescheiden bijdrage leveren aan de duistbeheersing, ,,Maar dan zeg ik: elke procent minder duist is er één. En het is ook een kwestie van volhouden. Wie gaat eggen tegen duist, moet dat intensief en jaren achter elkaar doen. Dan is er zeker winst te behalen, zo weten we van telers die dit doen. Datzelfde geldt voor het verwijderen van overgebleven duistplanten in het voorjaar. Wie deze consequent wegplukt, houdt zijn percelen schoner. Het is misschien niet het leukste werk om te doen, maar het is absoluut de moeite waard.’’
De ‘snelste’ winst in de strijd tegen duist is bouwplanverruiming met meer voorjaarsgewassen. Volgens Hofstee zijn
veel graantelers daar al mee bezig - bijvoorbeeld met meer uien, bieten of aardappelen in het bouwplan. In die gewassen is duist met (andere) werkzame stoffen redelijk goed aan te pakken. Toch zijn ook hiermee niet alle duistproblemen op te lossen. ,,Uiteindelijk gaat het om een integrale, complete aanpak. Dus: én-én-én. Nieuwe herbiciden tegen duist zitten
er voorlopig niet aan te komen, dus daar moeten we niet op focussen. Willen we de tarweteelt op langere termijn veilig stellen, dan moeten we alle mogelijke wapens tegen duist gebruiken.’’
De proefveldspuit: een onmisbare machine op Ebelsheerd
Graanziektebarometer
Wanneer de bestrijding van schimmelziekten ter sprake komt haalt Hofstee de graanziektebarometer aan. Deze gratis service voor graantelers heeft de proefboerderij afgelopen herfst (opnieuw) opgestart. ,,Voor de barometer bepalen we wekelijks de mate van aantasting van alle belangrijke graanschimmels in onbehandelde wintertarwe. Telers in onze regio krijgen zo een heldere stand van zaken van de ziektedruk en kunnen hun ziektebestrijding mede hierop afstemmen’’, zo legt hij uit.
Ook de bekende instapproeven, waarbij middelenfabrikanten hun producten in kunnen brengen voor een gezamenlijk ziektebestrijdingsproef, blijven volgens Hofstee van groot belang voor het Oldambt. De laatste jaren zitten daar steeds vaker (ook) biologische middelen en biostimulanten bij, maar de effecten daarvan blijven volgens de bedrijfsleider helaas nog te vaak onduidelijk, niet significant of simpelweg onder de maat. ,,Natuurlijk zoeken we voortdurend naar manieren om gewassen vitaler en weerbaarder te maken waardoor ze minder ziektegevoelig zijn. En dat het liefst met zo min mogelijk chemie. Maar op dit moment zijn chemische fungiciden nog altijd onmisbaar voor een zekere ziektebestrijding en een goed teeltrendement. Zeker in dit gebied waar de graanteelt nog steeds leidend is moeten we daarom alles op alles zetten om de huidige middelen te behouden.’’
Tenslotte zorgen de instapproeven ook voor de nodige binding tussen telers, adviseurs en fabrikanten, zo wil Hofstee nog graag even gezegd hebben. ,,Uiteindelijk zullen we samen de graanteelt in dit gebied toekomstbestendig moeten houden. Als proefboerderij dragen we daar graag ons steentje aan bij.’’