Akkerbouw Koerier

Houd de tripspopulatie in uien laag, nu dat nog kan

Hoe houd je trips onder controle zonder Batavia? Voor veel uientelers kan dat vanaf volgend jaar wel eens een flinke uitdaging worden – zeker bij een langere periode van warm en droog weer. Uienspecialist Stefan van Heist van Bayer waarschuwt alvast voor de mogelijke gevolgen: ,,Dit jaar is Batavia - met een opgebruiktermijn tot 30 oktober 2025 - nog beschikbaar voor de praktijk, dus maak daar ook gebruik van om de populatie laag te houden. In 2026 zullen we met andere middelen, teeltmethoden en technieken de trips onder de duim moeten krijgen. En dat zal – bij ernstige uitbraken zoals we die een paar jaar geleden hadden - zeker niet makkelijk worden.’’



Stefan van Heist: ,,Controleer het gewas bij droog en warm weer op trips en zet op tijd Batavia in, nu dat nog kan.’’





Door twee relatief koele en vochtige jaren is trips weer even uit beeld geraakt. Ter opfrissing: wanneer manifesteert het zich in de uien en welke schade kan het veroorzaken?

,,Trips komt vooral opzetten in warme en droge jaren. Uit onderzoek weten we dat de cyclus van trips op gang komt vanaf circa 11,5 graden. Boven deze temperatuur zijn er ongeveer 210 graaddagen nodig voor een volledige cyclus van ei naar adult en zo’n 95 graaddagen om de transitie van adult naar larve te voltooien. Vanaf dat moment – meestal aan het begin van de zomer – treedt er schade op. De larven zuigen de buitenste cellen van de plant leeg, waarna er grijswitte vlekken in het gewas ontstaan. Bij ernstige zuigschade stopt de fotosynthese. De ui groeit dan niet meer en in het ergste geval kan deze uiteindelijk afsterven.

De meeste uientelers weten overigens heel goed hoe schade door trips eruit ziet. In de beruchte jaren 2016 t/m 2019 zijn met name in Zuidwest-Nederland heel veel percelen zwaar getroffen door trips en zijn er zelfs vele tientallen hectares ondergewerkt. In sommige gebieden heeft het er zelfs toe geleid dat telers helemaal zijn gestopt met de uienteelt. De gevolgen van tripsschade zitten dus bij veel telers echt wel in het geheugen gegrift.’’



Hoe is de uitgangspositie voor dit seizoen?

,,Die ziet er voorlopig nog goed uit. In seizoen 2024 waren er geen grote problemen met trips. Richting het najaar zag je in prei en kool nog wel trips opkomen, maar het overgrote deel van de poppen is door het natte zomerweer verdronken. Daardoor zijn er veel minder adulten uitgekomen en zijn er minder generaties gevormd dan in eerdere jaren. Dit is weliswaar gunstig, maar het biedt geen garanties op een probleemloos jaar. Een langdurig droge periode kan de tripspopulatie zo weer in het zadel helpen, waardoor we dezelfde problemen kunnen krijgen als een paar jaar geleden.’’



Dit seizoen kunnen/mogen telers voor het laatst Batavia toepassen. Hoe groot is het belang daarvan?

,,Mijn verwachting is dat vrijwel alle (gangbare) uientelers standaard twee keer Batavia in hun spuitschema opnemen. Met deze preventieve bespuitingen kun je de populaties laag houden en het gewas in ieder geval tot richting de oogst vrij van trips houden. Of anders gezegd: met Batavia voorkom je niet alleen directe schade door trips, maar zorg je ook voor een betere uitgangspositie voor 2026.’’



Larven van trips zijn meestal te vinden in het hart van de uienplant.



Welke mogelijkheden om trips te bestrijden hebben uientelers vanaf volgend jaar?

,,Vergelijkbare middelen als Batavia– met een tweezijdig systemische werking – zijn er niet. Alternatieven zijn lokaal-systemische middelen (o.a. Tracer® en Benevia®, red.), maar die komen veel moeilijker op de plek waar de tripslarven zich bevinden: in het hart van de plant. Pyrethroïden zijn ook nog steeds mogelijk, maar deze hebben als groot nadeel dat ze natuurlijke vijanden van trips ook afdoden. Het wordt kortom veel lastiger om trips effectief en duurzaam te bestrijden, zéker in droge zomers waarin dit insect zich explosief kan vermeerderen.’’



In hoeverre kunnen (groene) biologische middelen iets toevoegen aan de tripsbestrijding?

,,Tot 2023 hadden we onder de RUB-regeling (Regeling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen, red.) het biologische middel Flipper ter beschikking. In een schema met Batavia leverde dit voor wat betreft tripsbestrijding prima resultaten op. Solo kan met Flipper ook een redelijk bestrijdingsniveau worden bereikt, zo hebben we in proeven gezien. Het is weliswaar geen Batavia, maar toch de moeite waard om er vooraan in het schema, als de druk nog laag is, mee aan de slag te gaan om populatieopbouw te voorkomen. Helaas is Flipper Plus op dit moment alleen toegelaten in bedekte teelten, maar de aanvraag loopt momenteel voor de onbedekte teelten. Hopelijk gaat dat volgend seizoen al lukken.’’



Hoe zit het met natuurlijke vijanden? In hoeverre kun je daarmee trips onder de duim houden?

,,Dat blijft al met al toch een moeilijk verhaal… Van 2017 tot en met 2019 hebben we hier veel kennis over opgedaan in meerdere praktijkproeven. Daaruit is gebleken dat gaasvliegen, kortschildkevers, roofwantsen en bodemroofmijten zeker een bijdrage kunnen leveren aan het in toom houden van trips. Percelen met een rijk bodemleven hebben sowieso een voorsprong als het gaat om natuurlijke bestrijding van trips. Tegelijkertijd zien we dat natuurlijke vijanden vrijwel nooit een uitbraak van trips kunnen beteugelen. Daarvoor is de uitbraak te explosief en te massaal en komt de ondersteuning van natuurlijke vijanden vaak te laat op gang. Er is dus meer nodig om trips onder controle te kunnen houden; zonder effectieve gewasbeschermingsmiddelen zijn de risico’s gewoon heel hoog.’’



Welke andere (teelt)maatregelen kunnen uientelers nemen om trips te beteugelen?

,,Trips slaat vooral toe tijdens droge periodes in een verzwakt gewas. Heel belangrijk is daarom het gewas goed aan de groei te houden. De afgelopen jaren is hier gelukkig veel aandacht voor geweest en hebben veel telers ook daarin geïnvesteerd, onder andere middels het plaatsen van waterbassins en het leggen van druppelslangen – al dan niet gecombineerd met fertigatie. In algemene zin geldt: hoe beter de watervoorziening op orde is, hoe kleiner de kans op tripsschade.


Verder blijft het belangrijk om de gewassen vroegtijdig te monitoren. Dat is lastig, want trips is lichtschuw en met het blote oog bijna niet te zien. Toch loont het om hier werk van te maken. Dus: controleer het gewas bij droog en warm weer en zet op tijd de eerste toepassing van Batavia in wanneer de eerste adulten zich laten zien in het gewas. Herhaal deze toepassing 14 dagen na de eerste behandeling. Daarmee zorg je er in ieder geval voor dat de beginpopulatie voor 2026 laag blijft.’’


Benevia® is een geregistreerd handelsmerk van FMC

Tracer® is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience