Bloembollen Koerier 2025

Niet wegkijken bij tulpengalmijt, maar alle mogelijkheden aangrijpen om besmettingen in de kiem te smoren

Hoe pak je de tulpengalmijt aan wanneer Movento niet meer beschikbaar is? Het is een vraag die veel tulpentelers bezighoudt en zeker ook zorgen baart. Bloembollen Koerier sprak erover met CNB-teeltadviseur Yorick van Leeuwen. Zijn belangrijkste boodschap: steek je kop niet in het zand als er tulpengalmijt in het spel is en grijp alle mogelijkheden aan om eventuele besmettingen in de kiem te smoren.



Yorick van Leeuwen, CNB-teeltadviseur

Hoe groot is het probleem tulpengalmijt eigenlijk?

,,Tulpengalmijt is op dit moment een groot probleem. Er zitten een flink aantal haarden in de sector, zoveel is wel duidelijk. Hoeveel precies? Dat is lastig te zeggen. Niemand loopt ermee te koop wanneer er tulpengalmijt in zijn partij is gevonden. Dat blijft voor de meesten toch een taboe. Er zullen dus meer haarden zijn dan we met z’n allen durven te erkennen...

Hier in Noord-Holland speelt tulpengalmijt wat meer dan landelijk. Dat komt omdat we hier de meeste broeiers hebben en er veel bedrijven zijn waar jaarrond product op het bedrijf aanwezig is. Dat maakt de kans op een besmetting met tulpengalmijt extra groot.’’


Herkennen bollentelers de tulpengalmijt en het bijbehorende schadebeeld?

,,De oudere garde bollentelers kent het probleem meestal wel vanuit het verleden. Maar veel jongere telers hebben de tulpengalmijt nog nooit gezien en herkennen de symptomen van een infectie ook niet altijd. Een bekend schadebeeld is de paars-rode verkleuring van de bollen, maar soms kunnen ze ook crème-geel verkleuren. Dat maakt herkenning lastig. Wanneer telers mij bellen en zeggen dat hun bollen er ‘wat raar’ uitzien, dan hou ik m’n hart vast. Vaak gaat het dan om tulpengalmijt.’’

.

Hoe kun je tulpengalmijt detecteren?

,,Dat is bijna niet te doen. De beestjes zijn microscopisch klein en dus niet met het blote oog te zien. Daarnaast zitten ze vaak diep verscholen in de bol. Kort na de oogst heb je de meeste kans op detectie, maar zelfs dan moet je erg je best doen om er onder een microscoop eentje te vinden. Infecties worden meestal pas een week of acht na de oogst opgemerkt. Dan kleuren de bollen paarsrood of crème-geel.


Schadebeeld tulpengalmijt: crèmegele of paarsrode verkleuring

op de witte bolrokken.


Om mogelijke infecties vroegtijdig op te kunnen sporen is het zinvol om van elke partij monsters te nemen en deze vervolgens acht weken bij 28°C in papieren zakken weg te zetten. Op die manier weet je tijdig of er besmettingen zijn en kun je handelend optreden om uitbreiding te voorkomen.’’



Schadebeeld tijdens de bloei: gele of geelwitte ovale vlekjes, vaak in combinatie met bloemmisvorming.


Welke omstandigheden zijn gunstig voor de ontwikkeling van tulpengalmijt?

,,Tulpengalmijt gedijt het beste bij temperaturen van 20 tot 25°C. De levenscyclus van het beestje bedraagt dan zo’n 10 tot 12 dagen waarin het zo’n 10 tot 20 eieren kan produceren. Over de hele bewaarperiode kan dit dus tot enorme infecties leiden. Verlaging of verhoging van de bewaartemperatuur bieden hierin geen oplossing, zo weten we uit onderzoek. Onder de 17 graden of boven de 30 graden verlopen de cycli weliswaar trager, maar staan ze zeker niet stil.’’


In hoeverre biedt de teelt van minder gevoelige rassen soelaas?

,,Kort gezegd weten we hier nog te weinig van om er daadwerkelijk mee te kunnen sturen. Maar buiten dat, zie ik het in de praktijk ook niet gauw gebeuren. Alle soorten met Yokohama-bloed – en daarmee ook het volledige Strong Gold-segment – zijn heel gevoelig voor tulpengalmijt. Daar hebben we gewoon mee te dealen.’’


Welke mogelijkheden heb je als teler om tulpengalmijt te voorkomen?

,,Heel belangrijk is een schone start. En dat betekent: voor het oogstseizoen alle cellen goed uitzuigen en stofvrij maken, ook bij de luchtinlaat waar nog wel eens wat vellen blijven liggen van de vorige oogst. Daarna alle cellen afspuiten en heet stoken, liefst met fust erin. Heet stoken wil zeggen: drie dagen op een temperatuur van minimaal 45°C, waarbij de urenteller pas begint te lopen wanneer de cellen daadwerkelijk op 45 graden zitten. Alleen dan weet je zeker dat alle – mogelijk aanwezige - mijten ook echt kapot gaan.’’


In hoeverre doen telers dit…?

,,Laat ik het zo zeggen: de serieuze telers pakken dit over het algemeen goed op. Ik begrijp heel goed dat het veel werk is, maar als je de dreiging van tulpengalmijt serieus neemt, dan móet dit een standaardprocedure worden op je bedrijf. En laat ik er ook dit bij zeggen: ik ben de afgelopen jaren op meerdere bedrijven geweest waar de plantgoedkraam volledig te gronde is gegaan door tulpengalmijt – met tonnen aan schade als gevolg. Zoiets wil je als bedrijf echt niet meemaken!’’



Door tulpengalmijt aangetaste planten blijven achter in groei.


Vanaf teeltjaar 2026 kan geen Movento meer worden ingezet. Wat zijn dan de mogelijkheden om tulpengalmijt onder controle te houden?

,,Mijn advies is om kort na de oogst – na het tellen of pellen – een behandeling uit te voeren met Vertimec® Gold, Neudosan® of Flipper Plus. Dat kan bij alle drie middelen via een dompel- of schuimbehandeling, maar bij Neudosan en Flipper Plus ook middels verneveling met een Mafex-set. Voor wat betreft gebruiksvriendelijkheid, duurzaamheid en toekomstbestendigheid hebben Neudosan en Flipper Plus wat mij betreft een duidelijke plus; voor die middelen zie ik dan ook het meeste perspectief.’’


Genoemde middelen zijn allemaal minder effectief dan Movento. Is zo’n behandeling toereikend om tulpengalmijt onder de duim te houden?

,,Dat is inderdaad nog maar de vraag… Zeker bij verdachte of risico-partijen moet je in mijn ogen méér doen dan alleen schuimen of vernevelen na de oogst. Ons advies is om ook een ULO- of CATT-behandeling uit te (laten) voeren. Bij deze systemen wordt het zuurstofgehalte in een gasdichte cel zodanig omlaag gebracht, dat de galmijten dit niet overleven. Verschil tussen beide systemen is dat er bij CATT ook CO2 wordt toegevoegd, waardoor met één behandeling van 48 uur niet alleen de larven, nimfen en volwassen mijten worden gedood, maar ook meteen de eieren. Bij een ULO-behandeling zijn daar twee behandelingen voor nodig.’’


Samengevat: is een combinatie van kort na de oogst dompelen, schuimen of spuiten in combinatie met een ULO- of CATT-behandeling de beste werkwijze tegen tulpengalmijt?

,,Ja, dat denk ik wel. Bij CNB kiest inmiddels meer dan 80 procent van de klanten voor een CATT-behandeling en onze verwachting is dat dit volgend jaar richting de 100 procent zal stijgen. In combinatie met een goede bedrijfshygiëne en een na-oogstbehandeling met bijvoorbeeld Flipper Plus heb je in mijn ogen de meest effectieve en duurzame wapens tegen tulpengalmijt te pakken.’’


Vertimec® Gold is een geregistreerd handelsmerk van Syngenta

Neudosan® is een geregistreerd handelsmerk van Certis Belchim