Fruitteelt Koerier 2025

Wij zijn meer appelboer dan perenboer


In de rubriek Jong & Ondernemend laten we jonge ondernemers in de land- en tuinbouw aan het woord.

Hoe runnen zij hun bedrijf? Welke kansen en bedreigingen zien ze binnen hun vakgebied?

En vooral: hoe zien zij de toekomst tegemoet? In deze aflevering: Rik de Winter (34) in Baarland (Zld.).


,,In een gebied waar onderhand 90 procent van de aanplant peer is geworden, zijn wij als een van de weinigen vooral appelboer gebleven’’, zegt Rik de Winter uit Baarland (Zld).

Samen met zijn moeder Ineke runt hij een fruitteeltbedrijf van ca. 33 hectare. Bij nieuwe aanplant kiest hij het liefst voor conceptrassen. ,,Deze geven in een tijd met sterk gestegen kosten toch wat meer prijszekerheid.’’



Rik de Winter (34) heeft met zijn moeder Ineke een fruitteeltbedrijf in Baarland (Zld.). Ze telen ca. 18 hectare appels (Elstar, Red Prince, Tessa, Kanzie en Cox) en 15 hectare peren (Conference en Migo).



Wanneer wist je dat je in het bedrijf wilde stappen?


,,Dat was eigenlijk al van jongs af aan. Ik zag mezelf al heel vroeg langzaam in het bedrijf groeien, alleen is dat wel heel anders gelopen dan we gehoopt hadden... In 2004 – ik was toen 14 - is mijn vader René overleden. Dat was niet alleen persoonlijk een enorme klap, maar ook voor ons bedrijf gaf dit veel onzekerheid, want: hoe nu verder? De eerste jaren heeft mijn moeder het bedrijf alleen had voortgezet, maar gelukkig kwam er daarna hulp van twee neven. Gezamenlijk hebben ze het bedrijf goed overeind weten te houden.

Nadat ik vanaf 2011 al deels in het bedrijf meedraaide, heb ik in 2017 – op m’n 27ste - samen met mijn moeder de eindverantwoordelijkheid voor het bedrijf weer overgenomen. Een echte rolverdeling hebben we niet, al is mijn moeder wel wat meer betrokken bij het sorteren, bewaren en de administratie en ik wat meer bij de teeltzaken, zoals spuiten en snoeien.’’



Wat is er veranderd sinds je in het bedrijf zit?


,,In grote lijnen niet zo heel veel. We borduren grotendeels voort op de weg die mijn vader en moeder – met hulp van onze neven - hebben ingezet. Kenmerk van ons bedrijf is dat we meer appels dan peren telen. Dat is best bijzonder, want in dit gebied is onderhand 90 procent van de aanplant peer geworden. We zijn zogezegd meer appelboer dan perenboer.


Als ik toch een verandering moet noemen, dan is dat de autonome veldspuit die we drie jaar geleden in gebruik hebben genomen. Op 2,5 hectare na spuiten we daarmee ons volledige areaal appel en peer. Na een wat stroef eerste jaar – vooral vanwege fouten in de programmering van de routes – loopt het nu allemaal prima. Aanvankelijk was er wel wat zorg of we alle plekken in de boomgaard nog wel voldoende zouden zien. Maar dat is heel erg meegevallen. De tijd die je anders op spuit zit – vaak wat scrollend op de telefoon, kun je nu veel gerichter gebruiken voor perceelscontrole of andere werkzaamheden in de boomgaard.


Nog een grote verandering is de nieuwe huisvesting voor onze werknemers die we in 2020 in gebruik hebben genomen. Hadden we voorheen plaats voor ongeveer zes mensen in een deel van onze loods; nu kunnen we in een nieuw gedeelte ongeveer 20 mensen huisvesten en is alles vele malen moderner en luxer. Dat laatste is ook belangrijk om ons personeel vast te houden. We werken nu met een hele fijne groep Litouwers; het zou mooi zijn als we die de komende jaren vast zouden kunnen houden.’’



Waar wil je de komende jaren naar toe met het bedrijf?


,,De komende jaren zou ik nog wel wat meer conceptrassen willen aanplanten. Op dit moment telen we zo’n 3 hectare Kanzi, 1,8 hectare Migo en 3,5 hectare Tessa. Van dat laatste ras zou ik nog wel wat meer willen telen, vooral vanwege de grotere prijszekerheid. Met de sterke kostenstijging die we de afgelopen jaren hebben gehad, bouw je met een conceptras als Tessa toch even wat meer zekerheid in. Nog een plus van Tessa is dat de pluk relatief laat is, waardoor we wat meer spreiding in de plukperiode krijgen. Verder is dit ras ook wat robuuster en klimaatbestendiger dan de meeste vrije rassen; ook dat wordt steeds belangrijker in de toekomst.


Als de marges de komende jaren goed blijven, dan zou ik nog wel wat willen investeren in hagelnetten en in nachtvorstbestrijding. Maar, dan moeten we de komende jaren wel voldoende productie en kwaliteit van de conceptrassen kunnen halen.’’



Wat zie je als grootste uitdagingen - of knelpunten – voor de komende jaren?


Naast de eerder genoemde kostprijsstijging, is ook de beschikbaarheid van voldoende gewasbeschermingsmiddelen een punt van zorg. Volgend jaar gaan er bijvoorbeeld flinke beperkingen gelden voor het middel Captan. De bestrijding van schurft en kanker zal daardoor een heel stuk uitdagender worden. Verder hebben we dit jaar geen Movento meer, waardoor we perenbladvlo veel vaker en met meer middelen aan zullen moeten pakken.


Verder krijgen we steeds meer problemen met de knopkever, waar eigenlijk geen goed werkende middelen meer voor beschikbaar zijn. Afgelopen jaar hadden we van 3,5 hectare maar een halve oogst door knopkeverschade. De problemen door wegvallende middelen gaan we steeds meer voelen.’’



‘De bestrijding van schurft en kanker
zal komend jaar een stuk uitdagender worden’


Hoe zie je de toekomst tegemoet? Ben je over tien jaar nog fruitteler?


,,Om die laatste vraag eerst te beantwoorden: jazeker! We hebben ons bedrijf nu mooi op de rit en kunnen tegen een stootje. Er is dus genoeg reden om positief vooruit te kijken.’’



Wat vind je het mooiste aan je vak?


,,Wanneer alles tijdens de pluk goed loopt, dan kan ik echt heel tevreden door de boomgaard lopen. En ja, misschien ben ik dan zelfs wel een beetje trots dat we dit allemaal voor elkaar hebben gekregen.’’



Tot slot: welk advies zou je startende collega’s mee willen geven?


,,Dan zeg ik: zorg vooral dat je plezier in je werk hebt, want anders hou je het niet vol. En ook: probeer een probleem als een uitdaging te zien. Met die mindset kan het allemaal net wat makkelijker en relaxter gaan lopen.’’