Glastuinbouw Koerier

Specialist in bladgroenten onder glas


In de rubriek Jong & Ondernemend laten we jonge ondernemers in de land- en tuinbouw aan het woord. Hoe runnen zij hun bedrijf? Welke kansen en bedreigingen zien ze binnen hun vakgebied? En vooral: hoe zien zij de toekomst tegemoet? In deze aflevering: Robbin Konsman (26) uit Zoetermeer (Z-H).



Robbin Konsman (26) is gespecialiseerd in de teelt van bladgroenten en Aziatische groenten in kassen. ,,Telen

vanuit een kas is veel minder weersafhankelijk. Klanten die leverzekerheid zoeken, weten me daarom steeds beter

te vinden’’, zo geeft hij zijn onderscheidende manier van werken weer. De afgelopen jaren heeft hij zijn bedrijf -

Konsman Vegetables - gestaag uitgebouwd tot een areaal van 15 ha (zomer) tot 25 ha (winter). De komende jaren

streeft hij naar een stabielere afzet en wil hij ook wat meer werk uit handen geven. ,,Vakantie heb ik al zeven jaar niet gehad; misschien moet ik daar ook maar eens wat tijd voor vrijmaken.'’’



Robbin Konsman (Konsman Vegetables) teelt op meerdere locaties in Zuid-Holland een breed assortiment bladgroenten, Aziatische groenten en kruiden in kassen. De belangrijkste teelten zijn paksoi (Shanghai, wit, mini), Lollo rossa en eikenbladsla (rood en groen). Konsman beschikt over meerdere locaties, met name in en rondom Monster en ’s-Gravenzande. In de winterperiode ligt het teeltareaal rond de 25 hectare, in de zomer rond de 15 hectare. Voor de teelt heeft Konsman hulp van enkele oud-tuinders (veelal verhuurder van de kas) en enkele zzp-ers (vooral voor grondwerk). Voor de oogst beschikt hij over een redelijk vaste groep medewerkers. Verder helpt zijn zus helpt bij de administratie en wint hij teeltadvies in via Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver (België).



Wanneer wist je dat je tuinder wilde worden?

,,Interesse voor de tuinbouw is er altijd wel geweest. Mijn ouders hadden een tuin in Rokanje en later- na een bedrijfsverplaatsing - in Oostvoorne. Daar teelden ze vooral groentezaden en in de winter soms een rondje andijvie. Ik vond zo’n snelle teelt als andijvie veel interessanter dan de zaadteelt. En ook de handel die bij bladgroenten hoort, trok me wel. Toen ik op m’n 16de stage ging lopen bij een tuinder die sla onder glas teelde, ging de spreekwoordelijk knop om. Dat wilde ik ook! Na twee jaar samen mijn met ouders in een VOF diverse slasoorten en paksoi te hebben geteeld, ben op mijn 19de alleen verder gegaan.’’


Hoe zijn de afgelopen jaren gegaan?

,,Eigenlijk gewoon heel goed! Sinds ik zelfstandig ben is er elk half jaar wel een teeltlocatie bijgekomen. Dat zijn deels huurtuinen van tuinders die gestopt zijn met hun bedrijf. Sommige locaties huur ik voor één of twee jaar, andere hou ik langer aan. De grootste locatie is in Monster; dat is een voormalige tomatenkas van vijf hectare. Van daaruit probeer ik de afzet zoveel mogelijk te regelen.

In de eerste jaren heb ik ontzettend veel moeten bellen en mailen om mezelf een beetje op de kaart te zetten. Dat heeft uiteindelijk z’n vruchten afgeworpen, want de klanten weten me nu aardig goed te vinden voor bijzondere bladgroenten en Aziatische groenten. Op dit moment werk ik met zo’n 50 klanten, waaronder enkele grote die dagelijks afnemen, en meerdere kleinere die zich wekelijks of maandelijks melden. De meeste daarvan waarderen vooral de leverzekerheid die ik met mijn kasteelten kan bieden. Maar ik ben met mijn bedrijf ook ‘gatenvuller’ wanneer de buitenteelten niet goed verlopen. Dat was bijvoorbeeld vorig jaar het geval, waardoor ik prima heb gedraaid. Toch probeer ik het liefste afspraken te maken met afnemers, waardoor ik mijn teelten beter kan plannen. Die stabiliteit is uiteindelijk het gunstigst voor beide partijen.’



Zijn er ook zaken die je hebben verrast of die tegenvielen?

,,Qua teelt heb ik heel veel zaken zelf uit moeten zoeken. Dat geldt zeker voor de Aziatische groenten, waar in Nederland vrij weinig teeltkennis over is. Hoewel je best veel op internet kunt vinden, is grootschalig telen in de praktijk toch iets anders. Vooral het onder controle houden van ziekten en plagen blijft elk seizoen weer een worsteling. In de slasoorten en in paksoi is valse meeldauw bijvoorbeeld een hele lastige klant. Ik probeer daar met de rassenkeuze wat aan te doen, maar dat is toch lastig. Rassen met betere ziekteresistenties leveren bijna altijd minder kilo’s en zijn vaak ook wat minder mooi. Dat zijn nou net de factoren waar je als teler niet op in wilt leveren.

Ook bodemgebonden ziekten als knolvoet en Fusarium zijn moeilijk te beheersen, vooral op locaties waar we al wat langer telen. Met teeltwisseling - bijvoorbeeld door een keer kruiden te telen - en met gerichte teeltmaatregelen - zoals de pH verhogen - probeer ik er iets aan te doen. Maar zoals gezegd: dat blijft lastig. Ook hebben we een tijdje met biologische fungiciden geëxperimenteerd, maar dat heeft voor mij geen overtuigend bewijs geleverd dat het voldoende werkt.’’


Waar wil je de komende jaren met het bedrijf naar toe?

,,Ik zou wel wat meer werk uit handen willen geven. Hoewel ik veel hulp krijg van oud-tuinders, die vaak ook de verhuurder zijn van de kas, doe ik nog veel praktisch werk zelf. Daar zou ik wel wat meer los van willen komen; al is het maar om een keer op vakantie te gaan, want dat er is de afgelopen zeven jaar helemaal bij in geschoten!

Ook de organisatie rondom de teelten wil ik wat toegankelijker maken, waardoor niet alles vastligt op mijn aanwezigheid. Daarvoor ben ik onder meer bezig met een nieuw softwaresysteem, waar ook anderen op kunnen inloggen.

Om meer controle te krijgen over de hele teelt heb ik afgelopen jaar contact gezocht met adviseur Ilse Leenknegt van het Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver in België. Zij werkt met vergelijkbare bedrijven in België en weet veel van de teelten die op mijn bedrijf staan. Zij loopt nu een dag in week alle locaties bij langs, waarna we vaak ook nogeven sparren over de zaken die in de gewassen spelen.

Voor de verdere toekomst zou ik nog wel wat meer tuinen in eigendom willen hebben, waardoor ik er ook meer in kan investeren. Op onze grootste locatie in Monster hebben we dat trouwens al gedaan; daar ligt sinds kort drainage en hebben we een koelcel gebouwd.’’


Wat zie je als grootste uitdagingen - of knelpunten - voor de komende jaren?

,,Dan kom ik toch weer terug op de beheersing van ziekten en plagen. Vooral de bestrijding van luis zal een flinke uitdaging worden. Dit jaar kunnen we voor het laatst gebruik maken van het systemische middel Batavia. Een gelijkwaardige vervanger is er niet; alleen enkele biologische middelen, maar die zijn een stuk minder effectief. Vooral in paksoi wordt dat een dingetje, want daarin hebben we straks geen enkel middel meer voorhanden.

Ik zie daarom geen andere weg dan dat de marges voor beestjes in de sla ruimer moeten worden. Helemaal geen luis meer in het product; dat kan ik straks gewoon niet meer garanderen.’’


Hoe zie je de toekomst tegemoet? Ben je over tien jaar nog groenteteler?

,,Over tien jaar ben ik zeker nog groenteteler, al zal dat vast anders zijn dan nu. Misschien telen we dan wel sla op water. Dat is nu nog erg duur, maar de kans op ziekten is daarmee wel veel kleiner.

Over de afzetkansen van mijn producten ben ik zonder meer positief. Bijzondere slasoorten en Chinese groenten

zijn populair en ik verwacht dat dit voorlopig ook zo zal blijven. Het assortiment zullen we voortdurend moeten

aanpassen, maar dat doen we nu ook al.

Groter hoef ik in ieder geval niet. Ik kan het nu net zo’n beetje behappen … (lacht)… nou, dat zeg ik wel, maar het is nu eigenlijk al wat te veel!’’



Tot slot: wat vind je het mooiste aan je vak?

,,Het mooiste is wanneer er heel veel handel in één keer weggaat. Zo’n grote massa van prachtige producten; daar kan ik wel blij van worden!’’