Mais Koerier 2025

Maïsteelt in eigen hand


Melkveebedrijf Mts Bom - Wessels in Emmer-Compascuum (Dr.) voert bijna alle werkzaamheden voor de maïsteelt in eigen beheer uit. Alleen het hakselen gebeurt door de loonwerker. ,,Door het zaaien en de onkruidbestrijding zelf uit te voeren, houden we meer zicht op de ontwikkeling van de gewassen’’, zo motiveert Jos Bom deze keuze. ,,En’’, zo wil hij wel bekennen, ,,we vinden het ook gewoon mooi werk!’’ De onkruidbestrijding gebeurt in samenspraak met adviseur Jelmer Hensens van Johan Schuitema. ,,Voor elk perceel kiezen we de beste middelen en meest passende dosering. We leveren dus echt maatwerk.’’


Melkveehouders die zelf maïs zaaien en ook de onkruidbestrijding en de onderzaai helemaal zelf uitvoeren; zo heel veel zijn er daar niet van. Voor de maatschap Bom – Wessels is het echter al jaren een vanzelfsprekendheid. ,,We hebben het areaal, de mensen en de machines ervoor en ik vind het eerlijk gezegd ook gewoon mooi werk’’, zegt Jos Bom, die de meeste werkzaamheden in de maïs voor zijn rekening neemt.



Jos Bom (rechts) runt samen met zijn ouders (Anjo & Janneke), broer en schoonzus (Herbert & Laura) en zijn vrouw Dideke het melkveebedrijf Bom – Wessels in Emmer-Compascuum (Dr.).

De maatschap melkt momenteel ca. 500 koeien. Er is ca. 185 hectare land in gebruik, waarvan 75 hectare voor maïsteelt en 110 hectare voor grasland. Naast het melkveebedrijf runt de maatschap ook een zorgboerderij voor opvang van kinderen van 4 tot 14 jaar met een ontwikkelingsachterstand. Jelmer Hensens (links) is teeltadviseur melkveehouderij & akkerbouw bij Johann Schuitema.



De laatste jaren wordt de maïs grotendeels in niet-geploegde grond (NKG) gezaaid. Daarvoor heeft het bedrijf een eigen 8-rijige zaaimachine met snijschijven ter beschikking. Dat niet geploegde grond aan de start wat meer onkruiden oplevert, vindt Bom niet zo’n probleem. ,,Spuiten moet je toch, dus als er dan wat meer staat maakt eigenlijk niet zoveel uit.’’ Bovendien beschikt het bedrijf over een wiedeg waarmee, zo nodig, de eerste vroege kiemers kunnen worden opgeruimd. ,,Dat doen we niet standaard, maar het is wel fijn om zo’n machine te hebben. Bij mooie, droge omstandigheden kun je er heel veel onkruiden mee opruimen’’, zo is Bom’s ervaring.



Maatwerk per perceel


De veldspuit is een wat oudere getrokken Dubex met een werkbreedte van 37 meter. De nieuwste snufjes zitten er niet op, maar voor het spuitwerk op maïs- en grasland voldoet hij prima, zegt Bom. Bovendien kunnen alle noodzakelijke middelen (met hun specifieke driftreductie-eisen) er nog steeds mee gespoten worden.


Voor wat betreft de onkruidbestrijding houdt Bom nauw contact met Jelmer Hensens van Johan Schuitema - die ook bij gesprek aanwezig is. ,,Een belangrijk uitgangspunt voor ons beiden is dat we spuiten op basis van de onkruiden die er staan’’, zegt Hensens. ,,We gaan dus altijd vooraf kijken en bepalen per perceel wat nodig is. Het is dus echt maatwerk.’’ Bom geeft aan dat hij via Maps zoveel mogelijk perceels- en teeltgegevens deelt met Hensens, zoals voorvrucht, eventuele aardappelopslag en de grassenbezetting. ,,Daardoor kun je ook echt oordelen op basis van feiten en voorkom je dat je te brede en ook onnodig dure mixen gaat maken’’, aldus Hensens.


Gevraagd naar de belangrijkste onkruiden in het gebied noemen beide mannen melde, aardappelopslag, zwarte nachtschade en haagwinde. Gladvingergras is volgens Hensens nog niet gesignaleerd op het bedrijf. Bom vertelt dat zijn maïs grotendeels meedraait in een rotatie met akkerbouwgewassen. Dat kan volgens hem wel eens een belangrijke reden zijn dat dit gras (nog) niet voorkomt op zijn grond.





‘Door zelf te telen kom je vaker op het land en hou je zicht op

de ontwikkeling en groei van de gewassen’





Liefst vroeg spuiten


Bom spuit het liefst vrij vroeg op klein onkruid, zo rond het 3-bladstadium van de maïs. Afhankelijk van de onkruidbezetting worden dan de doseringen van de middelen bepaald. De laatste jaren staan Laudis (1,5 tot 2 l/ha) en Monsoon Active (0,5 – 0,75 l/ha) vrijwel altijd aan de basis van de onkruidbestrijding. ,,Normaliter kunnen we met die combinatie alle belangrijke onkruiden de baas. Soms wordt er tegen aardappelopslag nog wat Kart® of Starane® Top toegevoegd. Maar dat is het dan ook wel’’, aldus Hensens.


Omdat Bom vanwege mogelijke groeiremming (of schade) aan de gras-onderzaai geen bodemherbicide in wil zetten, is er wel wat meer kans op nakiemers. Om die reden is er soms nog een tweede bespuiting nodig. ,,Zo’n tweede bespuiting neem ik dan maar voor lief’’, zo stelt hij, ,,want ik vind een goed groeiende grasmat die alle reststikstof op kan nemen net zo belangrijk.’’ Hensens voegt toe dat er tijdens het onderzaaien (rond het 8- tot 10-bladstadium) ook nog eens een flink deel van de late onkruiden wordt weggepoetst.



Grip houden op de teelt


Hoewel er al met al heel wat uren in gaan zitten, ziet Bom genoeg pluspunten om de maïsteelt in eigen hand te houden. ,,Door zelf te telen kom je vaker op het land en hou je zicht op de ontwikkeling en groei van de gewassen. Vooral rond de onkruidbestrijding kan dat belangrijk zijn. We hebben hier bijvoorbeeld steeds meer last van kraaienschade. Dat zie je dan op tijd, waarna je nog wat kunt bijzaaien.’’ Ook Hensens vindt het mooi dat er echt aandacht is voor de teelt. ,,Het is misschien makkelijker om een brede mix in de tank te gooien en daarmee alles te spuiten. Maar voor mij als adviseur is het leveren van maatwerk toch even wat interessanter en uitdagender’’, zo besluit hij.


Kart® en Starane® Top zijn geregistreerde handelsmerken van Corteva Agriscience