Mais Koerier 2025

"Vroege onkruidbestrijding geeft schonere en productievere maïs"



,,Een vroege onkruidbestrijding levert een aanzienlijke bijdrage aan een betere, productievere en schonere maïs, zo zien we elk jaar weer. De gedachte dat je het onkruid eerst goed moet kunnen zien voordat je er iets tegen doet, moeten we nu definitief overboord gooien. We moeten juist nóg vroeger het land op om kiemende onkruiden te determineren.’’ Dat zegt Sander Uwland, Crop Advisor Maïs bij Bayer. Mais Koerier sprak met hem over de laatste actualiteiten rondom de onkruidbestrijding in maïs en zijn adviezen voor het nieuwe seizoen.



Sander Uwland, Crop Advisor Maïs bij Bayer



Om te beginnen: Hoe is de onkruidbestrijding het afgelopen seizoen verlopen?

,,Net als in 2023 begon ook het voorjaar van 2024 weer zeer nat. De mais is daardoor op heel veel verschillende tijdstippen gezaaid. Sommigen konden eind april al aan de slag, anderen moesten wachten, soms zelfs tot begin juli. De onkruidbestrijding is daardoor over een hele lange periode uitgesmeerd.

Door de aanhoudende regen is de onkruidbestrijding prima gelukt. De onkruiden waren zeer zacht en bodemherbiciden werkten door de regen super. Zeker op percelen met probleemonkruiden als gladvingergras, gierst of naaldaar heeft de vooropkomst-bespuiting uitstekend gewerkt.

Alles bij elkaar dus een jaar zonder grote problemen. Alleen daar waar de bespuiting vanwege neerslag te lang werd uitgesteld - en er op te grote mais en onkruiden is gespoten - waren de resultaten soms minder. Maar nogmaals: gemiddeld genomen ging het afgelopen jaar min of meer vanzelf.’’





‘Spuiten in het 2-bladstadium kost 2 procent aan opbrengst, spuiten in het 6-blad al 6 procent’





Welke onkruiden baren op dit moment de meeste zorgen?

,,Dan komen we toch weer uit bij gladvingergras. Hoewel de onkruidbestrijding in maïs ondertussen behoorlijk is afgestemd op dit onkruid, zien we de problemen met gladvingergras toch jaar op jaar wat verder toenemen. Elk seizoen komen er weer wat nieuwe probleempercelen en -gebieden bij.

Ook de gierstgrassen rukken steeds verder op. Veruit de meeste probleempercelen vinden we in het oosten en zuiden van Nederland. Maar ook vanuit Midden- en Noord-Nederland krijgen we steeds vaker meldingen binnen. Bij gierstgrassen is niet alleen de hérkenning een probleem, maar ook de érkenning ervan. Wie er niets tegen doet, moet rekening houden met een zeer sterke verspreiding. Gierstgrassen kunnen enorme hoeveelheden zaad produceren, variërend van 1000 tot meer dan 50.000 zaden per plant. Bovendien kunnen de zaden minimaal drie en sommige zelfs tot 30 jaar overleven in de grond. Wie dit gras dus eenmaal heeft, komt er niet zomaar meer vanaf.

Verder groeit gierstgras meestal samen op met de mais. Het kan net zo lang worden en dat kost hoe dan ook opbrengst.''


Wat kun je tegen deze nieuwe gierstgrassen doen?

,,Telers of loonwerkers die een grasonkruid niet meteen thuis kunnen brengen doen er goed aan om er een deskundige bij te betrekken, zodat er op tijd met een effectieve bestrijding kan worden begonnen. Een tip is om het plantje uit te graven en tot bloei te laten komen.

Voor de na-opkomstbestrijding van (percelen met) gierstgrassen kan de combinatie 1,75 l/ha Laudis + 0,75 l/ha Monsoon Active worden ingezet. Daarbij zorgt met name de werkzame stof thiëncarbazone-methyl (TCM) in Monsoon Active voor een stevige aanpak van de gierstgrassen. Belangrijk is om deze combinatie vroeg – dat wil zeggen: voor het uitstoelen van de grassen – in te zetten met de volle doseringen. Alleen zo mag je een goed resultaat verwachten. Verder kan voor-opkomst eventueel ook nog een bodemherbicide worden toegepast.

Wil je het probleem rigoureus aanpakken, dan is twee keer spuiten, dus voor- én na-opkomst, eigenlijk een must. Op die manier kun je gierstgrassen écht goed terugdringen.’’


Je hamert al jaren een vroege onkruidbestrijding. Waarom is dat zo belangrijk?

,,Vroegtijdig spuiten – dat wil zeggen vanaf het 2- à 3-bladstadium van de maïs – heeft gewoon veel voordelen. Ten eerste zorgt het voor minder concurrentie van onkruid met het gewas. Licht, vocht en voedingsstoffen komen zo maximaal ten goede aan de maïs. Ten tweede heeft kleine maïs veel minder last van een bespuiting en is de (eventuele) groeiremming dus veel minder groot. Als vuistregel hiervoor geldt dat elk blad aan de maïs een procent opbrengst kost. Ofwel: spuiten in het 2-bladstadium kost grofweg 2 procent aan opbrengst, spuiten in het 6-blad al 6 procent. Verder zit er bij een vroege onkruidbestrijding meer tijd tussen spuiten en onderzaaien, waardoor mogelijke groeiremming van de gras-onderzaai zo goed als uitgesloten is. Tenslotte biedt een vroege start ook meer rust en ruimte in het spuitschema; ook dat komt de effectiviteit van de onkruidbestrijding vaak ten goede.

Opgeteld leveren deze punten een aanzienlijke bijdrage aan een betere, productievere en schonere maïs. Dat zien we elk jaar weer.’’




Sander Uwland: ,,Met een vroege inzet van onze basismix van Laudis en Monsoon Active, aangevuld met een bodemherbicide, behalen we jaar in jaar uit goede resultaten.’’



Maïstelers – en ook veel loonwerker - willen eerst onkruid zien voordat ze ertegen spuiten…

"De gedachte dat je het onkruid eerst goed moet kunnen zien voordat je er iets tegen doet, moeten we eindelijk eens overboord gooien. Met een vroege inzet van onze basismix van 1,75 l/ha Laudis + 0,75 l/ha Monsoon Active, aangevuld met een bodemherbicide, behalen we jaar in jaar uit goede resultaten. Het land hoeft niet eerst groen te worden om te spuiten; een bodemherbicide werkt lang genoeg om doorkomend onkruid tot aan het sluiten van de maïs weg te vangen. We moeten daarom nóg vroeger het land op om kiemende onkruiden te determineren. Dat kost misschien wat extra moeite, maar het loont absoluut.’’