Dit artikel is dinsdag 16 december 2026 in Trouw verschenen
Hoe kunnen boeren en telers gewassen veilig beschermen tegen ziekten, plagen en onkruid? De discussie daarover wordt steeds feller, maar gaat niet altijd over feiten. Boeren, telers en tuinders houden hun gewas slimmer gezond dan veel mensen denken. En ze zijn elke dag bezig met de verduurzaming van overmorgen.
‘Een verloren oogst is het minst duurzame resultaat’
De land- en tuinbouw staat voor twee grote uitdagingen. De behoefte aan voedsel groeit, terwijl er nauwelijks ruimte is voor meer agrarische grond. Tegelijkertijd willen telers hun impact op het milieu drastisch verminderen. We moeten dus meer voedsel produceren op evenveel land met minder belasting van het milieu. Dat vraagstuk vereist een doordachte aanpak.
Ziekten, plagen en onkruid
‘Wij helpen telers om hun gewas te beschermen tegen ziekten, plagen en onkruid’, vertelt Christy van Beek, duurzaamheidsmanager bij Bayer Crop Science. ‘Ik ben van oorsprong bodemkundige en verdiep me dagelijks in wat groente, fruit en aardappelen nodig hebben om gezond te groeien. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de bodem, wanneer je wat zaait, hoe weerbaar je planten zijn en hoe je de groei in de gaten houdt. En over gewasbeschermingsmiddelen. Als ik de discussies daarover hoor, merk ik dat we niet goed genoeg uitgelegd hebben waarom deze middelen soms nodig zijn.’ Telers moet enerzijds voldoen aan de constante vraag naar groente, fruit en aardappelen van een constant hoge kwaliteit. Aan de andere kant heeft juist deze sector te maken met een grote factor die niet constant is: het weer. Van Beek: ‘In Nederland wisselen hitte, koude, droogte en wateroverlast elkaar af. Daar moeten telers hun gewassen goed tegen beschermen. Net als tegen allerlei plantziekten, plagen zoals luizen en rupsen en onkruid dat licht, water en voedingsstoffen wegkaapt. Doen ze dat niet, dan zijn misoogsten het gevolg. Een verloren oogst is het minst duurzame resultaat dat je kunt krijgen.’
In het voordeel van biologisch
De spreekwoordelijke gereedschapskist die telers hebben om hun gewas gezond te houden, ziet er heel anders uit dan pakweg vijftien jaar geleden. Middelen die gewassen beschermen, zijn er grofweg in twee soorten: synthetische en biologische. Waar de land- en tuinbouw vroeger vooral met synthetische middelen werkte, is dat inmiddels andersom. Dorus Rijkers, ontwikkelaar van integrale oplossingen bij Bayer Crop Science: ‘De verhouding was ongeveer zeventig – dertig procent, maar die is nu al vaak omgedraaid in het voordeel van biologische gewasbescherming. Daarin zit een enorme winst voor het milieu.’ De verduurzaming van gewasbescherming is een optelsom van verschillende veranderingen in de teeltaanpak. Als voorbeeld neemt Rijkers de teelt van kool. ‘Kool is ontzettend gevoelig voor de rupsen van motten. Als je die hun gang laat gaan, houd je geen kool over. Bestrijd je ze wanneer ze nog heel klein zijn, dan hoef je veel minder te spuiten. Samen met telers ontwikkelen we innovatieve methoden. Bijvoorbeeld met infraroodcamera’s en valletjes die met AI parende motten herkennen. We voorkomen dan eerst met biologische feromonen dat mannetjes en vrouwtjes elkaar vinden. Pas als er toch rupsjes uit de eitjes kruipen, zetten we gericht en minimaal een steviger middel in.’
Een legere gereedschapskist
De verwachting is dat het aandeel biologische gewasbeschermingsmiddelen verder toeneemt. Toch mag daaruit niet de verwachting ontstaan dat het gezond houden van gewas volledig biologisch kan. Rijkers: ‘We doen er alles aan om het aandeel biologische middelen te vergroten. Ons motto: biologisch waar het kan en synthetisch waar het moet. Het lukt niet om synthetische stoffen helemaal naar nul te krijgen, omdat elk jaar andere teeltuitdagingen kent als gevolg van het weer. Hardnekkige schimmels die anders de bulk van onze uien- en aardappelaanplant aantasten bijvoorbeeld.’ In het leegmaken van de gereedschapskist die telers gebruiken voor gezond gewas, schuilt een gevaar, meent Van Beek: ‘Je weet als teler nooit wat je voor een volgende goede oogst nodig hebt. Of voor de oogst daarna. Het weer wordt onvoorspelbaarder, er ontstaan nieuwe plantziekten en we zien invasieve exoten die een plaag kunnen vormen. Als teler wil je goed voorbereid zijn om te voldoen aan de vraag naar groente en fruit. Weet wel: er is geen boer die zomaar gaat spuiten. Die doet dat als het niet anders kan en alleen met middelen die in Europa zijn toegestaan. Die gereedschapskist blijft heel vaak dicht.’
De teelt als geheel
Om te bekijken hoe de land- en tuinbouw verder te verduurzamen is, doet Bayer Crop Science letterlijk veldonderzoek. Wetenschappers binnen de organisatie testen op meer dan twintig proeflocaties zo’n honderdvijftig manieren om te komen tot een gezonde oogst met minder chemie. Rijkers: ‘Over wat we daar testen, zijn we niet geheimzinnig. Integendeel, we nodigen graag boeren, studenten, buitenlandse brancheorganisaties en andere belangstellenden uit om met ons op die velden te kijken wat werkt. Van samenwerking worden we slimmer.’ Dat juist samenwerken belangrijk is voor de verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw beaamt zijn collega Van Beek: ‘Met gepolariseerde discussies schiet niemand wat op. Laten we in plaats daarvan samen realistisch naar oplossingen zoeken. Waarbij we naar de teelt als geheel kijken. Waarbij we zorgen voor de beste bodem, de sterkte plantsoorten en de slimste teeltmethoden. En daarna pas de meest duurzame gewasbescherming inzetten met een hoofdrol voor biologische middelen. Laten we vooral daar het gesprek over voeren.’