Terug
BIETEN 'Luizen beheersen in plaats van luizen bestrijden'
Volgende
SPUITTECHNIEK ‘Sleepdoek geeft ons maximale mogelijkheden’
sluiten

Akkerbouw Koerier Mei 2023

‘Meer rustgewassen, minder intensieve teelten’

Jur Parlevliet (23) zit samen met zijn vader Jan in de VOF Parlevliet Agro. Het bedrijf bestaat uit twee locaties: Beinsdorp (N-H) en Rilland (Zld). Jur runt sinds twee jaar de locatie in Rilland, een akkerbouwbedrijf van 300 hectare. De komende jaren wil hij de bodem maximaal op orde krijgen. En dat betekent meer rustgewassen in het bouwplan en minder intensieve teelten.

In de rubriek Jong & Ondernemend laten we jonge ondernemers in de land- en tuinbouw aan het woord. Hoe runnen zij hun bedrijf? Welke kansen en bedreigingen zien ze binnen hun vakgebied? En vooral: hoe zien zij de toekomst tegemoet? In deze aflevering: Jur Parlevliet (23) in Rilland (Zld.).

Wanneer wist je dat je akkerbouwer wilde worden?

,,Dat was in de zomer van 2015 toen ik 15 jaar werd. Toen kwam het besef dat akkerbouwer zijn toch wel een mooi vak is en dat ik daar wel verder in wilde. Vanaf mijn achttiende kwamen daar de eerste, echte verantwoordelijkheden bij en ben ik langzaam het bedrijf in geschoven. Sinds twee jaar ben ik verantwoordelijk voor het reilen en zeilen op onze locatie in Rilland. Dat bedrijf heeft mijn vader in 2008 gekocht, nadat we zijn weggekocht op de thuislocatie in Beinsdorp. Die grond – zo’n 90 hectare – pachten we nu trouwens nog steeds, zodat er twee akkerbouwlocaties zijn ontstaan. Mijn vader runt nu met name het bedrijf in Beinsdorp en ik ben voornamelijk in Rilland te vinden.’’

Hoe zijn de afgelopen twee jaar verlopen?

,,Redelijk goed, al heeft de corona-periode er wel even ingehakt. We hadden in het eerste corona-jaar aardig wat vrije aardappelen en uien waarvan de afzet hoogst onzeker was. Een deel van de aardappelen hebben we nog via social media-acties direct uit de schuur kunnen verkopen. Leuk werk met hartverwarmende reacties, maar lang niet genoeg om alles kwijt te raken. Gelukkig viel de financiële schade in dat jaar uiteindelijk mee, maar we zijn er wel iets voorzichtiger door geworden. Die voorzichtigheid is nog eens extra aangewakkerd door de droge zomers die we gehad hebben. Gevolg is dat we nu minder aardappelen telen dan voorheen en dat de uienteelt – vanwege de afwezigheid van zoet water - voorlopig helemaal uit het bouwplan is geschrapt. Natuurlijk kunnen we door deze stap een mooi uienjaar mislopen, maar het geeft ook een hoop rust op het bedrijf waardoor je andere werkzaamheden veel zorgvuldiger uit kunt voeren.’’

Welke veranderingen heb je in het bedrijf doorgevoerd?

,,Onze focus ligt nu vooral op de bodem. Die willen we de komende jaren maximaal op orde krijgen. Dat betekent dat we extensiever gaan telen met meer rustgewassen in het bouwplan. Dat kunnen meer granen zijn, maar ook meer vlas of luzerne. Voordeel van deze gewassen is dat de oogst vroeg valt en je op tijd van het land bent. Zeker op de wat zwaardere percelen – waar in het verleden nogal eens gemodderd is – moet tot een betere structuur leiden met op termijn ook een hogere opbrengstpotentie en een betere productkwaliteit. Nog een voordeel van een extensiever bouwplan is dat we binnen de ecoregeling van het GLB vrij gemakkelijk de status goud kunnen halen. Dat geeft toch een mooi bonus van €200 per hectare bovenop de basispremie.

De huidige extensivering betekent trouwens niet dat we aardappelen en uien steeds verder van ons willen afschuiven. Als we goede teelt- of marktperspectieven zien voor beide gewassen, dan schuiven we die ook weer net zo makkelijk ertussen. Zoveel ondernemer zijn we dan ook wel weer.’’

Welke investeringen staan er voor de komende jaren op de planning?

,,Dat zijn er drie: een nieuwe machineloods met daarin ook een kistenbewaring voor pootgoed, een mestsilo en mogelijk de inruil van één of twee trekkers. De machineloods met kistenbewaring staat het hoogste op de verlanglijst, omdat de huidige kapschuur behoorlijk oud is en bovendien veel te vol staat met machines. Het pootgoed bewaren we daar middels een afscheiding met strobalen en plastic. Ook dat is niet meer van deze tijd en moet echt anders. Nog een reden om de open kapschuur gauw te vervangen is dat we dan onze machines achter slot en grendel kunnen zetten. De laatste jaren wordt hier namelijk veel gestolen, vooral GPS-apparatuur. Met een nieuwe, afgesloten loods hoef je je daar minder druk om te maken.’’

Waar wil je de komende jaren met het bedrijf naar toe?

,,Mijn belangrijkste doel is ervaring opdoen met de huidige teelten en controle krijgen over het hele bedrijf. Dat klinkt misschien wat simpel, maar ik zie dat wel als mijn belangrijkste missie voor de komende jaren. Als je zoals ik net twee jaar bezig bent op een relatief nieuw bedrijf, dan heb je vooral houvast nodig. Gelukkig krijg ik bij het praktische werk steun van onze vaste medewerker Sjaak de Bat. En bij de grotere beslissingen is er altijd overleg met mijn vader.’’

Wat zie je als grootste knelpunten voor de komende jaren?

,,De steeds grotere beperkingen in chemie zie ik toch wel als een van de grootste knelpunten. De afgelopen jaren hebben we al behoorlijk wat middelen in moeten leveren. Denk maar aan de zaadbehandeling van bieten tegen luizen. Dat heeft voor een flinke opkomst van vergelingziekte gezorgd met alle schade van dien. Verder zijn we in de uien mancozeb en chloor kwijt geraakt. Dat maakt de teelt een stuk lastiger en risicovoller. Voor ons is dat mede een reden geweest om voorlopig geen uien te telen. Die toenemende beperkingen op chemie hebben ons er ook toe gezet om dit jaar een camera-gestuurde schoffelmachine aan te schaffen. In eerste instantie gaan we deze in de bieten inzetten. Vooral om ervaring op te doen, maar ook om voorbereid te zijn op de toekomst.

Wat meer in algemene zin baal ik van de opeenstapeling van regels. Denk maar aan het GLB, GlobalGap, PlanetProof en de wetgeving rondom bemesting. Dat wordt niet alleen meer en complexer, maar we worden er ook steeds vaker op gecontroleerd. Daar ben ik geen akkerbouwer voor geworden!’’

Hoe zie je de toekomst tegemoet?

,,Ondanks de hiervoor genoemde zaken, toch wel positief. Het is misschien wat wrang, maar ik verwacht dat klimaatverandering vaker gaat leiden tot voedselschaarste, wat doorgaans een gunstig effect heeft op de prijzen voor akkerbouwproducten. We gaan dus van een aanbod-gestuurde naar een vraag-gestuurde markt.

Wat dichter bij huis heb ik goede hoop dat de capaciteit van het pompstation hier in de buurt flink wordt vergroot, waardoor er over een aantal jaren toch zoet water beschikbaar is voor ons bedrijf. Dat zou de mogelijkheden voor de teelt van aardappelen, uien en ook bloembollen flink vergroten.’’

Wat vind je het mooiste van je vak?

,,Als ik heel eerlijk ben: trekker rijden. Maar de laatste jaren kan ik ook steeds meer genieten van het feit dat we voedsel verbouwen en daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij.’’

Ben je over 10 jaar nog akkerbouwer?

,,Daar kan ik kort over zijn: zeker weten!’’

Tot slot: welke tip zou jij startende akkerbouwers mee willen geven?

,,Denk in kansen en niet in problemen. Met een positieve blik ben je inventiever, flexibeler en kijk je meer buiten de gebaande paden. Vooral in moeilijke tijden moet je kunnen schakelen. Ik moet hierbij denken aan de patat-voorbaklijn die ik met twee collega’s heb opgezet tijdens de corona-crisis en waar we in mei weer mee opstarten. Het is misschien niet groots of meeslepend, maar wél een mooi voorbeeld dat er altijd nieuwe kansen zijn.’’

+Colofon