Ze zochten een machine waarmee ze weer jaren vooruit kunnen, en waarmee ze in één klap aan de strengste driftreductienormen voldoen. Wout en Aart van Oostrum kwamen uit bij de sleepdoektechniek, in combinatie met een Delvano TS4200. ,,De techniek is eenvoudig. In mijn ogen kan je niet snel fouten maken.”
Wout (rechts) en Aart van Oostrum bewerken 145 hectare akkerland rond de Zeeuwse plaats St Annaland. De belangrijkste gewassen zijn (vroege) aardappelen en bloemzaden. Verder zitten er tarwe en suikerbieten in het bouwplan.
,,We hebben hem speciaal nog even voor je schoongespoten’’, zeggen Aart en Wout van Oostrum lachend. De akkerbouwers uit Sint Annaland (Zld) staan aan het begin van het derde spuitseizoen met hun Delvano TS4200 getrokken spuit. Het is een rechttoe rechtaan machine met een robuuste bouw. ,,Onze vorige spuit was een Dubex met een 27 meter boom. Eigenlijk zochten we iets soortgelijks, maar dan met een driftarme techniek.” Aanvankelijk dachten ze aan luchtondersteuning, maar nadat ze voor een subsidieregeling werden uitgeloot, besloten ze om hun pijlen te richten op de sleepdoektechniek. ,,Daar zijn we blij om, want het systeem is een stuk eenvoudiger”, zegt Wout, die vaste chauffeur op de spuit is.
De boomophanging heeft een geveerde parallellogramconstructie. Die zorgt voor een rustig rijgedrag en een stabiele boom.
Bijzonder aan het bedrijf is dat hun ouders pas in 1998 een akkerbouwbedrijf zijn begonnen. Daarvoor waren ze melkveehouder in Utrecht, waar ze in verband met een bestemmingsverandering weg moesten. Hun vader wilde het wel eens in de akkerbouw proberen en die stap is goed bevallen. Ze pakten een bouwplan op dat typisch is voor Tholen, met vroege aardappelen, bieten en granen. En daar is inmiddels de bloemzadenteelt bijgekomen. Het is een bewerkelijke teelt, maar wel eentje die rendeert en waarin de broers de afgelopen jaren flink hebben uitgebreid. ,,De teelt past goed op ons bedrijf. We hebben intensieve gewassen nodig omdat we er twee inkomens uit moeten halen. De bloementeelt is een mooie uitdaging; het vraagt echt fingerspitzengefühl”, zo verklaart Wout deze stap.
Qua gewasbescherming is de bloemzadenteelt een hele puzzel. ,,Je moet verschrikkelijk opletten, met zoveel etiketten en zoveel merknamen. Het valt niet altijd mee om alle schema’s rond te krijgen.” Daar komt bij dat ze van sommige soorten minder dan een halve hectare telen. Aan het begin van het seizoen is hij enkele avonden achter elkaar aan het mixen, als de herbiciden erop gaan. ,,Dan is het even goed stokjes tellen en je koppie erbij houden. Soms is een veldje maar vijftien meter breed.”
Het gebruik van de sleepdoek gaat ook in de bloemen goed. ,,Een van de redenen waarom we niet meteen aan een sleepdoek dachten, is dat hij afsteunt op het gewas. Sommige bloemgewassen zijn vrij slap, zoals viooltjes. Dan moet je goed opletten om geen schade te rijden. Maar de forsere gewassen, zoals margrieten, kunnen meer hebben dan we dachten.”
Dankzij de Wingssprayertechniek durven ze 15 procent te zakken in de dosering.
Vullen doet hij vanuit een buffervat met leidingwater. ,,Die hebben we sinds we ons eigen ATR-pootgoed zijn gaan telen, omdat je dan geen oppervlaktewater mag gebruiken. Nu we standaard met een fijne druppel spuiten, is het helemaal prettig om perfect schoon water te hebben, in verband met verstoppingen.”
Een van de investeringen die ze hebben gedaan, is de aanschaf van een drie meter brede cameragestuurde schoffel van Steketee. Vorig jaar draaiden ze daar voor het eerst mee en de eerste ervaringen met de machine zijn positief. ,,We zullen per jaar en per gewas moeten uitvinden wat wel en niet werkt. In sommige gewassen kun je met vingerwieders ook het onkruid in de rij goed de baas, in andere gewassen lukt dat minder goed. Dat bekijken we per keer. In principe zijn we een voorstander van zo min mogelijk spuiten.”