Hoe groot is het probleem van knolcyperus eigenlijk? Hoeveel percelen zijn ermee besmet? Om hoeveel hectares gaat het? En: hoe kun je dit onkruid het beste aanpakken? Mais Koerier sprak erover met Marijn Nap, teeltadviseur bij Vlamings en deskundige op het gebied van knolcyperus. ,,Om het probleem écht goed aan te kunnen pakken is er meer openheid nodig tussen telers.''
Marijn Nap is teeltadviseur bij Handelsonderneming Vlamings.
Om te beginnen: hoe groot is het probleem van knolcyperus eigenlijk?
,,Het probleem is groot, al kan ik dat niet met feiten en cijfers onderbouwen. Vanwege de quarantaine-status rust er nog steeds een behoorlijk taboe op knolcyperus. Telers die het hebben lopen er niet mee te koop, waardoor het onkruid voor een flink deel onder de radar blijft. Toch zien we het aantal besmettingen de laatste jaren gestaag toenemen, vooral op de Oostelijke en Zuidelijke zandgronden. Al met al gaat het om enkele duizenden hectares met een serieuze besmetting. En mijn verwachting is dat het besmette areaal de komende jaren nog verder zal toenemen. De afgelopen jaren zijn er namelijk een aantal nieuwe fysio's ontdekt. En die blijken zich prima via het zaad te kunnen verspreiden. En dat zaad blijft ook nog eens heel lang kiemkrachtig. Al met al dus geen rooskleurig vooruitzicht...''
Herkennen telers het onkruid?
,,Ja, de meeste onderhand wel. De laatste jaren is er veel aandacht voor knolcyperus geweest bij lezingen en bijeenkomsten. Dat heeft boeren en ook loonwerkers alerter gemaakt. Wel zien we dat knolcyperus nog wel eens wordt verward met zeebies, een onkruid dat er behoorlijk veel op lijkt. Visueel verschil tussen beide onkruiden is dat knolcyperus vlekjes op de wortels vertoont. Zeebies heeft die vlekjes niet. Daarnaast kun je het verschil ook proeven. De knolletjes van knolcyperus hebben namelijk een typische nootsmaak. Zeebies heeft dat niet. Verder staat zeebies meestal op wat zwaardere gronden. Dus: hoe westelijker je komt, hoe vaker het om zeebies blijkt te gaan. Omdat zeebies geen quarantaine-onkruid is, gelden er geen teeltverboden of verplichte bestrijdingsmaatregelen, zoals bij knolcyperus. Zeebies heeft dus veel minder 'gevolgen' dan knolcyperus, al is de bestrijding van zeebies net zo moeilijk als die van knolcyperus.''
Knolcyperus wordt nog wel eens wordt verward met zeebies. Verschil tussen beide onkruiden is dat knolcyperus vlekjes op de wortels vertoont. Zeebies heeft die vlekjes niet.
Knolcyperus wordt vaak in maïspercelen gevonden. Hoe komt dat?
,,Ten eerste is maïs veruit het grootste gewas op de zandgronden. De kans dat je hier als eerste knolcyperus tegenkomt is alleen daarom al groot. Daarnaast is maïs een tamelijk open gewas, waardoor het onkruid de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. Ter vergelijking: grasland is het hele jaar dicht en wordt ook nog eens meerdere keren per jaar gemaaid. Daar krijgt knolcyperus veel minder kans om uit te groeien.''
Welke mogelijkheden zijn er om knolcyperus te bestrijden?
,,Bij een beperkt aantal planten is uitgraven nog steeds de beste optie, al is de kans groot dat je dit enkele seizoenen moet herhalen. Twee andere niet-chemische methoden zijn biologische ontsmetting en elektrocutie. Met de eerste – biologische ontsmetting – zijn weliswaar goede resultaten te behalen, maar de prijs per vierkante meter is dermate hoog dat dit vrijwel alleen voor zeer kleine oppervlaktes of hoog renderende teelten wordt toegepast. Bij elektrocutie varieert het bestrijdingspercentage grofweg tussen de 50 en 95 procent. Daarmee kun je dus een heel eind komen, maar helemaal weg krijg je knolcyperus er niet mee. Bovendien is ook deze methode met zo'n €800 tot €1000 per hectare bepaald niet goedkoop.
In de praktijk wordt daarom vooral gekozen voor chemische bestrijding, met als hoofddoel de knolcyperus zo veel mogelijk te onderdrukken. De meest effectieve methode is het meerdere keren per seizoen, pleksgewijs toepassen van Roundup in de hoogste mogelijke dosering. Dit vergt echter handwerk of aparte werkgangen met een kappenspuit door de gewassen. En dat zijn beide klussen waar telers niet direct op zitten te wachten... Veel makkelijker en bijna net zo effectief is een combinatie van de middelen Frontier® Optima en Monsoon Active als onkruidbestrijding in maïs. Daarbij moet Frontier Optima voorafgaand aan het zaaien enkele centimeters worden ingewerkt, waarna er nog volvelds- en een onderbladbespuiting met Monsoon Active uitgevoerd moet worden. De afgelopen vier jaar hebben we gezien dat je met deze drie toepassingen een zware besmetting met knolcyperus drastisch kunt terugbrengen en tegelijkertijd de maïsopbrengst weer kunt laten groeien. Een perceel waar de opbrengst door knolcyperus was teruggelopen naar amper 25 ton per hectare, kregen we zo in vier jaar weer terug op het oude niveau van 50 ton per hectare.''
Tot slot: wat moet er gebeuren om knolcyperus een halt toe te roepen?
,,Om het probleem écht goed aan te kunnen pakken is er meer openheid nodig, in ieder geval tussen boeren onderling. Nu is er nauwelijks zicht op verspreiding door machines of andere bronnen. En zolang we de aanwezigheid verzwijgen, gaat die verspreiding gewoon door. Boeren moeten knolcyperus dus niet alleen herkennen, maar ook érkennen.''
Frontier® Optima is een geregistreerd handelsmerk van BASF