,,Start op tijd met de onkruidbestrijding en houd de geadviseerde doseringen aan. Dat blijven toch de basisregels om de onkruiddruk in maïs onder controle te houden'', zegt Sander Uwland, Crop Advisor Maïs bij Bayer. Met een nieuw seizoen in aantocht vertelt hij over de ervaringen en de lessen van 2020. Ook licht hij het onkruidbestrijdingsadvies voor komend seizoen toe.
Sander Uwland is Crop Advisor en maïsspecialist bij Bayer.
Om te beginnen: hoe is de onkruidbestrijding in maïs het afgelopen seizoen verlopen?
,,Al met al toch wel wat moeizaam. Een belangrijke oorzaak was de nachtvorst van 13 op 14 mei. Veel loonbedrijven waren toen net zo'n beetje toe aan de onkruidbestrijding, maar die is toen uitgesteld om de maïs niet nog een tik te geven. In de droge periode die erachteraan kwam zijn de onkruiden behoorlijk afgehard, waardoor het gaandeweg steeds lastiger werd om de percelen goed schoon te krijgen. Bovendien kregen we in juni te maken met heel warm weer, waardoor de onkruiden ook nog eens een flinke groeispurt maakten. Op een deel van de percelen is de onkruidbestrijding daardoor eigenlijk te laat uitgevoerd.''
Bij gelijkzaai, waarbij het gras (meestal rietzwenk) gelijktijdig met de maïs gezaaid is, kwam het graszaad wel vlot boven, maar groeide het vaak weer over de maïs heen. Daar hebben loonwerkers vaak weer een aangepaste of zelfs extra bespuiting voor uit moeten voeren om het rietzwenk af te remmen. Al met al was 2019 dus vooral een jaar van tegenvallers en teleurstellingen, maar ook een leerschool voor komend seizoen.''
Welke gevolgen heeft die late onkruidbestrijding gehad?
,,Uiteindelijk is het allemaal nog redelijk op z'n pootjes terechtgekomen, al zien we wel dat met name gladvingergras toch weer kans heeft gezien om zich verder uit te breiden. De belangrijkste les voor komend seizoen is dus wederom: start op tijd met de onkruidbestrijding en houdt vooral de geadviseerde doseringen aan. Op die manier kunnen we de toenemende onkruiddruk – en dan vooral die van lastige grassen – het beste in toom houden.''
Dé kenmerken van gladvingergras zijn het vliezige tongetje en een aantal snorhaartjes op het blad; dat hebben andere lastige grassen als hanenpoot en naaldaar niet.
In hoeverre herkennen telers en loonwerkers gladvingergras?
,,Dat is en blijft toch lastig... Vaak wordt er een adviseur bijgehaald om de aanwezige grassen goed te determineren. Meestal staat er dan ook al heel wat gladvingergras, omdat er in voorgaande jaren niet met de juiste spuitmix is gespoten. Dat is jammer, maar anderzijds ook een eye-opener: voor gladvingergras zul je de spuitmix écht moeten aanpassen.
Dé kenmerken van gladvingergras zijn het vliezige tongetje en een aantal snorhaartjes op het blad; dat hebben andere lastige grassen als hanenpoot en naaldaar niet. Ik weet dat dit soort priegelwerk niet erg populair is bij boeren en loonwerkers, maar toch: het begint allemaal bij determineren.''
Hoe zit het met andere onkruiden? Zijn er meer soorten die zorgen baren?
,,Een grote zorg is de opmars van een aantal nieuwe gierstgrassen, zoals Zuid-Afrikaanse gierst, pluimgierst en draadgierst. Nog maar weinig telers en loonwerkers herkennen deze – veelal vanuit het Zuiden – oprukkende grassen. Hierdoor krijgen ze ongemerkt de kans om zich steeds verder te verspreiden. Gierstgrassen kunnen enorme hoeveelheden zaad produceren, variërend van 1000 tot meer dan 50.000 zaden per plant. Hierdoor kunnen ze zich explosief vermeerderen. Bovendien kunnen de zaden minimaal drie en sommige zelfs tot 30 jaar overleven in de grond. Wie ze dus eenmaal heeft, komt er niet zomaar meer vanaf.''
Wat kun je tegen deze nieuwe gierstgrassen doen?
,,Telers of loonwerkers die een grasonkruid niet meteen thuis kunnen brengen doen er goed aan om er een deskundige bij te betrekken, zodat er op tijd met een effectieve bestrijding kan worden begonnen. Verder hebben we bij Bayer een determinatieschema opgesteld waarin ook deze grassen zijn opgenomen (zie schema, red.).''
Nieuwe gierstgrassen, zoals draadgierst, zijn bezig aan een opmars.
Hoe pak je de onkruidbestrijding komend seizoen het beste aan?
,,Heel belangrijk is om goed in kaart te krijgen hoe het onkruidbestand van de maïspercelen eruit ziet. Staat er veel gladvingergras? Dan zul je de onkruidbestrijding vooral dáár op af moeten stemmen. En dat betekent dat onderzaai eigenlijk geen optie meer is. Een effectieve bestrijding van gladvingergras heeft namelijk teveel effect op het ondergezaaide gras; die twee gaan gewoon niet goed samen. Het is dus een kwestie van kiezen, waarbij ik een goede bestrijding van gladvingergras toch echt voorop zou zetten. Wat mij betreft geldt dit ook voor maïspercelen die in bredere zin sterk veronkruid zijn; een goede onkruidbestrijding gaat vóór onderzaai van gras.''
Op welke middelen(combinaties) zetten jullie komend seizoen in?
Op welke middelen(combinaties) zetten jullie komend seizoen in?
,,De afgelopen twee jaar hebben we gezien dat het middel Laudis prima past in elk teeltsysteem. Zonder onderzaai maakt het de percelen in de volle breedte schoon en heeft het geen wezenlijke invloed op de groei van de maïs. En mét onderzaai kregen we opnieuw de bevestiging dat Laudis mild is voor zowel rietzwenk als raaigrassen, waardoor deze zich voldoende kunnen ontwikkelen totdat de maïs sluit.
Ook hebben we dit jaar opnieuw gezien dat het middel Monsoon Active een mooie aanvulling kan zijn op Laudis, met name op lastige onkruiden als haagwinde, kamille en zwaluwtong. Daarnaast biedt dit middel ook nog weer wat extra grassenwerking. Om die reden zetten we komend seizoen vol in op de combinatie van 2,0 l/ha Laudis en 0,5 l/ha Monsoon Active*, aangevuld met Frontier® Optima voor wat extra bodemwerking. Hiermee kan elke loonwerker uit de voeten, met de zekerheid dat het maïsperceel ook écht goed schoon is.''