Het is begin maart en na weken van regen eindelijk weer eens een paar dagen droog. ,,Het liefst zouden we nu volop mest willen rijden, maar het is nog steeds te nat op het land. We moeten ons daarom nog maar even bezighouden met onderhoud van machines en wat andere klussen. Hopelijk kunnen we over een paar dagen wel los.’’

Pieter Bruinsma staat duidelijk te popelen om het land op te kunnen. En niet zonder reden: hij weet nog heel goed hoe moeizaam het afgelopen jaar is verlopen. ,,Het hele voorjaar was hier verschrikkelijk nat, waardoor alle zaai- en verzorgingswerk enorm naar achteren is verschoven. Het laatste perceel maïs hebben we zelfs pas op 15 juni kunnen zaaien en vervolgens pas in juli tegen onkruiden kunnen spuiten. Dat hadden we hier nog niet eerder meegemaakt’’, zo vertelt hij in de bedrijfskantine. Ook de opbrengsten vielen met gemiddeld 25 tot 30 ton per hectare behoorlijk tegen. ,,Normaal halen we hier altijd wel 40 ton; nu hadden we er zelfs percelen bij die de 10 ton nog niet haalden’’, zo blikt Bruinsma terug.

Jaarlijks zaait en hakselt het loonbedrijf zo’n 300 tot 350 hectare maïs en komt daar nog zo’n 450 hectare aan spuitwerk bij. De laatste jaren neemt de maïsteelt in het gebied heel langzaam wat af en wordt er weer wat meer gras geteeld, zo constateert Bruinsma. ,,Door de onzekerheden rondom derogatie, de steeds strengere mestregels en ook de matige oogst van afgelopen jaar kiezen veehouders weer wat meer voor gras.’’ Die tendens ziet ook Willem Robert Politiek van toeleverancier Ten Brinke – die ook bij het gesprek aanwezig is. Volgens hem komt de focus weer wat meer op eiwitproductie te liggen. ,,Afgelopen jaar zat er maar weinig eiwit in het gras. Veel veehouders willen daar toch weer een inhaalslag maken’’, zo verwacht de teeltmanager.

Behalve een paar hectares minder, verwacht Bruinsma geen grote wijzingen in de maïsteelt.  Onderzaaien van vanggewassen is in zijn werkgebied (met voornamelijk kleigrond) nauwelijks aan de orde. Voor de enkele teler op zand die dit wel wil, leent Bruinsma de machines van een collega-loonwerker.

Voor wat betreft de onkruidbestrijding in maïs houdt Bruinsma het ’t liefst ‘duidelijk en eenvoudig’ waardoor de kans op fouten zo klein mogelijk is. Ook hecht hij veel waarde aan een inspectieronde langs de percelen voordat er gespoten wordt. ,,Hoewel we de percelen van onze klanten ondertussen aardig goed kennen – en in grote lijnen ook wel weten welke onkruiden er voorkomen, willen we toch altijd de actuele situatie opnemen. Zodra we met spuiten beginnen willen we dóór kunnen gaan en niet alsnog voor verrassingen komen te staan’’, zo stelt hij. Hoewel melde, perzikkruid en hanenpoot veruit de belangrijkste onkruiden zijn, worden er soms ook wat ‘nieuwe’ grassen gesignaleerd, zoals afgelopen jaar groene naaldaar. Volgens Bruinsma komt dit meestal pas aan het licht wanneer het perceel niet helemaal schoon is na de onkruidbestrijding. ,,Wat dat betreft is het goed dat er ook geregeld adviseurs op het land komen. Zij kijken toch wat preciezer naar onkruiden dan dat wij – of de veehouders – doen.’’ Ook Politiek ziet dat sommige onkruiden zeer hardnekkig standhouden – zoals haagwinde - en dat ze soms ongemerkt weer wat terrein winnen, waaronder hanenpoot. ,,Dat geeft aan dat er soms toch wat gaten vallen in de onkruidbestrijding, waardoor een goed te bestrijden onkruid als hanenpoot zich toch verder kan uitbreiden.’’

Bij de onkruidbestrijding gaan Bruinsma en Politiek voor een complete mix die breed inzetbaar is op alle maïspercelen. Komend seizoen is dat Monsoon Active (0,75 -1,0 l/ha), Frontier® Optima (0,75 – 1, 0 l/ha) en Calaris® (0,5 l/ha) + Laudis (1,5 l/ha). ,,Daarin is Monsoon Active het basismiddel met een zeer brede werking op vrijwel alle voorkomende onkruiden. Frontier Optima zorgt vervolgens voor wat aanvullende bodemwerking en Calaris en Laudis geven de mix nog wat extra startwerking en bovendien nog wat meer breedte. Al met al heb je zo een zeer brede, sterke en vooral ook betrouwbare mix’’, zo stelt Politiek.

Bruinsma verwacht dat hij op zeker 90 procent van de percelen uit de voeten kan met deze mix en dat er hooguit wat ‘gespeeld’ wordt met de dosering. Alleen op percelen waar haagwinde een groot probleem is zal een correctiebespuiting nodig zijn om dit onkruid te beheersen.

Over het optimale starttijdstip voor de onkruidbestrijding zijn beide mannen het eens: dat moet vroeg zijn – liefst zo rond het 3-bladstadium van de maïs. ,,De onkruiden zijn dan nog in het kiemstadium en daardoor zeer gevoelig voor herbiciden. Doorgaans haal je dan het beste resultaat. Ook heeft de maïs in dat stadium nog nauwelijks te lijden van de onkruidbestrijding en er is dan ook nog geen parapluwerking waardoor je alle onkruiden ook goed raakt’’, zo somt Politiek de voordelen op. Bruinsma beaamt deze plussen volmondig, maar benadrukt graag nog even dat het weer uiteindelijk allesbepalend is. ,,Afgelopen jaar waren we ook graag veel eerder begonnen met spuiten. Maar uiteindelijk waren we blij dat het überhaupt allemaal gelukt is’’, zo besluit hij.

Calaris® is een geregistreerd handelsmerk van Syngenta

Frontier® Optima is een geregistreerd handelsmerk van BASF