Groene middelen doen langzaam maar zeker hun intrede in de buitenteelten. Steeds meer telers gaan ermee aan de slag, al is dat vaak met de nodige behoedzaamheid. Om te horen hoe de praktijk over groene middelen denkt en ermee werkt, ging Vollegrondsgroenten Koerier samen met Jolanda Wijsmuller, specialist biologische gewasbeschermingsmiddelen op bezoek bij Gerard Kouwenberg in Beek en Donk (N-Br.). Hij heeft de afgelopen jaren al enige ervaring opgedaan met groene middelen en wil graag meedenken en meepraten over nieuwe ontwikkelingen in gewasbescherming. ,,We moeten ons voorbereiden op een toekomst met veel minder chemie. Wie als bedrijf toekomstbestendig wil zijn, moet nu met groene middelen aan de slag'', vindt hij.
Gerard Kouwenberg en Jolanda Wijsmuller
,,Groene middelen is gewoon heel hard werken. Voor ons als fabrikant, voor de distributeurs en adviseurs en zéker ook voor de telers. Groene middelen zijn complexer en uitdagender dan chemische middelen. En er is meer kennis nodig om ze op een goede manier toe te passen. En – eerlijk is eerlijk – doorgaans zijn ze ook minder effectief dan chemische alternatieven.'' Jolanda Wijsmuller vat in een paar zinnen de huidige status van groene middelen samen. Als specialist biologische gewasbeschermingsmiddelen is zij een belangrijke vraagbaak voor adviseurs en probeert ze producten als Serenade (fungicide) en FLiPPER (insecticide) zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen. ,,En nee, dat gaat allemaal niet vanzelf'', zegt ze eerlijk. ,,Er wordt veel gepraat en geschreven over de transitie naar een groenere gewasbescherming. Maar feitelijk staan we nog steeds aan het begin.''
Een belangrijke remmende factor is dat groene middelen vaak vergeleken worden met chemische alternatieven. En dan leggen groene middelen het meestal af op prijs en prestatie, zo erkent Wijsmuller. ,,Zolang chemische bestrijding mogelijk is, kiezen de meeste telers daarvoor. En hoewel ik dat heel goed begrijp, zit dat het gebruik van groene middelen wél in de weg.'' Toch verwacht zij dat groene middelen de komende jaren een vlucht gaan nemen, al is het maar omdat heel veel chemische alternatieven zullen wegvallen. ,,Nu is het vaak nog een keuze om een groen middel toe te passen, over een aantal jaren is het mogelijk de enige optie. Daarom is het nú de tijd om je erin te verdiepen, de mogelijkheden te onderzoeken en er gewoon mee aan de slag te gaan.''
Gerard Kouwenberg knikt ondertussen instemmend. Ook hij ziet nog veel terughoudendheid om zich heen als het over groene middelen gaat. Niet alleen van collega-telers, maar ook van adviseurs. ,,Vooral telers die teleurstellende ervaringen met groene middelen hebben gehad zijn kopschuw geworden. Dat is jammer, want linksom of rechtsom moeten we ons voorbereiden op een toekomst met veel minder chemie. In mijn ogen moeten we gewoon dóór met groene middelen, al gaat dat met vallen en opstaan.''
Kouwenberg, die samen met zijn vrouw Rita en zonen Remco en Mark een tuinbouwbedrijf met andijvie, bosui en bleekselderij runt, is graag bezig met nieuwe ontwikkelingen en technieken op het gebied van gewasbescherming. In de bedrijfskantine vertelt hij met grote gedrevenheid over projecten en pilots waaraan hij de afgelopen jaren heeft deelgenomen. ,,Ik wil graag meedenken en meepraten. Niet alleen om technisch op de hoogte te blijven, maar ook om tijdig in te kunnen spelen op allerlei nieuwe eisen en verplichtingen die voortdurend op ons afkomen. Wil je als bedrijf toekomstbestendig zijn, dan moet je meebewegen.''
Gerard Kouwenberg: ,,We moeten gewoon dóór met groene middelen, al gaat dat met vallen en opstaan.''
Licence to produce
Wijsmuller vertelt dat vooral de buitenteelten waar residu een belangrijke rol speelt, zoals aardbeien en kleinfruit, voortrekkers zijn in het gebruik van groene middelen. ,,In deze sectoren wordt veruit het meeste gediscussieerd over vergroening van gewasbescherming. Op zich niet vreemd, want daar is de noodzaak ook het grootste. Residu-eisen worden – al dan niet bovenwettelijk – steeds verder aangescherpt. Groene middelen zijn dan ook eerder een optie om in te zetten.'' Verder speelt volgens haar ook de geldelijke waarde van de teelt een belangrijke rol. ,,Bij hoog salderende gewassen is prijs van gewasbeschermingsmiddelen veel minder vaak een issue dan bij lager salderende gewassen, zoals graan of maïs. Daar zie ik voorlopig geen rol weggelegd voor groene middelen. Daarvoor zijn ze gewoon nog te duur.''
In vollegrondsgroenten zijn er volgens haar zeker mogelijkheden voor groene middelen, al loopt het hier bepaald nog niet storm. Volgens Kouwenberg heeft dit alles te maken met het eerder genoemde gemak van chemische middelen alsook de kostprijs van het product. ,,Groene middelen missen nou eenmaal de robuustheid van chemische middelen en vaak zijn ze ook nog eens duurder. Je moet dus een extra motivatie hebben om met groene middelen te gaan werken. Voor mij zijn dat vooral de 'licence to produce' en de wil om steeds duurzamer te produceren. Persoonlijk haal ik daar energie uit en ik denk ook dat het de naam van ons familiebedrijf versterkt. Dat heeft niet direct met geld te maken, maar meer met goodwill en waardering.'' Ook heeft de Brabander een persoonlijke drive om de teeltsystemen voor andijvie, bosui en bleekselderij minder afhankelijk te maken van chemie. Zo investeerde hij negen jaar geleden al in een camera-gestuurde schoffelmachine, waarmee ook tussen de rijen geschoffeld kan worden. Het gebruik van herbiciden kon daardoor fors terug worden geschroefd.
Jolanda Wijsmuller: ,,Groene middelen zijn complexer en uitdagender dan chemische middelen.''
Geen wondermiddelen
Ook het experimenteren met groene middelen ziet Kouwenberg als een uitdaging, al moet dit wel nuttig, doelmatig en goed inpasbaar zijn in zijn teelten. Als voorbeeld haalt hij het biologische insecticide FLiPPER aan dat sinds 2018 regelmatig wordt ingezet in andijvie. ,,Meestal gebruiken we het middel in de eerste vier tot vijf weken na het planten. Als we in die periode luizen vinden, gaat er wekelijks FLiPPER op. Daarmee kunnen we – in normale jaren – de luisdruk redelijk goed onder controle houden. In de weken voor de oogst sluiten we het dan af met een of twee bespuitingen met Batavia.'' Kouwenberg benadrukt overigens dat dit het 'ideale plaatje' is en dat dit seizoen extra inzet van chemie (Pirimor®) absoluut nodig is. ,,Wat dat betreft is het eeuwig zonde dat twee jaar geleden de zaadcoating overboord is gegooid. Hiermee was zeker 95 procent van de hele gewasbescherming in andijvie gedekt. In het seizoen spoten we hooguit nog een keer tegen een luisje of rupsje; makkelijker, efficiënter en milieuvriendelijker kon het eigenlijk niet.''
Hoewel FLiPPER een mooie bijdrage kan leveren aan de bestrijding van luis, is het zeker geen middel waarmee je alle problemen met luizen oplost, zo waarschuwt Kouwenberg. ,,Dat is misschien wel de belangrijkste boodschap die je in je oren moet knopen: van groene middelen mag je geen wonderen verwachten. Ze kunnen – in combinatie met chemie – ziekten en plagen onder controle houden, mits je ze toepast als de druk nog niet te hoog is. Verder is het erg belangrijk dat je de insecten goed raakt en dat bij bestrijding van schimmels het gewas goed wordt bedekt. Met die opdracht in je achterhoofd voorkom je dat het gebruik van een groen middel op een teleurstelling uitdraait.''
,,Andijvie komt pas laat goed in de groei, waardoor we in de eerste weken na planten al op hele kleine plantjes tegen luis moeten spuiten'', vertelt Gerard Kouwenberg. ,,In die beginfase past een groen middel als FLiPPER prima. We houden zo de luis onder controle en voorkomen daarmee ook dat we een chemisch middel in moeten zetten op de grotendeels nog kale grond. Pas in de laatste twee weken voor de oogst zetten we een selectief chemisch middel in, meestal Batavia.''
Ontdekkingstocht
Ook benadrukt de groenteteler dat de spuitomstandigheden en de spuittechniek bij groene middelen nog belangrijker zijn dan bij chemische middelen. ,,Je moet letterlijk en figuurlijk nog meer aan de knoppen draaien om het maximale effect uit het middel te halen. Dat vergt niet alleen extra kennis, maar ook gewoon ervaring. Daarom is het zo belangrijk om er nu mee aan de slag te gaan'', zo herhaalt hij nog maar eens. Wijsmuller ondersteunt deze woorden van harte en benadrukt dat er bij alle partijen – van fabrikant tot eindgebruiker – nog veel te leren valt. ,,De toepassing van groene middelen blijft voorlopig een ontdekkingstocht, waarin we elk seizoen weer nieuwe inzichten krijgen en meer ervaring opdoen. Beide zijn nu keihard nodig om groene middelen tot een succes te maken.''