,,Kijk, de koppen zijn wat lichter van kleur dan de rest van de plant. Dat is een teken dat de groei er flink in zit. Over een week of twee kunnen we hier denk ik wel oogsten’’, zegt teeltmanager Piet Kasper (links) van kruidendrogerij VNK Herbs uit Biddinghuizen. Samen met collega Piet de Jong (midden) controleert hij eind juni een perceel peterselie van akkerbouwer Walter Remijn (rechts) in Lelystad.

Kasper kwalificeert het perceel als een ‘90 procent-blok’, oftewel: op zeker 90 procent van het perceel staat de peterselie er goed bij. Hij verwacht dat na de eerste oogst, waarschijnlijk in de eerste of tweede week van juli, het perceel alleen maar beter wordt, waardoor de tweede oogst – zo rond begin augustus - wel eens richting de 100 procent kan gaan. 

Remijn – die voor het tweede jaar peterselie verbouwt – is content met het gewas. ,,Het is een leuke teelt om erbij te hebben en qua saldo vergelijkbaar met dat van tarwe. Daarnaast laat het een hele mooie grond achter. Als voorvrucht van aardappelen of uien past peterselie daarom prima’’, zo vindt hij. 

Dé uitdaging binnen de teelt is de onkruidbestrijding. ,,Daarvoor hebben we nu een viertal middelen voorhanden, maar dat neemt niet weg dat vaak toch wat handwerk aan te pas komt’’, vertelt Kasper. Vooral nachtschade en kruiskruid zijn ‘lastige klanten’, ,,Daarop doen de huidige middelen helaas te weinig.’’

Hoewel peterselie op zich geen moeilijke teelt is, zijn de onkruid- en schimmelbestrijding toch elk jaar weer een uitdaging. ,,Zoals bij zoveel kleine gewassen is het aantal toegelaten middelen in peterselie vrij beperkt. En de laatste jaren zijn er ook nog eens een aantal goede – vaak breedwerkende – middelen afgevallen. Samen met de CEMP (Coördinator Effectief Maatregelen en Middelen Pakket, red.) proberen we de grootste knelpunten voor het voetlicht te brengen en geschikte middelen in ons pakket erbij te krijgen. Maar dat is een behoorlijk traag en moeizaam proces’’, vertelt Piet Kasper. Hier komt nog bij dat buitenlandse afnemers vaak zeer strikte residu-eisen stellen voor gewasbeschermingsmiddelen. ,,Voor een aantal middelen geldt dat als we ze volgens etiket zouden inzetten, we vast gaan lopen in de MRL. Daardoor vallen deze middelen voor praktisch gebruik af. Vooral de Verenigde Staten stellen zware eisen op MRL-gebied. En laten dat nou juist onze belangrijkste afzetmarkt zijn’’, zo geeft de teeltmanager het dilemma weer.

Het scheiden van partijen per marktsegment is volgens hem zowel praktisch als logistiek niet haalbaar. ,,We moeten daarom heel erg schipperen met de middelen die we hebben en soms ook middelen inzetten die minder effectief zijn.’’ Als voorbeeld haalt collega De Jong de bestrijding van meeldauw aan. ,,Daarvoor hadden we een prima middel (Fubol Gold, red.), maar daarvan is de toelating helaas vervallen. We hebben gelukkig nog een drietal alternatieven over, maar die zijn toch weer een tikkeltje minder effectief. Dat alles maakt de meeldauwbestrijding toch weer minder zeker.’’ Ook de bestrijding van bladvlekkenziekte is er niet gemakkelijker op geworden. ,,Daarvoor zijn er twee goede middelen voorhanden, maar die kunnen niet of maar beperkt gebruikt worden vanwege MRL-overschrijding of volledige nultoleranties in de VS.’’

Voor wat betreft de onkruidbestrijding zijn er op dit moment nog vier middelen voorhanden: Stomp®, Centium®, Obelix® en – sinds kort – Challenge. De Jong geeft aan dat alle vier middelen helaas tekort komen op de twee belangrijkste onkruiden: zwarte nachtschade en klein kruiskruid. ,,Vooral kruiskruid is een hele lastige voor ons. Als deze mee gaat in de droger, dan pluist het onkruid alleen maar verder uit en maak je de vervuiling feitelijk nog erger dan die al is.’’ Niettemin zijn beide teeltmanagers verguld met de toelating van Challenge in peterselie. ,,Van alle vier beschikbare herbiciden is Challenge nu de meest breedwerkende. Bovendien heeft het een sterke werking op melde en dat is ook een lastig onkruid in de teelt. Challenge zal daarom een prominente plaats krijgen in de teelt’’, zo verwacht De Jong. 

Om niet volledig afhankelijk te zijn van chemie, is sinds vorig jaar ook de weg naar mechanische onkruidbestrijding ingezet. Zo wordt een deel van de peterselie nu op 20 centimeter in plaats van 12,5 centimeter gezaaid, waardoor er met een aangepaste schoffelmachine tussen de rijen kan worden geschoffeld. Volgens beide teeltmanagers zijn de resultaten goed, al moet daarbij wel gezegd worden dat de inzet afhankelijk is van de weersomstandigheden. De Jong: ,,Als het na het zaaien bijvoorbeeld drie weken lang kurkdroog blijft, dan kun je met een schoffel niet meer door het gewas heen zonder schade te maken. Maar in die periode moet je wél wat doen om de onkruiden de baas te blijven. Herbiciden blijven dus sowieso nodig om de gewassen schoon van het land te krijgen.’’