Stef Buiks (rechts) heeft samen met zijn vrouw Monique een aardbeienbedrijf in Rijsbergen (N-Br.). Hij teelt in de vollegrond, onder wandelkappen, in tunnels, op stellingen en in de kas (teelt en opkweek); samen ca. 45 hectare. Boomkwekerij is de tweede tak van het bedrijf (ca. 6 ha). Buiks heeft 10 vaste medewerkers in dienst en 60 tot 65 seizoenmedewerkers. Harrie Pijnenburg (links) is adviseur aardbeien bij Delphy.
Met teelt in de vollegrond, onder wandelkappen, in tunnels, op stellingen en in de kas heeft de maatschap Buiks letterlijk alle teeltmethoden voor aardbeien in huis. ,,Deels is dat zo gegroeid, maar het is ondertussen ook wel een beetje ons handelsmerk geworden’’, zegt Stef Buiks in de kantine van het bedrijf. ,,Door alle teeltmethoden te benutten kunnen we niet alleen lang aan de markt blijven, maar kunnen we onze mensen ook jaarrond werk bieden. Alleen van november tot februari is het even wat rustiger in de aardbeien, maar dat vullen we mooi op met onze tweede tak: de boomteelt. Daar ligt het zwaartepunt qua arbeid juist in de wintermaanden.’’
Bij het gesprek van vandaag is ook Harrie Pijnenburg van Delphy aanwezig. Hij is al vele jaren de vaste adviseur van Buiks en is er zogezegd kind aan huis. ,,Harrie kent ons bedrijf door en door en weet hoe we werken. Bovendien is het onderlinge vertrouwen groot; dat helpt om samen het beste uit de teelt te halen’’, aldus Buiks.
Wanneer de actualiteiten van de afgelopen maanden aan de orde komen, noemen beide mannen als eerste het extreem natte weer. Met name in de vollegrondsteelt heeft dit tot flinke schade geleid. ,,De planten hebben vrijwel doorlopend met hun voeten in het water gestaan. Daardoor groeien ze niet alleen slecht, maar hebben ze ook veel last van roodwortelrot (Phytophthora fragariae). Ik denk dat zeker een kwart van de planten is weggevallen; die gaten zijn we nu aan het opvullen met nieuwe planten. Ik kan me niet herinneren dat het ooit zo erg is geweest met roodwortelrot als dit jaar’’, zegt Buiks.
Volgens Pijnenburg heeft ook de zeer natte herfst daaraan bijgedragen. ,,Plantmateriaal is daardoor bepaald niet onder optimale omstandigheden opgegroeid; ook dat zien we dit voorjaar duidelijk terug in de teelt.’’
Ook de kasteelt en de teelt onder wandeltunnels is volgens Buiks dit jaar geen topper. ,,Er had absoluut meer in gezeten als we meer licht hadden gehad. In het najaar zagen de groeipunten er nog prima uit, maar door het grijze weer is de groeikracht flink afgenomen. Ik denk dat we daardoor toch gauw zo’n 5 tot 10 procent minder productie hebben gehad dan gemiddeld.’’
Harrie Pijnenburg van Delphy controleert half juni een perceel aardbeien op trips en spint bij het bedrijf Buiks in Rijsbergen (N-Br.). Door de relatief lage voorjaarstemperaturen is de druk van beide plagen nog relatief laag. ,,Toch blijft regelmatige controle noodzakelijk; besmettingen kunnen immers ook uit plantmateriaal komen’’, zo vraagt ook meeldauw (weer) alle aandacht. ,,Met dit kletsnatte voorjaar is de meeldauw hét grote de ziekte onder controle te houden.’’
Om de productie en kwaliteit te verbeteren - en tegelijkertijd de teelt weerbaarder te maken tegen ziekten en plagen - wordt er vrijwel jaarlijks een nieuw ras aangeplant. ,,Op dit moment werken we met zo’n zeven verschillende rassen. Elsanta is hier met een aandeel van bijna 40 procent nog steeds de grootste, maar robuustere, minder ziektegevoelige rassen als Allegro, Opera en Favori nemen wel steeds iets meer het stokje over’’, aldus Buiks.
Hoewel de huidige trend richting doordragers gaat, houdt de Brabander graag voldoende juni-dragers in z’n pakket. ,,Met juni-dragers kunnen we de productie beter plannen; dat past gewoon beter bij ons bedrijf’’, zo stelt hij. Ook benadrukt de teler dat de rassenkeuze voorlopig een zoektocht blijft. ,,Alle rassen hebben hun voor- en nadelen op eigenschappen als productie, smaak, vruchtgrootte, stevigheid en gevoeligheid voor ziekten en plagen. Een ras dat op alle onderdelen stabiel goed scoort zit er wat mij betreft nog niet bij.’’ Deze problematiek speelt volgens de adviseur ook bij de opkweek van aardbeienplanten. Daar ziet hij vooral wortelziek (of zwartwortelrot) opkomen. ,,Het lastige van wortelziek is dat je het vrijwel nooit aan één bepaalde schimmel toe kunt dichten. Bijna altijd gaat het om meerdere schimmels die ook nog eens moeilijk te definiëren zijn. Dat maakt een gerichte bestrijding lastig.’’
Hoewel het (chemische) middelenpakket tegen schimmelziekten in aardbeien op dit moment nog voldoende groot is, waarschuwt Pijnenburg voor een flinke ‘uittocht’ van middelen in de komende jaren. ,,We zullen daarom nog meer in moeten zetten op alternatieven voor chemie. Dat betekent onder meer dat we nog meer aandacht moeten besteden aan optimale, stabiele groeiomstandigheden en ook dat we planten weerbaarder moeten maken tegen ziekten en plagen.’’
Wat dit laatste betreft ziet de adviseur een belangrijke rol weggelegd voor Serenade. ,,Dit biologische middel heeft niet alleen een goede werking tegen meeldauw en Botrytis, maar houdt ook heel
veel andere schadelijke schimmels onder de duim. Planten worden daardoor minder gestoord in hun groei, waardoor het gewas als het ware een extra boost krijgt.’’ Nog een belangrijk voordeel van Serenade is dat geen residu achterlaat op het product. ,,Vooral in de periode voor de pluk is dat voor veel bedrijven een zeer welkome eigenschap.’’
Op het bedrijf van Buiks is Serenade al vele jaren ‘ingeburgerd’ als brede bladtoepassing in de productieteelt. Al met al gaat het om zo’n 220 toepassingen per jaar, wat neer komt op vijf à zes gewasbehandelingen per teelt, zo rekent Pijnenburg voor. ,,Dat geeft wel aan hoeveel waarde we aan het middel hechten; Serenade voegt wat ons betreft écht iets toe aan de ziektebestrijding.’’
Hoewel bij Buiks veruit de meeste liters opgaan aan de bladtoepassingen in de productieteelt, wordt Serenade sinds twee jaar ook als bodemtoepassing tijdens de opkweekfase ingezet. Dat gebeurt in combinatie met chemie (Paraat®, Previcur Energy en Proplant®) en dan met name in de schimmelgevoelige rassen. Hiervoor wordt Serenade kort na het planten toegevoegd door middel van aangieten. ,,Het idee hierachter is dat de bacterie in Serenade direct mee kan groeien met wortelpuntjes van de planten. Hoe vroeger je het middel meegeeft, hoe meer effect je mag verwachten’’,
zo stelt Pijnenburg.
Hoewel praktijkervaringen met de bodemtoepassing nog vrij gering zijn, is Pijnenburg overtuigd van de werking. ,,In de Verenigde Staten werden 15 jaar geleden al bodemtoepassingen uitgevoerd met Serenade en daar kwamen toen hele mooie resultaten uit naar voren. Dat een bodemtoepassing echt goed werkt staat voor mij dus al veel langer vast. Ik heb er zelfs zieke planten door zien herstellen;
met Serenade kregen ze blijkbaar zo’n boost dat ze er weer
doorheen groeiden.’’
Als tip geeft de adviseur nog mee dat er na aangieten of druppelen met Serenade niet te snel doorgedraind moeten worden. ,,Geef het middel even de tijd om zich goed door de pot te verspreiden. En ook belangrijk: geeft het meteen na het planten, zodat de bacterie maximaal mee kan groeien met de wortels.’’
Paraat® is een geregistreerd handelsmerk van BASF
Proplant® is een geregistreerd handelsmerk van UPL