,,Zet middelen op tijd in, gebruik altijd de volle dosering en wissel de beschikbare triazolen maximaal af'.'' Dat blijven volgens bietenspecialist Sjors Leermakers van Bayer de belangrijkste 'leefregels' voor 2025 om bladziekten in bieten te bestrijden. Het nieuwe fungicide Propulse vervult daarbij een prominente rol, maar er is méér nodig om met name Cercospora onder de duim te houden. ,,Cercospora wordt alsmaar agressiever en resistentievorming ligt steeds nadrukkelijker op de loer. We zullen daarom breder moeten kijken dan alleen naar chemische bestrijding. Ook preventieve maatregelen en het weerbaarder maken van gewassen tegen bladziekten moet de volle aandacht krijgen.''
Sjors Leermakers: ,,Propulse is zeker een belangrijke aanwinst in de bietenteelt, maar het is niet zo dat we de problemen daarmee oplossen.’’
.
Om te beginnen: hoe is de gewasbescherming in bieten het afgelopen jaar verlopen?
,,De onkruidbestrijding is op de meeste percelen goed gelukt. Door de vochtige omstandigheden hebben de bodemherbiciden hun werk goed kunnen doen. Daarnaast waren de onkruiden ook nog eens vrij mals, waardoor de werking van na-opkomst middelen ook goed is geweest.
Voor wat betreft de bladziekten is het een heel ander verhaal. Eind juni hadden we al een eerste infectiemoment van Cercospora – zó vroeg, dat we het toen nauwelijks in de gaten hadden. Half juli volgde er nog een korte infectieperiode, waarna we tussen 22 juli en 10 september een doorlopend hoge druk van Cercospora hebben gehad. In die zes tot zeven weken – met telkens temperaturen van rond de 25 graden en veel vocht – heeft de schimmel zich over heel Nederland kunnen verspreiden.’’
Zijn telers verrast door de hoge ziektedruk?
,,In gebieden waar Cercospora vrijwel altijd vroeg de kop opsteekt – zoals op de Zuidoostelijke zandgronden – weten bietentelers dat ze vroeg moeten ingrijpen. Dat is op de meeste percelen ook gebeurd. Maar in het westen van Nederland, waar de ziekte zich meestal pas veel later manifesteert, zijn sommige telers toch wel verrast door de vroege en heftige ziektedruk. Daar komt bij dat infectieperiode voor een deel gelijk viel met de graanoogst, waardoor niet alle telers op tijd hebben gespoten tegen Cercospora. Her en der heeft dat toch wel voor wat tegenvallers gezorgd.’’
We hebben het nu over Cercospora. Hoe zit het met andere schimmelziekten als Stemphylium, roest en meeldauw?
,,Stemphylium hebben we sinds 2017 maar weinig meer gezien. En ook meeldauw en roest hebben de afgelopen jaren geen grote rol gespeeld. Voor wat betreft de bestrijding van bladziekten moet de focus daarom op Cercospora zijn gericht. 99 procent van de potentiële opbrengstschade komt daar vandaan.
Van de Cercospora-schimmel bestaan overigens meerdere soorten. Veruit de belangrijkste is Cercospora beticola. Deze schimmel veroorzaakt de bekende ronde, grijze vlekjes met een roodpaarse rand eromheen. Een variant hierop is Cercospora apii. Deze heeft knolselderij als belangrijke waardplant. Cercospora apii lijkt heel veel op Cercospora beticola, maar heeft in het begin wat kleinere vlekjes. De bestrijding van beide soorten is trouwens hetzelfde en ook de beschikbare middelen werken tegen beide soorten.’’
Welke mogelijkheden hebben telers om bladziekten preventief aan te pakken?
,,Gewasresten op tijd inwerken, een gewasrotatie van minimaal 1-op-4 aanhouden en bietenhopen niet op toekomstig bietenland neerleggen, zijn bewezen maatregelen om de ziektedruk binnen de perken te houden. Verder is het belangrijk om bij de rassenkeuze al rekening te houden bladziekten. In gebieden waar de ziektedruk traditioneel hoog is, is het raadzaam om een ras met een hoog cijfer voor bladgezondheid te kiezen. Wat mij betreft is dat minimaal een 8, maar liever nog een 9.
Verder moeten we de bietenteelt als geheel weerbaarder maken tegen bladziekten. Zelf zijn we nu aan het onderzoeken in hoeverre toepassing van ons biologische middel Serenade – bijvoorbeeld tijdens de onkruidbestrijding of enkele weken voor de eerste bladziekte bestrijding – iets daaraan bij kan dragen. Door Serenade rond de wortelzone van de bieten te brengen, blijft het gewas langer vitaal, zo hebben we inmiddels gezien. De afgelopen twee jaar heeft dit op proefvelden een gemiddelde meeropbrengst van €130 per hectare opgeleverd. Komend seizoen gaan we hier dus zeker mee door.’’
Cercospora: ronde grijze vlekjes (1 – 3 mm) met een donkere roodpaarse rand, onregelmatig over het blad verspreid. In de vlekjes zijn zwarte puntjes te zien (alleen met loep). Eerst worden de buitenste bladeren aangetast, later de binnenste bladeren.
.
Dan de bestrijding van bladziekten. Wat is daarvoor de beste strategie?
,,Voor het bepalen van het optimale spuitmoment is het Bieten Advies Systeem (BAS) een belangrijke tool. De BAS-paaltjes meten het klimaat in het gewas en berekenen wanneer er infectiemomenten zijn. De afgelopen jaren zijn die berekeningen zeer betrouwbaar gebleken en geven ze een goede indicatie wanneer de eerste bespuiting erop moet liggen. Vooral de eerste bespuiting is erg belangrijk en bepaalt grotendeels of ziekte beheersbaar blijft.
Voor wat betreft de middelenkeuze is de belangrijkste boodschap: wissel middelen af. Daarbij is Propulse - met de werkzame stoffen prothioconazool en fluopyram - een zeer belangrijke pion in het geheel. Propulse is niet alleen het sterkste middel tegen bladziekten, maar bevat met prothioconazool ook een triazool die nog nooit in bietenteelt is gebruikt. Daardoor speelt mogelijke resistentievorm nog geen rol bij dit middel. Ons advies is dan ook om met 1,2 l/ha Propulse te starten, daarna af te wisselen met een ander triazool en als derde bespuiting opnieuw 1,2 l/ha Propulse toe te passen.’’
‘Cercospora wordt steeds agressiever. We zullen daarom breder moeten kijken dan alleen naar chemische bestrijding.'
Zijn bladziekten met de toelating van Propulse beter onder controle te houden?
,,Zeker, Propulse is een belangrijke aanwinst in de bietenteelt, maar het is niet zo dat we dat de problemen daarmee oplossen. Cercospora is de afgelopen jaren steeds agressiever geworden en er zijn geen tekenen dat dit de komende jaren gaat veranderen. In een land als Oostenrijk weten ze daar inmiddels alles van: daar is de druk van Cercospora al jaren torenhoog en hebben telers vrijwel geen middelen meer om de ziekte de kop in te drukken. De verwachting is dan ook dat de bietenteelt hier binnen enkele jaren helemaal verdwenen zal zijn.
We zullen daarom heel zuinig moeten zijn op de middelen die we hebben en álle mogelijke maatregelen en gereedschappen moeten benutten om (vroege) infecties te voorkomen en gewassen weerbaarder te maken tegen bladziekten.’’