Het etiket van het uienfungicide Fandango is drastisch aangepast. Konden er vorig jaar nog vier toepassingen per teeltcyclus worden uitgevoerd, dit jaar (2025) zijn dat er maximaal twee.
Volgens uienspecialist Stefan van Heist wordt de beheersing van valse meeldauw daardoor nog moeilijker en onzekerder dan deze feitelijk al was. ,,Belangrijkste is om alle nog beschikbare middelen zo gericht mogelijk en volgens de geldende FRAC-richtlijnen in te zetten. Op die manier blijven de middelen effectief en hebben we ook de tools in handen om de middelen zoveel mogelijk binnenboord houden. Verder moeten we alle teelttechnische mogelijkheden aangrijpen om de ziektedruk zo laag mogelijk te houden.’’
Valse meeldauw in uien
,,Ja, het gaat de komende jaren hoe dan ook een flinke opgave worden’’, zegt Stefan van Heist wanneer de bestrijding van valse meeldauw in uien aan de orde komt. Afgelopen seizoen werd weer eens duidelijk hoe snel, heftig en massaal deze schimmelziekte door het gewas kan razen.
,,Over het belang van een strakke meeldauwbestrijding hoef ik telers niet zoveel meer te vertellen; dat is afgelopen jaar echt wel duidelijk geworden. Wél is het goed om de spuitstrategie nog eens goed tegen het licht te houden, zeker nu het basismiddel Fandango nog maar twee keer ingezet mag worden.’’
FRAC-richtlijnen aanhouden?
Voor dit seizoen zijn – naast Fandango – de combinaties van Orondis® Plus + Amistar® en Zorvec® Epicaltrin + Kenbyo® beschikbaar. Beide combi’s mogen wettelijk gezien drie keer per teeltcyclus worden ingezet. Samen met (maximaal) twee keer Fandango zijn dat acht bespuitingen in totaal. Wie echter de FRAC-richtlijnen volgt, ziet dat beide combinaties deels in dezelfde werkzame groep zitten.
Om resistentievorming – en dus afnemende werking – te voorkomen, wordt sterk aangeraden om maximaal een derde van de bespuitingen met OSBPI’s (Orondis Plus en Zorvec Epicaltrin) en maximaal 50 procent van de bespuiting met strobilurines (Amistar en Kenbyo) uit te voeren. Dit betekent in de praktijk dat er samen maar drie in plaats van zes bespuitingen kunnen worden toegepast. Samen met twee keer Fandango blijven er dan maar effectief vijf bespuitingen per seizoen over.
Volgens Van Heist zal het - zeker bij een hoge ziektedruk - een behoorlijke uitdaging worden om valse meeldauw volgens de FRAC-richtlijnen onder controle te houden. ,,Toch moeten we daar wél met z’n allen naar streven om resistentievorming te voorkomen. Op tijd starten met het schema, afwisselen, middelenkeuze afstemmen volgens de FRAC-richtlijnen en altijd de etiketdoseringen aanhouden; dat is de dringende boodschap voor dit seizoen’’, aldus de uienspecialist.
Stikstof en rassenkeuze
Voor wat betreft teeltmaatregelen die valse meeldauw af kunnen remmen noemt Van Heist als eerst de stikstofbemesting. ,,Probeer dit enigszins zuinig en gedoseerd te doen’’ , zo adviseert hij. ,,Een massaal loofpakket, dat doorgaans lang vochtig blijft, is namelijk een belangrijke aanjager van valse meeldauw.’’
Een andere mogelijkheid om de ziekte in te dammen is via de rassenkeuze. ,, Hier is vooral de veredeling aan zet om richting de toekomst bepaalde eigenschappen in te kruisen. Er zijn rassen die minder gevoelig zijn voor valse meeldauw. Maar gericht sturen via rassenkeuze is voor veel telers nu nog een brug te ver, al moeten we deze optie voor de toekomst zeker blijven koesteren’’, aldus Van Heist.
Wake-up call
Tot slot benadrukt de uienspecialist dat de etiketaanpassing voor Fandango een wake-up call moet zijn voor de hele sector. ,,Om nog meer beperkende maatregelen te voorkomen – of middelen zelfs helemaal te verliezen – moeten we er alles aan doen om emissie naar oppervlaktewater te voorkomen. Dus: doe de erfemissiescan en neem de adviezen die daaruit rollen serieus!’’ Vooral de aanleg van een vul- en spoelplaats waar resten van gewasbeschermingsmiddelen worden opgevangen kan volgens hem de emissie enorm verminderen.
Datzelfde geldt voor het gesloten vulsysteem dat vanaf volgend jaar verplicht wordt. ,,Zie dat niet bij voorbaat als gedoe of lastig; het kan echt hélpen om belangrijke middelen in de running te houden. Kijk daarnaast naar de mogelijkheden om een infiltratiegeul aan te leggen in een onbeteelde strook rondom het perceel parallel aan de sloot. Dit zorgt ervoor dat gewasbeschermingsmiddelen niet direct in het oppervlaktewater terechtkomen na een regenbui. Nu is Fandango zogezegd het slachtoffer, maar als we niet meer werk maken van emissiereductie dan zullen er meer middelen volgen. Werken aan emissiereductie is niet meer vrijblijvend, het is absolute noodzaak’’, zo geeft Van Heist nogmaals aan.
Orondis® Plus en Amistar® zijn geregistreerde handelsmerken van Syngenta
Zorvec® Epicaltrin is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience
Kenbyo® FL is een geregistreerd handelsmerk van BASF