Akkerbouw Koerier

Alleen spuiten tegen Cercospora is niet meer genoeg

,,Willen we Cercospora de komende jaren onder controle houden, dan zullen we meer moeten doen dan alleen ertegen spuiten.’’ Dat zegt Henk Maalderink, specialist akkerbouw bij Agriant en buitendienstmedewerker Agro bij Cosun Beet Company. Behalve voor een meer ‘Cercospora-gerichte’ rassenkeuze, pleit hij voor een bredere inzet van de BAS-app. ,,Want daarmee krijg je altijd een betrouwbaar en gericht spuitadvies.’’ Voor de belangrijke eerste bespuiting raadt hij aan om het sterkste middel te gebruiken. Dat is op dit moment Propulse.



Henk Maalderink is specialist akkerbouw bij Agriant BV en buitendienstmedewerker Agro bij Cosun Beet Company.




,,Ja, de problemen met Cercospora nemen hier in Oost-Nederland nog steeds toe. En ja, elk jaar zijn er weer percelen die volledig verongelukken als gevolg van de ziekte.’’ Henk Maalderink draait er niet omheen: Cercospora is en blijft een ‘hoofdpijnziekte’ op de Oostelijke zandgronden. Dat veel telers er inmiddels vier en soms zelfs vijf bespuitingen tegenaan gooien om de schimmel in toom te houden, doet daar – helaas - niets aan af. ,,We zullen echt meer moeten doen om de ziekte de komende jaren onder controle te houden. Alleen ertegen spuiten is gewoon niet genoeg.’’



Bouwplan en rassenkeuze

Een eerste, planmatige optie om Cercospora te onderdrukken is een ruimer bouwplan. ,,Wat mij betreft is dat minimaal 1-op-4 en liever nog wat ruimer. Hoe langer het duurt voordat de bietenteelt terugkeert op hetzelfde perceel, hoe meer afbraak van Cercospora-sporen’’, zo stelt Maalderink. Vanwege de verplichting van rustgewassen binnen het GLB ziet hij overigens al een lichte tendens naar een ruimere rotatie.


Een tweede spoor om Cercospora onder controle te houden is via de rassenkeuze. Maalderink pleit nadrukkelijk voor het gebruik van rassen met een hoog cijfer voor bladgezondheid. ,,Dat moet in dit gebied minimaal een 8 zijn, maar veel liever nog een 9 – de zogenaamde CR+-rassen.’’ Ter illustratie laat hij een foto zien waar twee veel gezaaide rassen – eentje met een 8 en eentje met een 9 voor bladgezondheid – naast elkaar staan. Beide rassen zijn exact hetzelfde behandeld, maar het verschil is op de streep af te zien: het ras met een 9 staat er veel groener op dan het ras met een 8. ,,In de praktijk zien we dat de CR+-rassen gezonder zijn en daardoor meer suiker opleveren. Het loont dus hoe dan ook om zo’n ras te telen.’’


Volgens hem is het zaaien van rassen met een 7 of minder vragen om problemen. ,,Tenzij je zeker weet dat je de bieten al in september wilt rooien, is dat echt af te raden. Cercospora-tolerantie moet –zéker op de oostelijke zandgrond - bovenaan de het lijstje staan bij de rassenkeuze.’’



Bietenhoop niet op bietenland

Ook de ligplaats van de bieten na de oogst kan een belangrijke infectiebron zijn, zo weet Maalderink ,,In dit gebied worden de meeste bieten op kopakkers gestort en daarna verladen met een bietenmuis. Een paar jaar later worden daar soms weer bieten geteeld en kun je op de streep af zien waar de bieten hebben gelegen; op die plek zie je heel vaak de eerste Cercospora-infecties.’’ Volgens de adviseur is dit eenvoudig te voorkomen door bieten te storten op een vaste plek of op een perceel waar geen bieten in de rotatie zitten. Tot slot tipt hij ook nog het goed onderwerken van bietenblad aan. ,,Ook met die maatregel zorg je ervoor dat je geen sporen meeneemt naar het volgende teeltseizoen.’’



Schade door Cercospora kan ernstige vormen aannemen.



‘Gebruik een BAS-app’

Wanneer het spuiten tegen Cercospora aan de orde komt, kaart Maalderink eerst het Bieten Advies Systeem (BAS) aan. ,,Met deze tool krijg je als teler op het juiste moment een zeer betrouwbaar en gericht spuitadvies tegen bladziekten’’, zo stelt hij. In zijn werkgebied – dat ongeveer 2000 hectare bieten omvat – wordt op dit moment grofweg een kwart van de percelen ‘gecovered’ met het BAS-systeem. ,,Dat zou van mij veel meer mogen zijn. Nu wordt er nog veel op gevoel gehandeld. Ik wil niet zeggen dat dit slecht is, maar we zien elk jaar weer dat je met de BAS-app een gerichtere, en daardoor ook betere keuze maakt’’, zo stelt hij.


Vooral het tijdstip van de eerste bespuiting is essentieel. Wie daarin het optimale moment pakt, brengt Cercospora meteen een flink slag toe en kan de ziekte het beste beheersbaar houden, zo weet de adviseur. Maar ook laat in het seizoen kan een BAS-paaltje in het gewas zeker van nut zijn. ,,Een paar jaar geleden adviseerden we nog om na half september niet meer te spuiten, maar dat advies is inmiddels achterhaald. Kijk alleen maar naar afgelopen seizoen, toen de ziektedruk nog tot ver in de herfst doorliep. Met de BAS-app hou je de vinger aan pols tot aan het eind van de teelt.’’

.

.

''We zullen alle mogelijke maatregelen moeten aangrijpen om de ziekte beheersbaar te houden.''

.

.

Starten met Propulse

Voor wat betreft de middelenkeuze tegen Cercospora geldt wat Maalderink betreft de volgende stelregel: altijd beginnen met het sterkste middel en daarna afwisselen met andere triazolen. ,,Op dit moment is Propulse het meest krachtige middel tegen Cercospora. Ons advies is om daarmee te starten, eventueel met toevoeging van een koperhoudende bladmeststof ter versterking. Omdat Propulse twee keer per seizoen mag worden toegepast, kan eventueel ook de derde bespuiting hiermee uitgevoerd worden.’’


Hoewel Maalderink aangeeft dat een nieuw, sterke middel als Propulse uitermate welkom is in de ‘gereedschapskist’, benadrukt hij nogmaals dat alleen spuiten tegen Cercospora niet meer voldoende is. ,,We zullen de komende jaren álle mogelijke maatregelen moeten aangrijpen om de ziekte beheersbaar te houden.’’