,,Ondanks de droogte in de eerste helft van het seizoen lijkt het met de groei van de lelies wel goed te zitten. Op enkele plekken hadden we wat nachtvorstschade, met name in de tweejarige teelt. Daar is her en der wat vuur in gekomen. Maar als er de komende maanden geen rare dingen gebeuren, zal de oogst gewoon goed zijn.''
Dennis van der Schans schetst in een paar zinnen hoe het lelieseizoen tot dusver is verlopen. De jonge adviseur - die sinds 2018 in dienst is van Agrifirm - heeft een flink areaal lelies onder zijn hoede in een gebied dat loopt van Noord-Drenthe tot Midden-Limburg.
,,Door het grote werkgebied heb ik een goed overzicht hoe de gewassen ervoor staan. Bovendien is het mooi om te zien hoe ondernemers in de verschillende teeltgebieden de lelieteelt aanpakken. Iedereen doet dat toch net weer even anders'', zo vertelt hij enthousiast.

Gevraagd naar de grootste, actuele ontwikkelingen binnen de lelieteelt noemt hij de virusbestrijding. Van der Schans ziet deze klus in de toekomst steeds meer een uitdaging worden. Een belangrijke verandering sinds dit seizoen is dat er geen Admire meer gebruikt kan worden in de bolontsmetting. Veel telers hebben daarom - mede door de hoge luisdruk aan het begin van het spuitseizoen - meteen al een systemische luisdoder toegevoegd aan de mix van minerale olie en pyrethroïden, zo vertelt de adviseur. Om in een teeltseizoen goed uit te komen met de beschikbare systemische middelen, is het volgens hem essentieel om ze planmatig in te zetten.
,,Voor steeds meer middelen gelden restricties, zoals bijvoorbeeld het aantal toepassingen per teeltseizoen. En die beperkingen worden de komende jaren alleen maar groter, waardoor we elke systemische luisdoder ook echt heel hard nodig zullen hebben. Meer dan ooit zullen we de juiste middelen op de juiste plek moeten zetten'', zo benadrukt nog nog maar eens. Dat is op dit moment een van de betere luisdoders, onder andere door zijn snelle beginwerking en het feit dat deze ook in de bloei kan worden ingezet. Maar jammer genoeg mag je het maar één keer per teeltseizoen gebruiken. Zo'n middel moet je dus goed - net vóór of na het koppen - positioneren, zodat de pluspunten maximaal tot hun recht komen'', aldus de adviseur.

Behalve de positionering van middelen, wordt ook het spuitmoment steeds belangrijker, zo weet Van der Schans. ,,Veel telers spuiten nu al regelmatig 's avonds of 's ochtends vroeg - of zelfs 's nachts, omdat de middelen dan beter opgenomen worden en ook minder snel worden afgebroken door UV-straling. Ik verwacht dat deze tendens nog verder doorzet, zeker na onze ervaringen met twee zeer droge en hete seizoenen, waarbij overdag spuiten soms helemaal niet mogelijk was.''
Ook de spuittechniek zal volgens de adviseur een steeds belangrijkere factor worden. Is het niet vanwege de betere spuitresultaten, dan is het wel vanwege de steeds strengere eisen aan driftreductie. ,,Steeds meer middelen mogen alleen in combinatie met 95%-driftreducerende doppen of hoger gebruikt worden. Conventionele veldspuiten worden daardoor steeds vaker ingewisseld voor veldspuiten met luchtondersteuning, MagGrow of een Wingssprayer. Al met al vraagt de virusbestrijding dus steeds meer inzet van kapitaal, arbeid en kennis. Het wordt dus een hele uitdaging om de gewassen de komende jaren virusvrij te houden'', zo besluit Van der Schans.