Hoe zorg je voor een vitale bodem? Wat is de ideale zuurgraad? En wat is het beste tijdstip voor de stikstofbemesting? Dit soort vragen – en nog veel meer - kwamen uitgebreid aan de orde tijdens een studiemiddag ‘Bodem & Bemesting’ voor studenten van Fruit Tech Campus. Leslocatie was het fruitteeltbedrijf Van de Ven in het Brabantse Den Dungen. ,,Ook op deze lichte grond kun je prima fruit telen. Dat heb ik hier immers al meer dan 50 jaar volgehouden’’, vertelt oud-eigenaar en ‘praktijkdocent’ Albert Cooijmans.
,,Jongens, graag allemaal effe hier komen staan. Dan kan Albert met z’n verhaal beginnen‘’, zegt docent Joris Wisse, terwijl hij de groep van negen studenten naar de boomgaard dirigeert. Het is een mooie middag in maart en iedereen heeft er duidelijk zin in. Binnen no-time is het gesprek op gang – en dat houdt ook niet meer op tot het eind van de middag. ,,Ja, dit is absoluut een gemotiveerde groep. Ze zijn allemaal zeer leergierig en dat is heel leuk om mee te werken‘’, zegt Wisse, die een dag in de week als praktijkdocent voor Fruit Tech Campus werkt. De studenten – die in vijf praktische lesweken een versnelde MBO-4 opleiding fruitteelt volgen – zijn volgens hem van zeer verschillende pluimage. ,,Sommigen zijn geslaagd voor hun MBO-3-fruitteeltopleiding en willen nog even doorleren. Ander komen van de HAVO of hebben hiervoor zelf een compleet andere opleiding gevolgd. En dan zijn er ook nog zij-instromers die vanuit een ander beroep de fruitteelt in zijn gegaan. Wat ze echter gemeen hebben is dat ze een achtergrond in het fruit hebben én dat ze passie hebben voor het vak. ’’
Wie ook duidelijk passie voor het vak heeft, is Albert Cooijmans (70). Hoewel hij het bedrijf al een aantal jaren geleden heeft overgedragen aan zijn neef John van de Ven, is hij nog dagelijks op het bedrijf te vinden. ,,Ik sta hier nog dagelijks met de klompen in het zand‘’, vertelt hij met een brede lach. Met die woorden refereert hij meteen ook aan het thema van de dag: fruitteelt op zandgrond. ,,Ja, dat is anders dan op de klei, maar ook hier kunnen we prima fruit telen’’, geeft hij de groep meteen al mee. ,,De donkere zandgrond is behoorlijk vruchtbaar en makkelijk bewerkbaar. De bomen wortelen daardoor prima. Aan de andere kant hebben we hier eerder last van droogte. Voldoende water is dus erg belangrijk.’’
Met een grondboor haalt een groepje studenten een meter grond naar boven en legt dit uit op een vel papier. Het profiel laat een mooie, donkere, losse grondlaag zien.
Bij de droogtegevoeligheid van de zandgrond staat de groep wat langer stil. Albert vertelt dat de hele boomgaard – samen zo’n 17 hectare – onder ‘verdrupping’ ligt. Omdat het water enigszins ijzerhoudend is, ligt verstopping altijd op de loer. ,,Om die reden kijken we de druppelaars regelmatig na en voegen we minimaal één keer per jaar wat salpeterzuur toe aan het water’’, legt hij uit. In de discussie die daarop volgt worden tal van vragen op de gastheer afgevuurd. Zoals over de pH van de grond (‘Die ligt hier tussen de 5 en 5,5. Regelmatig bekalken is dus belangrijk, onder meer vanwege het risico op stip’), over de stikstofbemesting (‘Die voeren we hier wat later uit dan op de klei vanwege de grotere kans op uitspoeling. Als je te vroeg strooit, dan kan er in de tweede helft van de bloei een tekort ontstaan’) en over de bewaarbaarheid (‘Misschien is het fruit hier net iets minder hard, maar tot half april kunnen we alles prima bewaren. En Elstar ligt hier ook nog wel eens tot begin juni in de koeling’).
Na een klein uurtje met veel vragen en veel antwoorden, worden de studenten aan het werk gezet. In groepjes van drie gaan ze met een grondboor aan de slag in een perceel Conference. De eerste meter die naar boven wordt gehaald, bestaat uit een mooie, donkere, losse grondlaag. Wisse wijst de studenten op de uniformiteit en de goede doorworteling. ,,Soms kom je rond de 30 tot 40 centimeter een storende laag tegen. Dat is hier absoluut niet het geval. Zo’n grond als deze, die zien we graag.’’ Albert geeft aan altijd zeer zuinig te zijn geweest op zijn grond. ,,We proberen de grond maximaal in conditie te houden, onder meer met een jaarlijks hoopje champost onder bomen. Verder hebben we hier nooit zware machines op het land gehad; ook dat werpt zijn vruchten af. Problemen met de groei hebben we hier eigenlijk nooit gehad.’’
Docent Wisse stimuleert de studenten om ook op het eigen bedrijf eens met de grondboor aan de slag te gaan – met name op plekken waar de groei niet optimaal is. ,,Die eerste meter geeft heel veel informatie over de groeimogelijkheden van de boom. Als het in die laag niet goed zit, dan wordt het heel lastig om er een goede productie vanaf te halen.’’
Als het einde van les nadert, neemt gastheer Albert de studenten nog even mee naar een vorig jaar aangeplant perceel Tessa-appels. De bomen – 16.000 stuks in totaal – staan er uitstekend bij. En dat wil Albert maar al te graag bevestigen. ,,Dit ziet er toch fantastisch uit? Volgens mij hadden we maar twee bomen met wat kanker erin; voor de rest is het echt topmateriaal!’’, zo glimt hij. Zijn neef en huidige bedrijfseigenaar John van de Ven, die zich intussen ook tussen de studenten heeft gemengd, vertelt dat het om Italiaanse doorgroeibomen gaat. ,,We hebben ze december 2020 geplant op 80 centimeter afstand. De bomen zijn daarna enorm snel geworteld en doorgegroeid. In het eerste jaar hebben we er meteen al 10 ton appels van geplukt. Dat mag je toch wel een succes noemen’’, zegt hij. Op de valreep wijst Wisse zijn studenten nog even op het snoeiwerk, die volgens de Matha-methode is uitgevoerd. ,,Matha-snoeien past prima bij het ras Tessa. Je krijgt er sterke, uniforme bloemknoppen door die ook nog eens beter belicht worden omdat er minder hangend hout in de bomen achterblijft. Op het eind levert dat een betere kwaliteit fruit op’’, zo doceert hij.
Dan is het tijd om te gaan, maar niet voordat Wisse de groep nog even aan het huiswerk herinnert. ,,Denken jullie aan de opdracht die ik jullie heb meegegeven? Die moet morgenochtend zijn uitgewerkt.’’ Heel even verstomt het gesprek en wordt er zachtjes wat gemurmeld. ,,Nou ja, vooruit dan maar…’’, zegt er een, waarna de groep meteen weer tot leven komt. ,,Kijk, dat bedoel ik nou. Ze zijn allemaal supergemotiveerd!‘’, zo besluit Wisse de dag met een knipoog.
Parttime docent Joris Wisse: ,,Dit is een zeer gemotiveerde club studenten. Dat is geweldig om mee te werken!’’
Albert Cooijmans (70) droeg zijn bedrijf zeven jaar geleden over aan zijn neef John, maar is nog elke dag op het bedrijf te vinden. ,,Dit vak is zo mooi! Dat breng ik maar al te graag over op de jonge garde.’’
Susan de Haas (19) ziet de Fruit Tech Campus als een mooie aanvulling op haar MBO-3 fruitteeltopleiding op het Helicon (Nu Yuverta). ,,Het is heel praktisch, informatief en nuttig. Dit doe je dus echt niet voor niets!’’, vindt ze. Na de opleiding wil zich graag specialiseren in het keuren van fruit – en daar ook een (parttime) baan in vinden. Daarnaast wil ook graag aan de slag op het ouderlijke kersenteeltbedrijf.
Aron van der Wurff (20) werkt sinds twee jaar bij een fruitteelt-koelbedrijf en wil graag verder in de groene sector. ,,Ik kom zelf niet van een fruitteeltbedrijf en heb hiervoor ook geen fruitteeltopleiding gedaan. Daarom pak ik deze opleiding nu op. Misschien wil daarna nog doorstuderen in Dronten, in richting Akkerbouw of Tuinbouw. Het liefst blijf ik daarna werkzaam de fruitteelt, want dat bevalt me prima.’’
Herman Hanselaar is met 55 jaar veruit de oudste student binnen de groep. Hij runde 30 jaar een reclamebureau, maar stopte daarmee na een burn-out. ,,Ik ben toen op zoek gegaan naar wat ik écht leuk vind en kwam toen bij de fruitteelt uit – en sector die ik van huis al wel een beetje kende’’, vertelt hij. Inmiddels werkt Hanselaar alweer vier jaar als ZZP-er voor diverse fruitteeltbedrijven, maar wil hij via deze opleiding zijn kennis nog wat verder verbreden en opfrissen. ,,Tot nu toe dat lukt prima! Elk lesdag leer je wel weer iets nieuws.’’