Het Conviso Smart systeem biedt voor telers nieuwe opties om (lastige) onkruiden te bestrijden. Lastige onkruiden zijn bijvoorbeeld; hondspeterselie, papegaaienkruid, melganzevoet, postelein, bingelkruid, diverse grassen, varkensgras, onkruidbieten en kamille. De werkzame stoffen foramsulfuron en thiëncarbazone-methyl in Conviso One pakken deze onkruiden en daarmee een heel breed spectrum aan.
Het systeem is gebaseerd op 2 componenten:
- Conviso Smart rassen, specifiek tolerant voor Conviso One. Het zaad is herkenbaar aan de paarse binnenkant.
- Conviso One herbicide ontwikkeld door Bayer CropScience
Conviso One
Conviso One is een na-opkomst herbicide die behoort tot de werkzame groep van de ALS-remmers (HRAC code B). Het bevat twee werkzame stoffen en is een Olie Dispersie formulering (OD). Het heeft zowel contactwerking als bodemwerking en is toepasbaar vanaf het 2-bladstadium van de suikerbiet. Het bestrijdt effectief al het onkruid met 2 toepassingen (2x 0,5 l/ha Conviso One). Een mengpartner (klassieke bietenherbiciden) moet worden toegevoegd om resistentie ontwikkeling van het onkruid te voorkomen. Twee toepassingen zijn voldoende voor een goede onkruidbestrijding in suikerbieten.
Het juiste toepassingstijdstip is de sleutel tot succes. Immers wordt de onkruidbestrijding nu in 2 toepassingen gedaan waar voorheen 3-4-5-6 toepassingen nodig waren. Het toepassingstijdstip is afhankelijk van het groeistadium van het onkruid. Melganzevoet met gemiddeld 2 echte blaadjes is als gidsplant een goed moment voor een toepassing. Mocht deze niet aanwezig zijn is al het andere onkruid met 2-4 echte blaadjes ook een goed moment voor een bespuiting met Conviso One.
Om de effectiviteit en duurzaamheid van het Conviso Smart systeem te waarborgen zijn enkele zaken essentieel. Gebruik altijd plantaardige olie en mengpartners voor een goed resistentie management en geef schieters geen kans.
Pas nooit Conviso One toe op klassieke suikerbieten!
Verwijder alle schieters!
Hoe de bespuitingen uit te voeren
- Eerste toepassing (T1) wanneer de eerste planten van de melganzevoet gemiddeld twee echte blaadjes hebben (BBCH12). Zie afbeelding 1.
- Tweede toepassing (T2) wanneer nieuw opkomende planten van melganzevoet twee echte blaadjes hebben. Minimale interval is 10 dagen na de eerste toepassing (T1). Soms is een herbehandeling pas nodig na 30 dagen. Zie afbeelding 2.
- Bij afwezigheid van melganzevoet voer dan de eerste bespuiting uit in het 2-4 bladstadium van de suikerbiet of in het 4-bladstadium van elk ander onkruid.
Afb. 1: mooi moment voor de eerste toepassing (T1) met Conviso One.
De melganzevoet planten hebben hier de eerste echte blaadjes en staan in BBCH12
Afb. 2: mooi moment voor de tweede toepassing (T2) met Conviso One.
De 2e golf van melganzevoet planten zijn aanwezig en de suikerbieten gaan richting het 8-bladstadium
Advies
T1: 0,5 l/ha Conviso One + 0,5- 1,0 l/ha Betanal Tandem + 1,0 l/ha Robbester
T2 (na 10-30 dagen): 0,5 l/ha Conviso One + 0,5- 1,0 l/ha Betanal Tandem + 1,0 l/ha Robbester
Meer informatie?
Bekijk onze gewaspagina Bieten voor een compleet overzicht van artikelen, aanbevelingen, producten en meer. Klik op het onderstaande logo voor het volledig etiket, of neem contact op met uw lokale distributeur en/of adviseur.