Producten & Oplossingen
keyboard_arrow_rightGewasbeschermingkeyboard_arrow_rightHerbicidenkeyboard_arrow_rightConviso® One
Herbiciden
Conviso® One
Herbicide in de teelt van bieten die door klassieke veredeling tolerant zijn voor Conviso One.
50 g/l foramsulfuron
30 g/l thiencarbazon-methyl
Werkingswijze
Conviso One is een systemisch werkend na-opkomst herbicide voor de bestrijding van zowel grassen als breedbladige onkruiden.
Het bevat de werkzame stoffen foramsulfuron-methyl en thiëncarbazone-methyl. Foramsulfuron (FSN) is afkomstig uit de chemische groep van de sulfonylureumverbindingen die hoofdzakelijk door het blad en in mindere mate via de wortels wordt opgenomen. Thiëncarbazone-methyl (TCM) is afkomstig uit de groep van de sulfonyl-amino-carbonyl-triazolinone verbindingen. Het wordt zowel door de wortels als door de bladeren opgenomen.
Beide werkingsmechanismen (HRAC classificatie: B) berusten op remming van het enzym acetohydroxyacid synthase (ALS).
Conviso One heeft een zeer breed werkingspectrum en wordt zowel door het blad als de wortel opgenomen en vervolgens door de gehele onkruidplant verspreid.
De bodemwerking is afhankelijk van de vochttoestand van de bodem. De werking van Conviso One is weinig afhankelijk van de weersomstandigheden.
De opname is optimaal als de onkruiden actief groeien. De werking wordt na enkele dagen zichtbaar in de vorm van het stopzetten van de groei, wat uiteindelijk resulteert in necrose van het blad en afsterving van de onkruiden (na 2-4 weken).
In normale situaties kunnen de bieten met twee toepassingen per teeltseizoen onkruidvrij worden gemaakt.
Andere gespecificeerde instructies
Conviso One is volledig gewasveilig voor bieten die tolerant zijn voor Conviso One maar niet voor bieten die niet tolerant zijn voor Conviso One. Let daarop!
TOEGELATEN IN
BIETEN die tolerant zijn voor ALS-remmers
Controleer voor de bespuiting of de bieten tolerant zijn voor ALS remmers. Conviso One toepassen in het 2-4 bladstadium van de onkruiden.
ADVIES: Conviso One 2 x 0,5 l/ha met een interval van minimaal 10 dagen of Conviso One 1 x 1 l/ha. Voeg altijd een plantaardige olie toe (bijvoorbeeld 1 l/ha Robbester of Actirob B) + specifieke middelen (afhankelijk van het onkruidbestand).
Tegen melganzevoet niet later toepassen dan het 2-4 bladstadium van het onkruid.
AANVULLING VOLGGEWASSEN
Naast de in het WG aangegeven mogelijke volggewassen kunnen ook aardappelen worden verbouwd als nateelt indien er vooraf minimaal 20 cm diep geploegd wordt.
Algemeen geldt dat rotatiebeperkingen gebaseerd zijn op veldstudies welke zijn uitgevoerd onder normale klimaatomstandigheden.
Ongunstige weersomstandigheden, zoals langdurige droogte na toepassing, overvloedige regenval of erosie hebben mogelijk een effect op de snelheid van herbicidenafbraak en daarmee op de hoeveelheid residu in de bodem. Het risico voor volggewassen kan beperkt worden door het uitvoeren van een kerende grondbewerking, alvorens het volggewas in te zaaien of te planten.
Iedere vorm van minimale grondbewerking voorafgaand aan de volgteelt wordt ontraden. Voorkom overlappingen.
Reinig de spuitmachine na de toepassing met bijvoorbeeld Primaclean.
VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
VOORKOMEN EMISSIE
Raadpleeg de “Toolbox Emissiebeperking” op www.toolboxwater.nl voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals het voorkomen van afspoeling, het verwerken van restanten en de reiniging van machines.