,,Gezond en schoon uitgangsmateriaal vormt de basis voor een succesvolle nateelt van zetmeelaardappelen. Op de teelt van TBM-pootgoed zullen we dus niet gauw bezuinigen'', zeggen Henk en Theo Schrör uit Musselkanaal (Gr.). Om de poters zoveel mogelijk schurftvrij te houden zetten ze sinds 2019 het middel Serenade in. ,,We hebben nu twee seizoenen gezien dat het effect heeft op schurft. Dus is de keuze niet moeilijk om ermee door te gaan.''
Henk (midden) en Theo (rechts) Schrör hebben samen met hun vrouw/moeder José een akkerbouwbedrijf in Musselkanaal (Gr.). Op 210 hectare verbouwen ze zetmeelaardappelen (50%), suikerbieten (25%), uien en wintertarwe (samen 25%). Ook houden ze 42.000 vleeskuikens. Frank Mensen (links) is teeltspecialist bij Johan Schuitema BV.
We treffen Henk en Theo Schrör in de warme kantine van het bedrijf. Ze zitten aan de koffie met hun vaste adviseur Frank Mensen van toeleverancier Johan Schuitema BV. Het drietal bespreekt de actuele uienprijzen en hoe de aardappelen zich in de bewaring houden. En ook het droge voorjaar komt weer even in flarden voorbij. ,,Het was opnieuw een extreem jaar, maar toch hebben we het er redelijk goed vanaf gebracht. De opbrengsten waren gemiddeld genomen goed, nu de prijzen nog....'', zo vat Henk het jaar samen. Ook zoon Theo is redelijk tevreden over 2020, al maakt hij zich wel zorgen over de voortdurende dreiging van aaltjes en dan vooral mengbesmettingen. ,,Het wordt steeds lastiger om een goed rendement uit de zetmeelteelt te halen. Met nieuwe rassen met steeds betere resistenties kunnen we weliswaar veel ellende voorkomen, maar tegelijkertijd zie ik dat de opbrengsten niet of of nauwelijks meer meestijgen. En juist dat hebben we nodig om de alsmaar stijgende kosten bij te kunnen benen'', zegt hij.
Met een aandeel van 50 procent is de zetmeel- (en vlokken)aardappel veruit het belangrijkste gewas in het bouwplan. Zowel Henk als Theo zijn er dan ook op gebrand om het maximale uit deze teelt te halen. Dat begint met intensief bemonsteren op aardappelmoeheid, waardoor er gericht op eventuele AM-besmettingen kan worden ingespeeld. Aan de hand van de uitslagen zoekt de maatschap naar de meest passende rassen. Dit heeft ertoe geleid dat er steeds meer verschillende rassen worden uitgepoot. Afgelopen seizoen waren het er zelfs acht: Altus, Axion, BMC, Festien, Novano, Saprodi, Seresta en Supporter.
Behalve naar 'het juiste ras op de juiste plek' streeft de maatschap ook naar een zo ongestoord mogelijk groei van de gewassen. Veel aandacht gaat daarbij uit naar grondverbetering, onder andere door regelmatig compost aan te voeren. Ook het beregenen – met drie haspels – is wat hen betreft een onmisbare schakel binnen de zetmeelteelt. ,,Natuurlijk, het is veel werk en de kosten zijn hoog, maar wij zien gewoon dat het loont. Afgelopen seizoen hebben we gemiddeld 50 ton van een hectare gehaald. Zonder beregening waren we daar nooit aan gekomen. In steeds meer jaren maakt beregening het verschil tussen een matige en een fatsoenlijke oogst. Wat ons betreft is het een onmisbare schakel om de oogst zeker te stellen. Daar gaan we dus niet op bezuinigen'', stelt Henk.
Voor maatschap Schrör was het nauwelijks een discussiepunt om aan de slag te gaan met Serenade. ,,Na de extreem schurftige poters in 2018 waren voor ons alle middelen welkom die iets tegen schurft konden doen'', vertelt Theo. De maatschap besloot daarom in 2019 meteen alle TBM-pootgoed met Serenade behandelen. Daarvoor werd 5 liter per hectare werd meegegeven tijdens het poten. Over de resultaten waren vader en zoon meteen enthousiast. ,,De knollen waren veel blanker dan we gewend waren. En al helemáál in vergelijking met het jaar ervoor'', lacht Henk.
Gesteund door het goede resultaat in 2019 werd ook afgelopen seizoen weer Serenade toegepast. ,,En dat was op de bosgrond die twee jaar eerder voor extreem schurftige aardappelen had gezorgd. We konden dus heel mooi de verschillen zien tussen beide jaren en die waren echt héél groot. In plaats van heel veel knollen met zware schurft waren het nu enkele knollen met lichte schurft. Je kunt dus wel zeggen dat Serenade prima heeft gewerkt.'' Henk vertelt dat er op het perceel ook nog een aantal rijen onbehandeld waren gelaten om zo nog beter de verschillen te kunnen zien. Helaas zijn deze rijen in de 'hectiek van het seizoen' vergeten en dus niet apart beoordeeld. ,,Dat is achteraf wel jammer, temeer we misschien ook wel wat rasverschillen of andere effecten hadden kunnen noteren. Misschien moeten we het dit jaar maar opnieuw proberen, want hoe meer vergelijkingsmateriaal we hebben, hoe beter we onze ervaringen kunnen onderbouwen.'' Frank Mensen is het daar van harte mee eens. ,,Juist bij een grillig middel als Serenade is het belangrijk om kennis op te bouwen en ervaringen uit te wisselen. De komende jaren zullen hoe dan ook veel chemische middelen verdwijnen en zullen telers – al dan niet noodgedwongen – aan de slag moeten met biologische of groene middelen. Hoe meer kennis en ervaring we van die middelen hebben, hoe beter we op de toekomst zijn voorbereid.''