Convolvulus arvensis
Int. Afk.: CONAR
Akkerwinde
Familie
Windefamilie (Convolvulaceae)
Beschrijving
De akkerwinde dankt haar naam aan het feit dat ze zich om andere planten kan winden. Het is een overblijvende plant, die met kurketrekkerachtige wortels wel een meter diep de grond in gaat. De voortplanting geschiedt vrijwel uitsluitend via deze wortels, warauit stengels groeien die zeskantig en heel dun zijn. Worden ze in hun groei niet belemmerd, dan kruipen ze in alle richtingen plat over de grond. Staan er opgaande planten in hun buurt, dan slingeren ze zich daaromheen en kunnen wel 100 cm hoog worden. Het blad van de akkerwinde is stomp-pijlvormig, met een vrijwel rechte voet, en duidelijk te onderscheiden van dat van de haagwinde, dat hartvormig is. Opmerkelijk zijn de twee kleine, lijnvormige schutbladeren halverwege de bloemstengel.
Bloemen
De bloemen ontstaan op steeltjes vanuit de bladoksels. Ze zijn wit of roze met een witte streep op elk bloemblaadje. De roze kleur schijnt verband te houden met het ijzergehalte van de grond. In de volle zon zijn de trechtervormige bloemen volkomen geopend, bij donker weer of regen sluiten ze zich. Ze ruiken naar vanille en trekken daardoor vlinders aan. Na een korte bloei (soms van nog geen dag) rollen de bloemen zich in een speciale vorm op.
Bloeitijd
Juni - oktober
Zaden
Per plant ontstaan 500 zaden die in de grond vele jaren kiemkrachtig blijven.
Groeiplaatsen
De akkerwinde komt voor op bouwland, maar ook langs wegen, in duinen, op plaatsen waar afval is gestort en in tuinen. Ze houdt van droge, warme en voedselrijke rulle klei- en zavelgrond. Aantasting door akkerwinde leidt tot veel lagere opbrengsten en is storend voor oogstmachines (maaidorsen, plukwerkzaamheden bij bessen).