Met het wegvallen van mancozeb is dit seizoen een belangrijke bouwsteen voor de ziektebestrijding in uien weggevallen. Verder was het ook nog eens lange tijd onzeker of het middel Fandango dit jaar beschikbaar zou zijn voor de praktijk. Onzekere tijden dus voor de Nederlandse uientelers – die meer dan ooit om verstandige en toekomstbestendige keuzes zullen draaien. Akkerbouw Koerier sprak hierover met Mark Ermers, Crop Advisor vollegrondsgroenten en uien bij Bayer.
Mark Ermers: ,,Wanneer je beter weet wanneer omstandigheden voor een bepaalde bladziekte gunstig zijn, kun je de beperkt beschikbare middelen ook gerichter inzetten.’’
Het was nog even spannend of Fandango wel beschikbaar zou zijn voor dit seizoen…
,,Dat klopt. In december bleek een specifieke hulpstof die nodig is voor de productie van Fandango niet leverbaar. Gelukkig is dit probleem heel goed samen met de sector opgepakt en is Fandango ook in 2022 gewoon leverbaar.’’
Goed nieuws voor Bayer dus?
,,Fandango is inderdaad een belangrijk product voor Bayer. Maar ook voor de uiensector is dit zeker goed nieuws. Het fungicidenschema in de uienteelt is in het verleden altijd gebouwd op een basis van mancozeb en mancozeb-bevattende producten. Met het wegvallen van mancozeb als actieve stof missen we zomaar vier belangrijke fungiciden. Daardoor moeten we het schema al opbouwen met veel minder middelen. Zonder Fandango zouden we nog eens de helft van de beschikbare bespuitingen tegen valse meeldauw kwijt zijn geraakt. En dat zou gevolgen hebben voor de beheersing van deze ziekte, maar ook voor bijvoorbeeld het resistentiemanagement.’’
,,Zonder Fandango zouden we de helft van de beschikbare bespuitingen tegen valse meeldauw kwijt zijn geraakt.’’
Kun je dat wat verder toelichten?
,,Met resistentiemanagement probeer je te voorkomen dat al aanwezige resistente individuen binnen een populatie van een pathogeen zich ongehinderd kunnen vermeerderen en daardoor de overhand krijgen. Wanneer een deel van de populatie binnen een schimmel bijvoorbeeld resistent is tegen fungicide A, maar je bij de beheersing kunt afwisselen met fungicide B, dan zorgt zo’n bespuiting met fungicide B ervoor dat de resistente individuen niet de overhand kunnen krijgen. Omdat je bij iedere bespuiting invloed hebt op de samenstelling van zo’n schimmelpopulatie, is het kunnen afwisselen van beschikbare fungiciden cruciaal. Tegen valse meeldauw in uien zouden we zonder Fandango nog twee producten overhouden, die ook nog eens dezelfde actieve stof als basis hebben. Resistentie lag hier dus echt op de loer en daarmee feitelijk ook het voortbestaan van de uienteelt in Nederland.’’
Wat is dit seizoen de beste aanpak voor de ziektebestrijding?
,,Ter eerste zul je moeten weten welke ziekten in jouw uien belangrijk zijn en onder welke omstandigheden ze ook echt een bedreiging kunnen vormen. Waar en wanneer kun je de symptomen van een bepaalde ziekte als eerste in je gewas vinden? En op welke manieren is die ziekte (beter) beheersbaar te houden? Heb je als teler geen antwoord op deze vragen, dan wordt het heel lastig om een optimale beheersing te bereiken. Neem bijvoorbeeld valse meeldauw. Sommige telers denken dat deze ziekte ook curatief te bestrijden is. Maar als je weet dat het na een infectie tot 16 dagen kan duren voor je de eerste symptomen in het gewas ziet, dan kan er van een curatieve aanpak geen sprake zijn. Daar komt bij dat de huidige middelen sowieso alleen preventief werken.
Bij Fandango is het goed om te weten dat het naast een sterke preventieve werking tegen valse meeldauw ook uitstekend werkt tegen Stemphylium en bladvlekkenziekte. Je kunt Fandango dus inzetten zonder dat je producten tegen andere ziekten moet toevoegen. We weten vanuit het verleden dat Fandango best een scherp product kan zijn. Van origine is het immers een graanfungicide dat zodanig geformuleerd is dat verdeling en opname zo optimaal mogelijk moeten zijn. In de allersnelste loofgroeifase kan Fandango daardoor net te scherp zijn voor de ui. Het advies is daarom al jarenlang om Fandango pas vanaf de derde bespuiting solo toe te passen. Dan is de snelste loofgroeifase voorbij en is er geen risico meer.’’
Welke zaken zijn wat jou betreft voor de nabije toekomst belangrijk?
,,In een recente prognose is vastgesteld dat we met het huidige toelatingsbeleid in 2025 in Europa nog ongeveer de helft van het huidige aantal actieve stoffen over zullen hebben. Dat betekent dat we verstandig moeten omgaan met de gewasbeschermingsmiddelen die we nog hebben en dat we stappen moeten maken in andere zaken die ons verder kunnen helpen om bladziekten in uien te beheersen. Een belangrijke rol lijkt daarbij weggelegd voor veredeling. Met rassen die tolerant zijn tegen bepaalde ziekten kunnen we het wellicht redden met minder inzet van fungiciden, maar vergis je niet: ook die tolerantie kan zomaar weer doorbroken worden. Voor de directe toekomst ligt er ook een belangrijke rol voor voorspellende modellen. Wanneer je beter weet wanneer omstandigheden voor een bepaalde bladziekte gunstig zijn, kun je de beperkt beschikbare middelen ook gerichter inzetten. Met die kennis en goede monitoring valt nog veel te winnen.’’