Onze toekomst ligt in preciezer en duurzamer werken
Nanne Sterenborg in Onstwedde (Gr.) behoort tot de voorlopers op het gebied van precisielandbouw. ,,Er komen steeds meer technieken beschikbaar waarmee je je grond en je bedrijfsprocessen nauwkeurig in beeld kunt krijgen en daarop kunt sturen. Ik vind dat elke toekomstgerichte boer daar gebruik van moet maken'', zegt hij gedreven.
Nanne Sterenborg heeft samen met zijn vrouw Ingrid en zoon Gert een akkerbouwbedrijf in Onstwedde (Gr.). Op een areaal van ca. 300 hectare worden zetmeel- en vlokkenaardappelen (50%), suikerbieten (25%) en wintergerst, wintertarwe en uien (samen 25%) verbouwd. Ook bewerkt Sterenborg ca. 85 hectare land in een natuurgebied (Natuurnetwerk, voorheen EHS). Hier zijn grasland en biologisch graan de belangrijkste teelten.
Behalve de bedrijfseconomische plussen van precisielandbouw - 'die
er de komende jaren zéker gaan komen' - ziet Sterenborg ook veel
mogelijkheden om duurzamer te werken. ,,Met behulp van precisietechnieken
kun je veel gedetailleerder en gerichter werken, met name
op het gebied van bemesting en gewasbescherming. Daarmee kunnen
we niet alleen veel geld besparen, maar laten we ook aan de buitenwereld
zien dat we duurzaam werken ook echt serieus nemen.''
Sterenborg maakt graag tijd vrij om zijn visie rondom precisielandbouw
weer te geven. In het Noordoostelijk akkerbouwgebied behoort het
bedrijf namelijk tot de voorlopers op dit vlak. ,,Dat heeft deels te maken
met eigen interesse, maar ook omdat Agrifirm hier regelmatig proeven
weglegt, waarbij precisielandbouw een belangrijke rol speelt'', verklaart
de Groninger. ,,Verder is onze zoon Gert ook erg geïnteresseerd
in alles wat met precisielandbouw te maken heeft. Het is zogezegd
een optelsom van enthousiasme.''
Plaatsspecifieke opbrengstmetingen
Sterenborg vertelt al ruim tien jaar met GPS te werken. ,,Toen wij
begonnen moest de zendpaal in dit gebied nog gezet worden'' zo
weet hij nog goed. Ging het aanvankelijk vooral om arbeidsgemak via
GPS-stuursystemen, de laatste jaren is de focus vooral gericht op het
naar boven halen van gedetailleerde grond- en opbrengstgegevens.
Daarvoor is er onder andere geïnvesteerd in opbrengstmeetapparatuur
op de aardappelrooier en combine, en sinds kort ook op de bietenrooier.
Volgens Sterenborg hebben de plaatsspecifieke opbrengstmetingen
al een schat aan informatie naar boven gehaald. ,,Vooral in
het eerste jaar stonden we echt versteld van de verschillen binnen een
perceel. Op de wat bontere percelen liepen de aardappelopbrengsten
soms uiteen van 25 tot 80 ton!'' Hoewel er met opbrengstkaarten veel
verbanden kunnen worden gelegd tussen bijvoorbeeld bemesting en
opbrengst, benadrukt Sterenborg dat er ook nog veel seizoenseffecten
niet goed verklaarbaar zijn. ,,Zo hadden we vorig jaar een graanperceel
met pleksgewijs veel water- en ganzenschade. Maar juist op
die plekken waren de opbrengsten op het eind van het seizoen bovengemiddeld
hoog. Het is ons nog steeds een raadsel hoe dat kan...''
Komende jaren eerst PH-verschillen rechttrekken
De afgelopen jaren heeft de maatschap Sterenborg zich vooral gebogen
over de pH-verschillen in de grond. Op bonte percelen lopen
deze gemakkelijk uiteen van 4,5 tot 5,5, zo is uit metingen met een
Verisscan gebleken. ,,De komende jaren willen we proberen om de
pH zo egaal mogelijk rond de 5,2 tot 5,3 te krijgen. Daarmee zitten
we voor ons bouwplan met aardappelen en bieten op een niveau
waarmee voor beide teelten de meststoffen goed opneembaar en
beschikbaar zijn, waardoor er – in ieder geval voor de bieten – betere
opbrengsten zijn te realiseren'', legt Nanne Sterenborg uit. Met de
nieuwe opbrengstmeter op de bietenrooier hoopt hij de geoogste kilogrammen
realtime te kunnen linken aan de pH, waarna er in het voorjaar
een plaatsspecifieke bekalking kan worden uitgevoerd. Volgens
de akkerbouwer lieten eerdere proeven al zien dat zones met een
afwijkende pH te 'repareren' zijn, maar dat dit nog niet automatisch
resulteert in betere opbrengsten. ,,Ondanks bemoedigende resultaten,
merken we dat de bodem zich nog erg lastig laat lezen. We zullen
daarom nog heel wat jaren nodig hebben om de relatie tussen pH en
opbrengst volledig te begrijpen.''
In de komende jaren wil Sterenborg ook andere relaties tussen grond
en bemesting verder uitpluizen. Zo wordt er komend seizoen (samen
met Agrifirm) geëxperimenteerd met plaatsspecifieke kali-bemesting
in zetmeelaardappelen. ,,Er zijn aanwijzingen dat er een correlatie
bestaat tussen de CEC van de bodem en het kali-gehalte. Als we
daar de vingers achter kunnen krijgen, dan zou dat wel eens van
grote waarde kunnen zijn voor de zetmeelaardappelteelt.'' Ook wil de
akkerbouwer komend voorjaar de samenstelling van de opgebrachte
drijfmest plaatsspecifiek meten met behulp van NIRS (Infrarood
Spectroscopie, red.) en de hoeveelheid nutriënten vervolgens plaatsspecifiek
aanvullen tijdens het aardappelen poten (N) en met een
variabele kunstmeststrooier (K).
Plaatsspecifiek spuiten
Behalve met plaatsspecifiek bemesten aan de hand van pH-verschillen
en opbrengstmetingen, hoopt Sterenborg de komende jaren ook
stappen te maken met plaatsspecifiek spuiten op basis van gewasgroeimodellen.
Daarvoor vliegt zijn zoon Gert - die een vliegbrevet
heeft - in het seizoen meerdere malen met een vliegtuig over de velden
om gewasscans te maken. De gegevens hiervan worden omgezet in
taakkaarten, waarmee vervolgens plaatsspecifiek een bespuiting kan
worden uitgevoerd. Sterenborg gebruikt de taakkaarten inmiddels bij
de loofdoding van de aardappelen, waarbij per drie meter werkbreedte
een verschillende dosering kan worden toegepast. De precieze
dosering per ras heeft de akkerbouwer overigens grotendeels zelf uit
moeten vinden. ,,Daarbij maken we vooral gebruik van onze ervaringen
uit de praktijk. Festien is bijvoorbeeld vrij moeilijk dood te krijgen
en vereist een hogere dosering dan de meeste andere rassen.''
De nieuwe veldspuit kan per drie meter werkbreedte een verschillende dosering spuiten en is daarmee 'precisielandbouw-proof'.
Veldleeuwerik
Door gerichter en preciezer te bemesten en te spuiten, merkt
Sterenborg niet alleen dat de gewasgerichte kosten omlaag gaan,
maar ook dat hij veel bewuster bezig is met het thema duurzaamheid.
,,Precisielandbouw draagt heel concreet bij aan een duurzame
landbouw en daarmee ook aan onze licence to produce. Wat dat
betreft zouden we precisielandbouw veel meer in de schijnwerpers
moeten plaatsen als duurzame productiemethode. Nu gaat toch
vooral de biologische landbouw daarmee aan de haal...'', zo vindt
de akkerbouwer. Mede om die reden is Sterenborg ook lid van de
Stichting Veldleeuwerik. ,,De meeste boeren binnen deze club zijn
niet alleen heel bewust bezig met hun bedrijf, maar ook met hun
omgeving. Elk jaar komen er weer goede ideeën boven tafel waar
we onze tanden in kunnen zetten. Dat motiveert mij telkens weer
om door te gaan en - waar mogelijk - een stapje extra te zetten.''
Nanne Sterenborg:,, De meeste boeren binnen Veldleeuwerik zijn niet alleen heel bewust bezig met hun bedrijf, maar ook met hun omgeving."
Afspoeling van middelen voorkomen
Dat Sterenborg duurzaam werken serieus neemt, blijkt onder meer uit de begreppelde akkerrand die hij - mede op initiatief van Bayer - heeft aangelegd langs een van zijn aardappelpercelen. Doel is om afspoeling en drift van gewasbeschermingsmiddelen naar de sloot tijdens het groeiseizoen te voorkomen. In de drie meter brede akkerrand is een mengsel van hoog groeiende planten (waaronder zonnebloemen) gezaaid die een eventuele drift kunnen afvangen. De greppel in de akkerrand dient als een soort overstort na een grote regenbui. ,,Afgelopen seizoen hebben we hier geen grote buien gehad, waardoor de greppel geen dienst heeft hoeven doen. Over de effectiviteit van het systeem kan ik dus nog niet zoveel zeggen'', zegt Sterenborg. Wél wil hij komend seizoen liefst een akkerrandmengsel dat wat eerder begroeid is in het voorjaar. ,,Nu groeide de akkerrand een beetje achter de aardappelen aan, waardoor het doel - het voorkomen van middelen in de sloot - niet echt bereikt kan worden.'' Zelf ziet Sterenborg wel iets in een smalle rand met rogge. ,,Dat gewas gaat in het voorjaar vlot van start en is ook voldoende hoog om eventuele drift op te vangen.''