Dukker Chrysanten gebruikt ruim een jaar FLiPPER tegen luis en trips in chrysanten. De ervaringen met het groene middel zijn positief, zegt bedrijfsleider gewasbescherming Sjaak van Duijn. “We gebruiken het middel op het stekje tot het plantje redelijk bladbedekkend is. Daarna schakelen we over op de biologie.”
Sjaak van Duijn tussen de chrysanten: “Je moet als teler een goed gevoel bij groene middelen hebben. Bij FLiPPER hebben we de ervaring dat het middel aanslaat.”
Dukker Chrysanten teelt chrysanten van het ras Radost in wit, crème en geel, onder 3,3 hectare glas in Bleiswijk. De kwekerij is aangesloten bij afzetcoöperatie Zentoo. “Zentoo wil naar haar klanten toe duurzaamheid en kwaliteit uitstralen”, zegt Van Duijn. “De coöperatie heeft een eigen strategie op gewasbescherming die strenger is dan de wettelijke kaders aangeven. Zo mogen Zentoo-leden sinds 2017 bijvoorbeeld geen neonicotinoïden meer gebruiken, omdat enkele schadelijk zijn voor bijen. Dat betekent dat wij zoveel mogelijk met groene middelen willen werken.”
FLiPPER is een middel dat goed in die strategie past, vindt Van Duijn. De kwekerij zet het groene middel in totaal 10 tot 14 dagen in de teelt van chrysanten in, om het stekje te beschermen tegen luis en trips. Als het plantje bladbedekkend is, worden er biologische vijanden over het gewas gestrooid. Zodra de biologie erop zit, worden er andere groene middelen gebruikt om de natuurlijke bestrijders te ondersteunen en wordt er geen FLiPPER meer gebruikt, zegt hij.
Samen met Van Iperen doet Dukker proeven om te kijken of FLiPPER veilig is voor de biologie. Als dat het geval is, kunnen we FLiPPER mogelijk breder gaan inzetten, zegt Sjaak van Duijn.
Proeven met FLiPPER
Samen met Van Iperen doet Dukker proeven om te kijken of FLiPPER schadelijk is voor de nuttige vijanden of niet. Van Duijn: “We weten dat Bayer deze proeven ook in laboratoria heeft gedaan. Daaruit is gebleken dat het middel nauwelijks schadelijke effecten op de biologie heeft. Wij werken echter in een praktijksituatie, we willen met eigen ogen zien wat het middel doet op de biologie in de kas. Als de resultaten van het onderzoek positief zijn, kunnen we FLiPPER mogelijk breder gaan inzetten. Anders passen we het alleen in de aanloopfase toe.”
Verder wil de chrysantenteler weten wat het middel voor effecten op de chrysantenteelt heeft. “Stel dat langer gebruik van FLiPPER een groeiachterstand in de bloemen geeft”, zegt Van Duijn. “Dat hoeft niet erg te zijn. Dan hoeven we aan het einde van de teelt niet te compenseren door de groei af te remmen. Dat zijn allemaal factoren die je moet afwegen. Maar we zijn geen laboratorium waar we zaken vijftien keer kunt uitproberen. We moeten hier een kwalitatief goed product telen, dat we aan onze klanten kunnen afzetten. We kunnen wat dat betreft niet tot het uiterste gaan.”
Contactmiddel
FLiPPER is een contactmiddel op basis van vetzuren en kaliumzouten. Het middel geeft geen residu en heeft daarom geen MRL. Het chrysantenplantje wordt in twee weken tijd vier keer met FLiPPER behandeld, zegt Van Duijn. “FLiPPER moet direct met het plaaginsect in contact komen, het middel heeft geen nawerking zoals chemische middelen, die in de waslaag van het blad gaan zitten. Als FLiPPER is opgedroogd, is de werkzame stof ook weg. Het groene middel werkt ongeveer twee uur. Je moet FLiPPER inzetten op het moment dat het plaaginsect actief is.”
De ervaringen met FLiPPER op luis zijn goed, aldus Van Duijn. Het is heel vervelend als je luis hebt, maar er is wel goed van af te komen, zegt hij. “Je ziet dat de luis door FLiPPER uitdroogt. Bij trips moet in principe hetzelfde gebeuren, maar daar zien we het niet. Dat komt omdat trips op een andere plek op het plantje zit, het beestje is moeilijker op te merken. Maar door middel van de tellingen en gewasscouting die we doen, weten we dat de trips langer wegblijft.”
Goed gevoel bij groen middel
Dukker Chrysanten wil groene middelen daar waar mogelijk inzetten in de teelt van bloemen. De combinatie met chemische gewasbescherming blijft echter noodzakelijk, zegt Sjaak van Duijn. “Misschien dat we ooit alleen met groene middelen gaan werken, de ontwikkelingen staan niet stil. Groene middelen moet je preventief inzetten, als de plaagdruk laag is. Je wilt met deze middelen het moment uitstellen dat de plaag oploopt en je naar sterkere middelen moet grijpen. Maar je moet er ook een goed gevoel bij hebben. Wij hebben het gevoel dat FLiPPER aanslaat.”