Duist met sterkste middelencombinatie te lijf
,,Wat wij tegen duist doen? Nou, zo'n beetje alles wat maar mogelijk is.'' Met deze woorden vat Udo Roelofs samen hoe hij hét probleemonkruid in tarwe aanpakt. Volgens hem kunnen tarwetelers in het Oldambt zich eigenlijk geen misslag meer permitteren als het om de bestrijding van duist gaat. ,,Je moet voor de volle 100 procent bestrijding gaan, anders loopt het uit de hand.''
Het is eind januari en kletsnat op de tarwevelden rondom Nieuwolda. Een rondje over het land om te kijken hoe de tarwe (en ook de duist) erbij staat, zit er daarom niet echt in. Het wat 'aangenamere' alternatief is een gesprek in het kantoor van Roelofs, waar ook Agrifirm-adviseur Jan Derks Kloosterboer is aangeschoven. Gespreksonderwerp van de ochtend is duist, al tientallen jaren hét probleemonkruid van de Oldambtster graantelers. Nemen de problemen nog steeds toe, luidt de eerste vraag. ,,Ja, elk jaar zijn er weer nieuwe tegenvallers'', zegt Kloosterboer. ,,Dat kan komen omdat telers een slag gemist hebben bij de bestrijding of omdat er een te lichte middelencombinatie is gebruikt. Voor duist geldt dat een bestrijding van 99 procent eigenlijk te weinig is. Je moet streven naar honderd procent, zodat de sterkste, meest resistente duistplanten zich het jaar erop niet vermeerderen.'' Udo Roelofs is het helemaal eens met deze redenering. Hij voert daarom al jaren het 'complete pakket' maatregelen tegen duist uit. Dat houdt in: vroeg een vals zaaibed maken, duist ruim de tijd geven om te kiemen, vervolgens afbranden met glyfosaat en liefst 'wat later' zaaien (vanaf ongeveer half oktober) en snel daarna een najaarsbestrijding tegen duist. ,,Als je dat allemaal op de juiste tijdstippen en onder goede omstandigheden doet, dan maak je al een flinke slag in de duistbestrijding. 80 procent van de duist kiemt namelijk in het najaar'', legt Roelofs uit.
Atlantis of Othello
Voor de voorjaarsbestrijding zijn er twee mogelijkheden: Atlantis (OD of Star, red.) of Othello, waarbij de laatste net iets krachtiger is tegen duist. ,,Welke middel het meest geschikt is hangt vooral af van de duistdruk op het betreffende perceel. Maar we nemen bij onze advisering ook de resultaten van de duistproeven op proefboerderij Ebelsheerd en het het meest recente resistentie-onderzoek mee. Op basis hiervan kiest ongeveer twee derde van onze telers voor Atlantis en een derde voor Othello'', schat Kloosterboer in.
Omdat de duistdruk bij Roelofs relatief hoog is, kiest hij hoofdzakelijk voor Othello, aangevuld met Capri® en zwavelzure ammoniak. Deze laatste component zuurt het harde water iets aan, waardoor de werking van de spuitmix iets beter wordt. ,,Op dit moment is dit de sterkste mix voor dit gebied'', stelt Kloosterboer, die merkt dat deze combi gestaag meer aanhangers krijgt. Het enige dat telers soms nog tegenhoudt is het prijsverschil tussen Atlantis en Othello. De laatste is per hectare iets duurder en dat zorgt - bij de huidige marges in de graanteelt - bij een aantal telers toch voor wat aarzeling, zo weet de adviseur. Roelofs beaamt dat hij dat geld liever in de knip houdt, maar voor de langere termijn ziet hij dat een degelijke duistbestrijding toch zijn vruchten afwerpt. ,,In het verleden hebben we wel eens een slag gemist met de duistbestrijding en daar hebben we nu nog last van. Ik weet dus hoe belangrijk het is om het land schoon te houden. Bovendien ben ik nog jong en wil ik nog hele poos door op dit bedrijf. Duist laten versloffen is dan wel het slechtste wat je kunt doen.''
Capri® is een geregistreerd handelsmerk van Dow Agrosciences
Udo Roelofs (links) heeft samen met zijn moeder Anneke een akkerbouwbedrijf in Nieuwolda (Gr.). Op ruim 200 hectare worden tarwe (75%), koolzaad en luzerne verbouwd. Jan Derks Kloosterboer is teeltadviseur bij Agrifirm.