‘Een gezond gewas telen met zo min mogelijk werkzame stof’
De Peelkroon BV is een moderne aardbeienkwekerij met 2,4 hectare aardbeienteelt onder glas. Rob van Enckevort, de 30-jarige ondernemer, staat open voor nieuwe ontwikkelingen, maar werkt graag eenvoudig. Bij de gewasbescherming kiest hij voor een geïntegreerde aanpak, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor het biologische middel Serenade. “Het is de kunst om een gezond gewas te telen met zo min mogelijk werkzame stof.”
Twee keer per jaar worden de aardbeien op het bedrijf van Rob van Enckevort geoogst: in de herfst en in de lente. Half juni waren de dames bezig met het staartje van de tweede oogstronde, die half april was begonnen.
Rob van Enckevort, die het vak van aardbeien telen leerde op het ouderlijk bedrijf in het Limburgse Kronenberg, maakte in 2011 een voor de hand liggende stap. Want toen kreeg hij de kans om in buurdorp America een bestaand bedrijf zonder opvolging over te nemen. De eerste 3,5 jaar was dit een samenwerkingsverband. Daarna zette hij het bedrijf op eigen benen voort onder de treffende naam De Peelkroon. Hij werkt uitsluitend met het ras Elsanta. “Het is een productief ras met smaakvolle aardbeien”, zegt Bart Joosten. De teeltadviseur van toeleverancier Mertens bezoekt zijn klanten elke twee weken. Het teeltproces begint medio augustus, omdat dan het planten plaats vindt. Begin oktober kan er gestart worden met de eerste oogst, die loopt tot half december. Na de winterrust worden dezelfde planten in het voorjaar klaargestoomd voor een tweede plukperiode van half april tot half juni. De jaarproductie ligt op 300.000 tot 320.000 kilo.
Rob is sinds begin 2016 aangesloten bij Kompany, een in Venlo gevestigd samenwerkingsverband van komkommer- en aardbeientelers. “Qua strategie, marktbenadering en afzet hebben we dezelfde visie. En onze organisatie is transparant”, zegt de teler. Behalve naar Nederlandse klanten gaan de aardbeien van Kompany vooral naar Duitsland, Engeland en Scandinavië.
Geïntegreerde aanpak
Rob van Enckevort teelt aardbeien zo duurzaam en biologisch mogelijk. Zuinig omgaan met water, grondstoffen, plantenvoeding en energie zijn speerpunten. Bij de geïntegreerde teelt maakt hij gebruik van natuurlijke vijanden: beestjes tegen beestjes. Luis wordt aangepakt met sluipwespen en galmuggen, de lastige wittevlieg met roofmijten. Vanwege soms lastige neveneffecten heeft Rob een aantal chemische middelen verruild voor groene middelen, al gaat dat niet altijd van een leien dakje. “We gaan steeds een stapje verder en dat gaat met vallen en opstaan”, zegt Rob eerlijk over het leerproces. “Hoe vaker je de grenzen opzoekt, des te makkelijker het loopt.”
Teeltadviseur Joosten: “Rob wil meer biologisch werken, liefst zo groen mogelijk. Hij is daarmee een stap verder dan de meeste andere bedrijven.” Het is hem ook opgevallen dat Rob meer accepteert, zich niet te snel uit het veld laat slaan. Bestrijding van de wittevlieg is een goed voorbeeld. De teler zelf is best tevreden over zijn aanpak. “Het is geen doel op zich, maar wel een uitdaging.”
Preventief werken
“Kijk eens hoe dicht dit gewas staat”, zegt Rob, terwijl hij het bladerdek in een teeltgoot optilt. Hij wijst er op dat het lastig is om een goed spuitbeeld te bereiken, “omdat het moeilijk is om in een dicht gewas alles te raken”. Adviseur Joosten stelt dat meeldauw een lastige belager is; een gestructureerde preventieve aanpak vanaf de start is daarom vereist. “Dan moet je er bovenop zitten met een bespuiting, maar het liefst met zo min mogelijk werkzame stoffen.”
Sinds vorig jaar zet Rob Serenade preventief in tegen meeldauw, zodat zware chemische middelen overbodig zijn. De bacteriestam in het biologische middel pakt de schimmel stevig aan. Van Enckevort, die in een strak spuitschema 5 liter per hectare gebruikt, voert de gewasbescherming altijd tegen zonsondergang uit. Dan is de verdamping geringer en kan het middel langer op het gewas inwerken. “Groene producten zijn prima, maar we moeten niet de indruk geven dat het wondermiddelen zijn”, stelt Rob relativerend. Zijn adviseur hamert op de totale aanpak. “Het gaat erom een geïntegreerd teeltschema samen te stellen, waarin Serenade het beste tot zijn recht komt.”
Adviseur Bart Joosten van Mertens inspecteert de planten op De Peelkroon, waar 2,4 hectare aardbeien worden geteeld onder glas. “Door de geïntegreerde gewasbescherming kun je een gewas telen met zo weinig mogelijk residu.”
Opmars
Serenade is onder aardbeientelers bezig aan een opmars, meent Bart Joosten. Waren er in 2016 een vijftal klanten van Mertens die het groene middel toepasten, dit jaar is dat aantal al verdubbeld naar tien. Hij verwacht dat de vraag verder zal toenemen, omdat steeds meer telers milieuvriendelijker willen en moeten werken. “Ook voor het watermanagement van een aardbeienbedrijf gelden steeds strengere regels. Bepaalde middelen moeten voldoen aan een 95%-zuiveringsplicht waardoor het gebruik ervan zeker niet makkelijker wordt.” Hierdoor wordt het gebruik van groene middelen steeds meer gestimuleerd. Rob vindt wel dat het mogelijk moet blijven om in te grijpen, als het een keer fout dreigt te gaan met de ziektedruk. Dan moet er wel een effectief curatief middel op de plank staan. “Dat moeten fabrikanten wel in het oog blijven houden.”
Groene gewasbescherming is prachtig, maar het financiële plaatje moet ook kloppen. Rob is er eerlijk over. “Het kost ons de laatste jaren best een vermogen om biologisch te werken. Op de lange termijn hopen wij toch ons voordeel te halen uit onze aanpak.” Hij ziet het niet als een belasting. “Het is juist een stukje uitdaging. Op dit moment ligt de veehouderij onder het vergrootglas, eens zal dat ook de tuinbouw treffen. Dat wil ik voor zijn!”