Nog nooit zoveel bieten verwerkt
Suiker Unie verwerkte de afgelopen vijf maanden ruim 1,3 miljoen ton bieten, een absoluut record. Bijna de helft van de oogst ging naar in de fabriek in Vierverlaten/Groningen. Suikerbieten Koerier liep er half januari een ochtend mee met Rik Gengler, manager van de Agrarische Dienst.
,,Zeker, we hebben wat tegenslag gehad waardoor de campagne een kleine twee weken is uitgelopen. Maar we hebben ook laten zien dat we een topoogst prima aankunnen en zelfs nog ruimte hebben voor extra aanvoer.''
Dagelijks rijden er zo'n 1050 vrachtauto's het fabrieksterrein in Groningen op om te lossen. Samen zijn deze goed voor zo'n 28.000 ton netto bieten per dag.
Op de losplaats ligt een voorraad van zo'n 15.000 ton bieten. Deze worden met twee shovels in een ondergrondse put gekiept. De bak van een shovel kan ongeveer 10 ton bieten meenemen.
Van ongeveer 70 procent van de binnenkomende vrachten worden monsters gestoken. Dat is volgens Gengler voldoende voor een goed en zeker beeld van het suiker- en tarrapercentage.
Vanaf de losplaats gaan de bieten met een 450 meter lange transportband omhoog naar de waslijn. Begin oktober scheurde de band, waardoor de verwerking bijna een week vertraging opliep.
Elk seizoen zitten er weer 'bijzondere voorwerpen' tussen de bieten, zoals hoefijzers, rooischaren en stukken hardhout. Deze kunnen flinke schade veroorzaken aan opvoerbanden en andere installaties.
Ruim 1000 ton bieten gaat er per uur door deze enorme wastrommel. Op het eind bevatten de bieten nog een kleine twee procent tarra. In het verdere wasproces gaat daar nog een keer een procent vanaf.
De schone bieten worden verdeeld over twaalf snijmolens. Elke molen snijdt zo'n 100 ton bieten per uur.
De messen in de snijmolens worden per toerbeurt geslepen of vervangen.
Het bietensnijdsel gaat naar de diffusietorens waar de suiker er met warm water uit wordt gehaald. Zo ontstaat ruwsap, met een suikerconcentratie van ongeveer 15 procent. De overgebleven pulp gaat weg als veevoer.
Het ruwsap wordt gezuiverd met kalk en koolzuurgas (Co2). Hierdoor ontstaat dunsap met 17 procent suiker. De vast, uitgefilterde stof wordt gedroogd en als kalkmeststof (Betacal) verkocht.
In het 'Control Center' worden alle processen nauwlettend in de gaten gehouden. Alle processen zijn computergestuurd; alleen bij storingen of onderhoud komen er mensenhanden aan te pas.
Door het dunsap met stoom in te dampen ontstaat er diksap met zo'n 70 tot 80 procent suiker. Dit diksap wordt vervolgens gekookt, waardoor het indikt tot een dikke brij met suikerkristallen. Hoe meer water er verdampt, hoe groter de suikerkristallen worden.
Een lange rij centrifuges scheidt de suikerkristallen van de melasse (stroop). De kristalsuiker wordt hoofdzakelijk afgezet als grondstof voor de veevoerindustrie.
In twee silo's op de locatie Groningen kan 154.000 ton kristalsuiker worden opgeslagen. Nog eens 100.000 ton - ca. 10 procent van de totale productie - wordt als diksap opgeslapen en later in het jaar (april/mei) tot kristalsuiker verwerkt.
Ongeveer 85 procent van de geproduceerde suiker gaat als bulk de deur uit. De rest wordt in bigbags van 1000 kilo en in kiloverpakking afgezet.