Terug
Uienareaal uitgebreid na prima debuutseizoen
Volgende
Groener werken is geen keuze meer, het móet
sluiten

uitgave mei 2017

Uien Koerier

Scherp blijven op bladvlekkenziekte

,,Ziekten als meeldauw of Phytophthora zijn sterk gekoppeld aan bepaalde weersomstandigheden en kun je daarom redelijk goed zien aankomen. Maar bij bladvlekkenziekte is dat veel lastiger. Er bestaat zogezegd geen 'bladvlekkenweer' en dat maakt de ziekte veel minder grijpbaar.''

Aan het woord is Luc Remijn, senior adviseur bij Delphy en accountmanager bij het UIKC. Hij schetst in een paar zinnen het 'gevoel van ongrijpbaarheid' dat bladvlekkenziekte bij veel telers teweeg brengt. De laatste jaren ziet hij de ziekte weer wat opkomen, al vindt hij het lastig om precies aan te geven waar dat nou precies in zit. ,,De afgelopen twee jaar hebben we in tweedejaars plantuien relatief vroeg moeten spuiten tegen bladvlekken. Dat was deels te verklaren door het weer en door het stadium waarin de gewassen toen verkeerden. Daarnaast zie ik dat de adviessystemen wat 'scherper' zijn afgesteld dan in het verleden; ook dat zou een rol kunnen spelen. Maar er bestaat ook zeker de indruk dat de ziekte zich op de één of andere manier krachtiger manifesteert dan in het verleden.'' Remijn heeft (nog) geen concrete aanwijzingen dat er nieuwe fysio's in het spel zijn. En ook het middelenpakket geeft niet direct aanleiding om te denken dat bladvlekkenziekte minder goed kan worden aangepakt, al heeft het wegvallen van Daconil en Shirlan (enkel jaren terug) de bestrijding er  niet eenvoudiger op gemaakt. ,,Voorlopig blijft het dus een beetje gissen naar de oorzaken van de toename en zullen we de ziekte extra goed in de gaten moeten houden.''

Spuitschema steeds grotere puzzel

Nog een punt van zorg is dat het middel Allure® - dat zeer sterk is op bladvlekken - dit seizoen voor het laatst gebruikt magen worden. ,,Het zal dus nog meer een puzzel worden om de drie belangrijkste ziekten - valse meeldauw, bladvlekkenziekte en Stemphylium - tot het eind van het seizoen uit het gewas te houden.'' Hij verwacht dat het grotendeels opgevuld zal worden door de middelen Fandango, Amistar®, Kenbyo Fl®, Olympus® en Signum®. Daarbij zal Signum vooral worden ingezet bij dreiging van koprot en de andere vier middelen vooral bij een hoge bladvlekkendruk (zonder dreiging van koprot).

Luc Remijn is senior adviseur bij Delphy en accountmanager bij het UIKC.

Luna Experience slim inzetten

Ook zal het middel Luna Experience dit seizoen weer een belangrijke partner in veel spuitschema's zijn, zo verwacht de adviseur. ,,Luna Experience behoort tot de sterkste middelen op bladvlekken en Stemphylium en is - in vergelijking met concurrerende middelen - ook nog eens redelijk voordelig. Dat spreekt de praktijk uiteraard erg aan.'' Belangrijk is wel om Luna Experience 'slim' in te zetten omdat het niet meer dan twee keer per seizoen mag worden toegepast. Remijn's voorkeur gaat daarbij uit naar de tweede en vierde bespuiting, dus rond eind juni/begin juli. ,,Door Luna Experience vroeg in te zetten maak je niet alleen optimaal gebruik van zijn kracht op bladvlekkenziekte, maar ook van zijn sterke werking tegen Stemphylium. Vooral in de beginfase kunnen uien het soms moeilijk hebben in hun groei en krijgt een zwakteschimmel als Stemphylium alle kans om toe te slaan. Met Luna Experience voorkom je dat Stemphylium erin sluipt en de uien verzwakt.'' Remijn benadrukt dat de vroege inzet van Luna Experience geldt in jaren zonder dreiging van koprot. ,,Wanneer er koprot in het spel is, krijgt Signum de voorkeur en schuift de inzet van Luna Experience een week of langer naar achteren. Daarbij kan Luna mooi afgewisseld worden met Fandango, dat behalve op bladvlekken en Stemphylium ook een goede werking heeft op valse meeldauw'', zo besluit de adviseur.

Welk weer is gunstig voor bladvlekken?

De snelheid waarmee bladvlekkenziekte zich ontwikkelt is sterk afhankelijk van het weer. Belangrijkste parameters hierbij zijn de bladnatperiode, de relatieve vochtigheid (RV) en de temperatuur.

Bladnatperiode

De schimmel heeft minimaal zes en gemiddeld tien tot twaalf aaneengesloten uren bladnat nodig om de plant binnen te dringen.

Relatieve luchtvochtigheid

De schimmel kan géén sporen vormen na een droge dag (RV < 70% gedurende 14 of meer uren) of wanneer van de vier afgelopen dagen de relatieve luchtvochtigheid op slechts een of twee dagen gedurende zes of meer uren boven de 90% uitkwam.

Temperatuur

De schimmel heeft een temperatuur tussen 12 en 25 °C nodig om te groeien en te ontwikkelen. Temperaturen van 30 °C of hoger zijn dodelijk voor de schimmel.


Allure®, Signum® en Kenbyo® Fl zijn geregistreerde handelsmerken van BASF Agro
Olympus® en Amistar® zijn geregistreerde handelsmerken van Sygenta Crop Protection


+Colofon