Maak meer gebruik van natuurlijke vijanden
,,Uientelers moeten stoppen met het gebruik van pyrethroïden en deze inwisselen voor selectieve middelen. Verder moeten ze veel meer gebruik maken van het enorme potentieel aan natuurlijke vijanden van de trips.'' Dat zegt Guido Sterk, directeur van IPM Impact en specialist op het gebied van geïntegreerde gewas- bescherming. Hij pleit voor een uitgebalanceerd systeem van plaagbeheersing in plaats van volledige plaagbestrijding.
Kortschildkevers, roofmijten, gaasvliegen, roofwantsen... En dat ook nog eens met allerlei welluidende Latijnse namen... Wie met Guido Sterk praat krijgt een spervuur van 'nuttige beestjes' om z'n oren. ,,Ja, ik weet dat akkerbouwers niet gewend zijn om over nuttige insecten te praten'', zegt hij met een glimlach. ,,En dat terwijl ze zo'n belangrijke functie kunnen vervullen als plaagbestrijders in gewassen. Er is dus nog heel veel missiewerk te verrichten op dit vlak.''
Afgelopen winter heeft de uit België afkomstige Sterk meerdere lezingen in Nederland gegeven over het in praktijk brengen van geïntegreerde gewasbescherming. Daarbij maakt hij veelvuldig gebruik van kennis uit de fruitteelt en glastuinbouw, waar nuttige insecten al veel langer een belangrijke rol spelen bij de plaag-bestrijding.
Guido Sterk is directeur van IPM Impact in Kuringen (Bel.). Zijn bedrijf voert praktijkproeven uit op het gebied van geïntegreerde gewas-bescherming (Integrated Pest Management/IPM) en helpt opdracht-gevers om IPM-strategieën en -hulpmiddelen zo goed mogelijk in de praktijk te implementeren.
Het afgelopen jaar werd Sterk door Bayer gevraagd om de problemen met trips in uien nader te onderzoeken. Hij weet nog goed hoe enorm zwaar een aantal percelen in met name Flevoland waren aangetast. ,,Sommige delen waren compleet weggevaagd door trips; op andere stukken vonden we vele tientallen levende larven per plant. Dat was best even schrikken.''
Uit de ter plekke genomen grondmonsters bleek dat er vrijwel geen natuurlijke vijanden van de trips te vinden waren op deze percelen, zoals gaasvliegen, kortschildkevers en roofmijten. Volgens Sterk is dit in grote mate te wijten aan het jarenlange gebruik van pyrethroïden.
,,Pyrethroïden zorgen voor een dierlijke woestijn; alles wordt ermee dood gemaakt. En het duurt vaak jaren voordat het natuurlijk evenwicht tussen de insecten weer een beetje hersteld is. Wat mij betreft zouden boeren daarom acuut moeten stoppen met deze middelen.'' Hij beseft dat veel boeren pyre-throïden als een relatief goedkoop 'redmiddel' zien tegen insectenplagen. ,,Zeker, pyrethroïden kosten nog geen tientje per hectare. Maar daar wil ik graag tegenover zetten dat het voor vele honderden euro's aan nuttige insecten en roofmijten doodt. Bovendien werken pyrethroïden door resistentievorming steeds minder goed. Het is dus kortetermijn-politiek om deze middelen in te zetten; we moeten er echt vanaf.''
Alleen selectieve middelen
Sterk pleit ervoor om in plaats van een pyrethroïde alleen nog selectieve middelen - zoals
Movento, Benevia® en
Flipper - in te zetten, om zo de nuttige insecten zo veel mogelijk te sparen. ,,Ook deze middelen doden her en der nog wel een insect, maar ze zorgen voor een veel betere balans tussen het doden van trips en het sparen van nuttigen. En juist dat is nodig om plagen te kunnen beheersen.'' Hij benadrukt hierbij het woord beheersen, want dat zal wat hem betreft één van de basis-begrippen van de toekomstige gewasbescherming worden. ,,Boeren zijn nog erg gewend om plagen volledig te willen bestrijden, maar dat is lang niet altijd nodig. Belangrijk is om onder een economische schade-drempel te blijven. Selectieve middelen kunnen daar een solide basis voor leggen, maar ook natuurlijke vijanden kunnen heel veel schadelijke insecten opruimen, als je ze tenminste de kans geeft.''
Heel veel vragen...
Om maximaal te kunnen profiteren van natuurlijke vijanden is de juiste mix aan (waard)planten nodig. Volgens Sterk is er met name in de akkerbouw nog veel onduidelijk over de effecten van teelten en planten op nuttige insecten. ,,Welke insecten zitten er precies in welke gewassen en welke effecten hebben die op trips? En wat doen bijvoorbeeld groenbemesters; zijn die gunstig of juist ongunstig voor de ontwikkeling van trips? Het zijn allemaal vragen waar we antwoord op moeten zien te krij-gen.'' Niettemin zijn er ook een aantal effecten die volgens de Belgische specialist al wel bewezen zijn. Zo bieden bermen en bloemenranden doorgaans een schuilplaats voor miljoenen nuttige insecten, maar tegelijkertijd ook voor miljarden schadelijke insecten. ,,Per saldo helpen bermen en bloemranden de trips dus juist in het zadel. Hou bermen en grasranden daarom kort en zet vooral geen bloemranden langs uienpercelen; die trekken de nuttige insecten eerder uit het perceel dan dat ze die erin brengen'', zegt hij. Ook waarschuwt hij voor het gewas luzerne; dit is namelijk een prima waardplant voor trips. ,,Overleg zo nodig met collega's die luzerne telen en hou zo veel mogelijk afstand met de uien.''
Siermais en aardbeien
Omgekeerd zijn er ook teelten en planten die juist een overmaat aan nuttige insecten herbergen. Zo vormen (sier)maïs en aardbeien een goed broedplaats voor de Oreus-roofwants en kortschildkevers; beide natuu-lijke vijanden van de trips. ,,Een paar rijen maïs of aardbeien in de buurt van een perceel uien kan een groot effect hebben op de beheersing van trips'', weet Sterk. Ook gunstig zijn heesters en hagen, zoals zwarte els, haagbeuk, wilg en hazelaar. ,,Deze herbergen vele tienduizenden nuttigen, zo weten we vanuit de fruitteelt. Een paar van deze bomen of struiken rondom het erf kunnen net verschil maken tussen schade of geen schade in de uien.''
Verder is bekend dat teelten als graan (met name haver) en klaver veel nuttige insecten aantrekken en daarmee veel plaaginsecten kunnen bestrijden. ,,Een paar banen haver of klaver tussen de uien zou de ontwikkeling van roofwantsen flink stimuleren en daarmee kunnen bijdragen aan de bestrijding van trips.''
Benevia is een geregistreerd handelsmerk van FMC Operational Netherlands B.V.