Overzichten
Doorlopend neerslagoverschot
Onderstaande landkaart geeft het doorlopend potentieel neerslagoverschot (in millimeters) weer.
Het doorlopend potentieel neerslagoverschot wordt verkregen door het verschil te berekenen tussen de heoveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd in het tijdvak van 1 april tot en met 30 september. Een negatief getal geeft een vochttekort aan, een positief getal een vochtoverschot.
In onderstaande landkaart van Nederland wordt het langjarig gemiddelde van het potentieel neerslagoverschot (in millimeters) weergegeven van hetzelfde tijdvak in de periode 1971-2000. Bovenstaande landkaart is daarmee vergelijkbaar met de onderstaande.
In onderstaande grafiek toont de zwarte lijn het verloop in de tijd van het waargenomen neerslagtekort (mm), gemiddeld over 13 stations verspreid over Nederland. Een neerslagtekort is een negatief neerslagoverschot. De groene lijn met toevoeging "5% van de jaren" geeft het verloop van het neerslagtekort aan dat in 5 % van de jaren wordt overschreden. De blauwe lijn met toevoeging "mediaan" het verloop dat in 50% van de jaren wordt overschreden. De rode lijn laat het neerslagtekort zien dat in de extreem droge zomer van 1976 optrad. In deze grafiek wordt de berekening stopgezet indien het doorlopend tekort op nul uitkomt en weer hervat zodra er een tekort optreedt. De berekening loopt in principe vanaf 1 april, mits er sprake is van een tekort, en stopt definitief per 1 oktober. De actuele grafieklijn zal een dalende tendens laten zien indien er gedurende een tijdvak de hoeveelheid neerslag de berekende verdamping overtreft. De hoeveelheden zijn afgerond in hele millimeters. (klik op de grafiek voor een uitvergroting)
bron: www.knmi.nl