De dagelijkse praktijk van een lobby’ist
Met enige regelmaat verschijnen er artikelen in de krant en berichten op sociale media die spreken over de machtige lobby van boerenorganisaties en pesticidenfabrikanten, en hoe deze lobby de wereld vergiftigt. Dat klinkt allemaal nogal heftig, maar is dat ook zo?
Door: Christy van Beek
Het woord lobby stamt uit de Angelsaksische cultuur waar mensen van verschillende organisaties elkaar ontmoetten in de lobby van een hotel om een gesprek aan te gaan, in de hoop de ander te overtuigen van een bepaalde visie. Het huidige lobbywerk vindt inmiddels niet of nauwelijks meer fysiek plaats in een lobby, maar het gesprek voeren staat nog steeds centraal. Er gaan veel verhalen rond over lobby-activiteiten en hoe deze de besluitvorming beïnvloeden. In de praktijk is deze invloed echter zeer beperkt. In dit artikel vertellen twee lobbyisten uit de gewasbeschermingsindustrie over hun dagelijks werk.
De gewasbechermingsmiddelen industrie houdt zich bezig met alle facetten rondom plantgezondheid. Daarvoor ontwikkelen we zowel biologische als synthetische gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast zijn we actief in de veredeling van planten, precisielandbouw, monitoring van plantenziekten en toedieningstechnieken.
Het allergrootste deel van ons lobbywerk is informatie tot ons nemen, vanuit onze bedrijven maar zeker zo belangrijk van buiten onze bedrijven door bijvoorbeeld debatten te volgen, publicaties te lezen, of met agrarisch ondernemers te spreken. Op deze manier kunnen we een heel goed beeld vormen van ons werkveld.
Met al deze kennis en informatie kunnen we meestal weinig aanvangen in het publieke debat. Wij kunnen ons verhaal niet plaatsen in de krant, want het is een complex en genuanceerd verhaal waarin kranten vaak niet direct geïnteresseerd zijn. Dit in tegenstelling tot persberichten van NGO’s, die worden regelmatig klakkeloos overgenomen, ook door de kwaliteitskranten in Nederland, omdat het alarmerende berichten zijn en mensen nu eenmaal liever een angstverhaal lezen dan een genuanceerd verhaal. Hoor en wederhoor geldt dan vaak niet meer om nog maar te zwijgen over de nodige fact checking – iets dat je toch minimaal mag verwachten bij goede journalistiek.
Lobbyen draait om kennis en vertrouwen. Alleen als je dat hebt, ben je een interessante gesprekspartner. Politici hebben simpelweg geen tijd om alle geluiden uit de samenleving op te pikken en om alle ontwikkelingen te volgen. Wij leveren dit soort informatie aan. We zouden overigens wel goed gek zijn als dat gekleurd zou zijn, want in principe is deze informatie openbaar (wet openbaarheid van bestuur) en een beleidsmaker kijkt ook wel uit om teveel te leunen op één informatiebron. Hij of zij spreekt dus met tal van organisaties om zo een optimaal beeld te krijgen rondom een thema.
Zo’n gesprek kan een één op één gesprek zijn, of met een groep en soms is het geen daadwerkelijk gesprek maar het zenden van een boodschap via een publicatie of een persbericht. Tijdens de gesprekken vertellen we het hoe en waarom van gewasbescherming. We vertellen ook over onze inspanningen om nog verder te verduurzamen en dat sommige ontwikkelingen zoals biologische middelen op de markt zetten meer tijd kost dan we zouden willen. Het fijne van een gesprek is dat er meestal ook een paar vragen komen over wat de industrie nog meer zou kunnen doen, of hoe het wegvallen van een middel wel of niet opgevangen kan worden door de sector.
We moeten ons realiseren dat iedereen lobbyt, dus bijvoorbeeld ook NGO’s en milieuclubs lobbyen volop. Vaak wordt dat door het publiek niet zo gezien. Maar door alleen al te zeggen dat de pesticidenlobby heel machtig is en de wereld vergiftigd is feitelijk niets anders dan een sterke lobbyactiviteit. Helaas zien we vaak dat dan ineens iedereen “expert” is, en dat degene die er daadwerkelijk voor gestudeerd heeft of werkzaam is in het betreffende vakgebied wordt weggezet als een prutser of als iemand met grote financiële belangen die alleen uit is op korte termijn winst ten koste van alles. Hierdoor polariseert het debat heel snel.
Deze polarisatie en framing zorgt ervoor dat genuanceerde boodschappen moeilijk doordringen tot het publieke debat. Ook deze brief is een lobbyactiviteit die geheid leidt tot allerlei beschuldigingen. Het zij zo, we wilden graag inzage geven over ons dagelijks werk. Daar zitten geen dubieuze praktijken bij. Wij zijn er van overtuigd dat we het gesprek moeten blijven voeren – maar daarnaast vooral naar elkaar moeten blijven luisteren. We staan voor enorme uitdagingen en alleen samen komen we verder.
Christy van Beek, Sustainability Lead