Producten

Snelle registratie groene middelen geen wondermiddel

Jolanda Wijsmuller, 27 juni 2022

Het aanbod aan gewasbeschermingsmiddelen wijzigt snel. In rap tempo verdwijnen synthetische producten. Middelen met een natuurlijke herkomst (hierna te noemen “groene middelen”) op basis van schimmels, bacteriën, plantextracten en feromonen komen er gestaag bij. De politieke roep om deze middelen via een versneld toelatingstraject toegang te verlenen tot de markt is groot. Hiermee wordt de indruk gewekt dat het verdwijnen van synthetische producten eenvoudig opgevangen kan worden met groene middelen. 
 
Bieden groene innovaties inderdaad de verwachte oplossingen?
 
Groene innovaties
De afgelopen jaren zien we geregeld dat de etiketten van geregistreerde groene middelen worden uitgebreid via een kleine uitbreiding gebruiksgebied. Vanuit dat oogpunt wordt de toepassing uitgebreid naar veel teelten omdat veel gewassen in Nederland in de categorie kleine teelten vallen. Kortom, de groene middelen zijn in het algemeen vrij breed beschikbaar.
 
Binnen de groene middelen onderscheiden we diverse groepen:
Schimmels en bacteriën 
Bij nieuwe groene middelen op basis van schimmels en bacteriën is de innovatie vaak gebaseerd op een nieuwe stam: in de praktijk worden deze nieuwe producten veelal gezien als meer van hetzelfde. Een enkele keer is er sprake van een geheel nieuw geslacht. Denk bijvoorbeeld aan de van oudsher bekende rupsenbestrijders op basis van Bacillus thuringiensis.
 
Plantextracten
De categorie plantextracten is een beperktere bron van innovatie waar we vooral insecticiden en in mindere mate fungiciden vinden. Deze middelen zijn qua werking zeer afhankelijk van hun contactwerking. De effectiviteit is afhankelijk van het gewas, gewasstadium en het gedrag van het insect. 
 
Feromonen
Het aantal toegelaten feromonen neemt toe. Feromonen zijn effectief door insecten te verwarren (waardoor geen voortplanting) of door ze massaal weg te vangen. Feromonen zijn zeer insect-specifiek en leveren een beperkte en bescheiden bijdrage aan de bestrijding aan het brede scala aan schadelijke insecten in de land- en tuinbouw omdat ze zo specifiek werken.
De huidige groene middelen die nu op de markt zijn worden in het algemeen zorgvuldig ingebed in een gewasbeschermingsprogramma met synthetische producten. Waarom? Generaliserend gesproken kun je zeggen dat het werkingsniveau van groene middelen varieert van 40 tot 80 procent. In een strategie met enkele robuuste hoekstenen functioneren de groene middelen in voldoende mate. 
 
Implementatie niet eenvoudig
Er is veel onderzoek nodig om vertrouwen in de werking te generen bij de adviseur en bij de land- en tuinbouwer, om het middel goed te positioneren en om de werking te optimaliseren. We zien vrijwel altijd dat groene middelen in eerste instantie weinig worden gebruikt. Als er te weinig in ondersteuning, begeleiding en onderzoek wordt geïnvesteerd, dan bestaat het risico dat het middel na verloop van tijd van de markt verdwijnt.
 
Middelen die het wel halen groeien langzaamaan ieder jaar door. Echter er bestaat nu ook een risico dat kansen voor groene middelen gaan afnemen omdat teveel synthetische actieve stoffen verdwijnen en het dan niet meer mogelijk is om bijvoorbeeld eerst curatief met een synthetisch middel de ziekte- of plaagdruk te verminderen.
 
Het werkingsniveau van het groene middel kan dan te laag zijn voor de boer of tuinder om deze nog zinvol en met voldoende effect in te zetten.
 
Groene middelen tot en met 2030
Op de EU actieve stoffen database (annex 1) zien we de nieuwe groene middelen tot en met 2030 en daarna. Als deze stoffen namelijk op EU-niveau zijn goedgekeurd dan moeten ze daarna nog als product in de landen worden geregistreerd. Dit kost tijd. Daarin kan wellicht versnelling in aangebracht worden. 
Analyseren we de groene middelen die we nog kunnen verwachten de komende jaren dan valt op dat we nog enkele nieuwe feromonen kunnen verwachten, een grotere diversiteit aan nieuwe stammen van schimmel- of bacteriesoorten die al op de markt zijn plus nog enkele nieuwe soorten en nog een aantal plantextracten. 
We mogen concluderen dat zelfs als al deze groene actieve stoffen volgend jaar op de markt zijn als product, ze met het huidige pakket aan synthetische middelen onvoldoende de gaten kunnen opvullen die er nu al zijn in het huidige middelenpakket.  Daarnaast moeten we ons realiseren dat deze nieuwe groene actieve stoffen die mogelijk als product op de Nederlandse markt terecht zullen komen, nog heel veel lokaal onderzoek vereisen om ze optimaal te kunnen inzetten. 
 
Problematiek breder bekijken
Inzetten op een versnelling van de registratie van middelen is op zich geen foute gedachte. Het is echter een illusie, dat daarmee de boer en tuinder de komende jaren een enorm innovatief middelenpakket tot zijn beschikking krijgt waarmee hij de synthetische producten eenvoudig kan vervangen. De effectiviteit, stabiliteit van de werking en innovatie bij de groene middelen zijn nog op een te laag niveau zijn om synthetisch te vervangen.
 
Juist in aanwezigheid van synthetische middelen kunnengroene middelen functioneren en kunnen ze een deel van de synthetische bespuitingen vervangen om zo een goed IPM systeem in de praktijk te kunnen uitvoeren. Door alleen in te zetten op versnelling van de registratie van nieuwe groene middelen slaan we de plank voor een gezonde oogst in de toekomst mis. 
We moeten op alle vlakken investeren. Van robuuste teeltsystemen, innovatie op het gebied van veredeling, tot behoud en een snelle registratie van groene- en synthetische middelen die veilig zijn voor mens, dier en milieu. 

 

Jolanda Wijsmuller, manager biologische gewasbescherming, waardeketen en kleine teelten