Neonicotinoïdentrilogie nadert ontknoping
Neonicotinoïden onder druk door gebruik van een onwerkbare en niet-goedgekeurde Bee Guidance
Door: Hinse Boonstra
De derde beoordeling van de neonicotinoïden imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam door de European Food Safety Authority (EFSA), wordt deze maand verwacht en dat ziet er niet goed uit. EFSA heeft, net als bij de twee eerdere beoordelingen, gebruik gemaakt van concept (nog niet-goedgekeurde) regels voor bijenonderzoek, de Bee Guidance. Deze nieuwe regels zijn onwerkbaar. Dit is de reden waarom deze concept Bee Guidance niet is goedgekeurd door de Europese lidstaten. Dit weerhield en weerhoudt de Europese Commissie er niet van om het gebruik van de neonicotinoïden op basis van deze guidance te beperken. Deze gang van zaken betekent dat telers onnodig waardevolle middelen verliezen en dat het vertrouwen in de Europese toelating van middelen wordt ondermijnd.
Deel 1
In 2013 werd het gebruik van de drie neonicotinoïden (neonics) beoordeeld door EFSA. EFSA gebruikte hiervoor een concept-richtsnoer (regels) voor bijenonderzoek, de Bee Guidance. EFSA oordeelde op basis van dit concept dat er mogelijke risico’s en kennishiaten zijn voor het gebruik van de neonics. Belangrijk is dat diverse partijen, inclusief de Europese Commissie en EFSA, destijds aangaven dat deze concept-guidance tekort schiet en moet worden verbeterd. De concept-guidance is daarom nog niet goedgekeurd door de EU-lidstaten. Dat weerhield de Commissie niet om in 2013 te komen met een gebruiksverbod van neonics op voor bijen aantrekkelijke gewassen. Dit besluit van de Commissie is controversieel en wordt niet gesteund door een meerderheid van de lidstaten.
Diverse partijen waaronder het bedrijfsleven, onderzoeksinstituten en EU-lidstaten hebben inhoudelijke kritiek op de concept-guidance en het gebruik daarvan. Het grootste probleem vormen de onrealistische onderzoekscriteria en beschermdoelen. Om hier aan te kunnen voldoen heb je bijvoorbeeld voor veldproeven een oppervlakte gelijk aan het eiland Malta nodig. In de two-pager ‘Bee Pollinator Risk Assessment, proposal for a practical approach’ zet de European Crop Protection Association (ECPA) deze problemen en mogelijkheden voor verbetering op een rij. Er zijn de afgelopen jaren diverse voorstellen gedaan voor verbetering. Dit heeft de Commissie tot op heden niet bewogen om de niet-goedgekeurde en onwerkbare Bee Guidance te verbeteren. Dit is een probleem, omdat EFSA bij de toepassing hiervan bestaand en nieuw onderzoek afwijst omdat het niet (meer) voldoet aan de eisen. Het is dan ook niet vreemd dat EFSA mogelijke risico’s en kennishiaten constateert.
In 2016 beoordeelde EFSA in opdracht van de Commissie het overgebleven gebruik van de drie neonics. Het was een herhaling van zetten. De niet-goedgekeurde en onwerkbare Bee Guidance werd weer in stelling gebracht en EFSA constateerde logischerwijs opnieuw kennishiaten en mogelijke risico’s. De Commissie schreef op basis van de EFSA beoordeling vorig jaar een voorstel om alle overgebleven gebruik, met uitzondering van gebruik in kassen, te verbieden. Ook hier zijn veel EU-lidstaten niet over te spreken. De Commissie heeft het voorstel dan ook nog niet in stemming gebracht.
Deel 3
Deze maand wordt de derde beoordeling door EFSA verwacht. Deze keer gaat het over een evaluatie van het verbod uit 2013. Ook nu heeft EFSA weer gebruik gemaakt van de onwerkbare en niet-goedgekeurde Bee Guidance. De beoordeling van EFSA is nog niet openbaar, maar het laat zich raden wat deze zal zijn. De verwachting is dat de Commissie na deze derde beoordeling van EFSA haar voorstellen van vorig jaar voor verdere inperking van het gebruik van de drie neonics voor stemming gaat voorleggen aan het comité van de EU-lidstaten.
De ontknoping
De neonicotinoïdentrilogie komt met deze verwachte Europese stemming tot een ontknoping. De hoofdrol wordt daarbij gespeeld door een concept van een niet-goedgekeurde en onwerkbare Bee Guidance als onderdeel van een maatschappelijk en politiek geladen proces. Een medewerker van de Europese Commissie verwoorde het in 2014 op een mooie manier:
“The recent suspension of certain uses of neonicotinoid insecticides was not imposed because they are the main threat to bee health but because they were the only factor that could be quickly regulated by the European Commission.” “Pesticides are just one of several factors that are impacting bees. Others such as changing climate, biodiversity, food availability, pests and diseases cannot be tackled through a basic legal act.”
De Europese Commissie meet daarbij met twee maten. De niet-goedgekeurde Bee Guidance geeft ook bij andere middelen kennishiaten en mogelijke risico’s voor bijen, alleen leidt dit tot nu toe niet tot voorstellen voor vergaande beperkingen. Bij de Bee Guidance hanteert de Commissie bovendien een andere dan de normale procedure voor guidances. Gebruik van een guidance hoort pas plaats te vinden nadat deze is goedgekeurd.
Het beperken van de neonics zou te verdedigen zijn als de bijengezondheid hiermee geholpen is. Dat lijkt niet het geval. Noch met de introductie van de neonics noch met de huidige beperkingen op het gebruik is een oorzakelijk verband aangetoond met de ontwikkeling van populaties bijen. In de tussentijd is er wel veel nieuw onderzoek gedaan. Dit onderzoek bevestigt het beeld dat er bij gebruik volgens het etiket geen onaanvaardbare effecten zijn van neonics voor honingbijvolken. Voor populaties wilde bijen is minder informatie beschikbaar, maar ook hier lijkt een onaanvaardbaar effect onwaarschijnlijk. Duidelijk is dat de gezondheid van bijen multifactorieel bepaald is. Bij honingbijen lijken met name het optreden van ziekten en plagen en de imkerpraktijk belangrijk. Bij populaties wilde bijen is de beschikbaarheid van nestgelegenheid en voldoende voedsel cruciaal.
De uitkomst van de neonicotinoïdentrilogie is dat boeren waardevolle middelen moeten missen zonder dat de bijengezondheid er mee geholpen lijkt. Tegelijkertijd schaadt het politieke gebruik van een niet-goedgekeurde Bee Guidance het vertrouwen in de Europese toelating van middelen. Dit komt de bereidheid om te investeren in het voor boeren zo belangrijke effectieve middelenpakket niet ten goede. De hoop is nu gevestigd op de EU-lidstaten. Misschien kunnen zij de Commissie bewegen om de besluitvorming over de neonics op te schorten totdat een herbeoordeling door EFSA op basis van een verbeterde en goedgekeurde Bee Guidance heeft plaatsgevonden.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Hinse Boonstra (hinse.boonstra@bayer.com, 06 46024177)
De derde beoordeling van de neonicotinoïden imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam door de European Food Safety Authority (EFSA), wordt deze maand verwacht en dat ziet er niet goed uit. EFSA heeft, net als bij de twee eerdere beoordelingen, gebruik gemaakt van concept (nog niet-goedgekeurde) regels voor bijenonderzoek, de Bee Guidance. Deze nieuwe regels zijn onwerkbaar. Dit is de reden waarom deze concept Bee Guidance niet is goedgekeurd door de Europese lidstaten. Dit weerhield en weerhoudt de Europese Commissie er niet van om het gebruik van de neonicotinoïden op basis van deze guidance te beperken. Deze gang van zaken betekent dat telers onnodig waardevolle middelen verliezen en dat het vertrouwen in de Europese toelating van middelen wordt ondermijnd.
Deel 1
In 2013 werd het gebruik van de drie neonicotinoïden (neonics) beoordeeld door EFSA. EFSA gebruikte hiervoor een concept-richtsnoer (regels) voor bijenonderzoek, de Bee Guidance. EFSA oordeelde op basis van dit concept dat er mogelijke risico’s en kennishiaten zijn voor het gebruik van de neonics. Belangrijk is dat diverse partijen, inclusief de Europese Commissie en EFSA, destijds aangaven dat deze concept-guidance tekort schiet en moet worden verbeterd. De concept-guidance is daarom nog niet goedgekeurd door de EU-lidstaten. Dat weerhield de Commissie niet om in 2013 te komen met een gebruiksverbod van neonics op voor bijen aantrekkelijke gewassen. Dit besluit van de Commissie is controversieel en wordt niet gesteund door een meerderheid van de lidstaten.
Diverse partijen waaronder het bedrijfsleven, onderzoeksinstituten en EU-lidstaten hebben inhoudelijke kritiek op de concept-guidance en het gebruik daarvan. Het grootste probleem vormen de onrealistische onderzoekscriteria en beschermdoelen. Om hier aan te kunnen voldoen heb je bijvoorbeeld voor veldproeven een oppervlakte gelijk aan het eiland Malta nodig. In de two-pager ‘Bee Pollinator Risk Assessment, proposal for a practical approach’ zet de European Crop Protection Association (ECPA) deze problemen en mogelijkheden voor verbetering op een rij. Er zijn de afgelopen jaren diverse voorstellen gedaan voor verbetering. Dit heeft de Commissie tot op heden niet bewogen om de niet-goedgekeurde en onwerkbare Bee Guidance te verbeteren. Dit is een probleem, omdat EFSA bij de toepassing hiervan bestaand en nieuw onderzoek afwijst omdat het niet (meer) voldoet aan de eisen. Het is dan ook niet vreemd dat EFSA mogelijke risico’s en kennishiaten constateert.
Afb.1. Veldproef waar het effect van zaadcoating in koolzaad wordt getest op wilde bijen. Veel veldproeven naar effecten van neonics op bijen voldoen niet aan de eisen in de concept (nog niet goedgekeurde) Bee Guidance. Deze studies worden door EFSA niet meegenomen in haar beoordeling.
Deel 2In 2016 beoordeelde EFSA in opdracht van de Commissie het overgebleven gebruik van de drie neonics. Het was een herhaling van zetten. De niet-goedgekeurde en onwerkbare Bee Guidance werd weer in stelling gebracht en EFSA constateerde logischerwijs opnieuw kennishiaten en mogelijke risico’s. De Commissie schreef op basis van de EFSA beoordeling vorig jaar een voorstel om alle overgebleven gebruik, met uitzondering van gebruik in kassen, te verbieden. Ook hier zijn veel EU-lidstaten niet over te spreken. De Commissie heeft het voorstel dan ook nog niet in stemming gebracht.
Deel 3
Deze maand wordt de derde beoordeling door EFSA verwacht. Deze keer gaat het over een evaluatie van het verbod uit 2013. Ook nu heeft EFSA weer gebruik gemaakt van de onwerkbare en niet-goedgekeurde Bee Guidance. De beoordeling van EFSA is nog niet openbaar, maar het laat zich raden wat deze zal zijn. De verwachting is dat de Commissie na deze derde beoordeling van EFSA haar voorstellen van vorig jaar voor verdere inperking van het gebruik van de drie neonics voor stemming gaat voorleggen aan het comité van de EU-lidstaten.
De ontknoping
De neonicotinoïdentrilogie komt met deze verwachte Europese stemming tot een ontknoping. De hoofdrol wordt daarbij gespeeld door een concept van een niet-goedgekeurde en onwerkbare Bee Guidance als onderdeel van een maatschappelijk en politiek geladen proces. Een medewerker van de Europese Commissie verwoorde het in 2014 op een mooie manier:
“The recent suspension of certain uses of neonicotinoid insecticides was not imposed because they are the main threat to bee health but because they were the only factor that could be quickly regulated by the European Commission.” “Pesticides are just one of several factors that are impacting bees. Others such as changing climate, biodiversity, food availability, pests and diseases cannot be tackled through a basic legal act.”
De Europese Commissie meet daarbij met twee maten. De niet-goedgekeurde Bee Guidance geeft ook bij andere middelen kennishiaten en mogelijke risico’s voor bijen, alleen leidt dit tot nu toe niet tot voorstellen voor vergaande beperkingen. Bij de Bee Guidance hanteert de Commissie bovendien een andere dan de normale procedure voor guidances. Gebruik van een guidance hoort pas plaats te vinden nadat deze is goedgekeurd.
Het beperken van de neonics zou te verdedigen zijn als de bijengezondheid hiermee geholpen is. Dat lijkt niet het geval. Noch met de introductie van de neonics noch met de huidige beperkingen op het gebruik is een oorzakelijk verband aangetoond met de ontwikkeling van populaties bijen. In de tussentijd is er wel veel nieuw onderzoek gedaan. Dit onderzoek bevestigt het beeld dat er bij gebruik volgens het etiket geen onaanvaardbare effecten zijn van neonics voor honingbijvolken. Voor populaties wilde bijen is minder informatie beschikbaar, maar ook hier lijkt een onaanvaardbaar effect onwaarschijnlijk. Duidelijk is dat de gezondheid van bijen multifactorieel bepaald is. Bij honingbijen lijken met name het optreden van ziekten en plagen en de imkerpraktijk belangrijk. Bij populaties wilde bijen is de beschikbaarheid van nestgelegenheid en voldoende voedsel cruciaal.
Afb.2. De Varroamijt is een belangrijke plaag voor honingbijen. De Varroamijt parasiteert op de honingbij en brengt ziekten over.
De uitkomst van de neonicotinoïdentrilogie is dat boeren waardevolle middelen moeten missen zonder dat de bijengezondheid er mee geholpen lijkt. Tegelijkertijd schaadt het politieke gebruik van een niet-goedgekeurde Bee Guidance het vertrouwen in de Europese toelating van middelen. Dit komt de bereidheid om te investeren in het voor boeren zo belangrijke effectieve middelenpakket niet ten goede. De hoop is nu gevestigd op de EU-lidstaten. Misschien kunnen zij de Commissie bewegen om de besluitvorming over de neonics op te schorten totdat een herbeoordeling door EFSA op basis van een verbeterde en goedgekeurde Bee Guidance heeft plaatsgevonden.
Afb.3. Neonicotinoïden worden veel toegepast als zaadcoating bij suikerbieten. Het voorkomt o.a. de aantasting van suikerbieten door virusziekten.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Hinse Boonstra (hinse.boonstra@bayer.com, 06 46024177)