Producten

Help, alweer een residustudie!

Welke punten zijn van belang bij de beoordeling van berichten in de media over residustudies?

Door: Hinse Boonstra

Resten (residuen) van bestrijdingsmiddelen houden de gemoederen bezig. Met enige regelmaat worden er resultaten bekend gemaakt van metingen naar resten van bestrijdingsmiddelen. De afgelopen tijd werd er in de media onder andere bericht over resten in aardbeien, bier, vleermuizen, luiers, muesli, tampons, akkers, koolmezen, honing, ijs, zwaluwen, wijn en mest. Vorige week was er aandacht voor residuen in tuinen van mensen die naast bloembollenvelden wonen. Deze berichtgeving leidt tot vragen. Wat vaak in de media ontbreekt is een goede analyse en duiding van de metingen, waardoor makkelijk misverstanden kunnen ontstaan. Hieronder een aantal punten die behulpzaam kunnen zijn voor de juiste beoordeling van berichten over residuen. 


Afb.1. Regelmatig verschijnen berichten in de media over residuen van bestrijdingsmiddelen op diverse producten, zoals aardbeien

 

Wat is een residu?

Een residu is een restant van een stof dat achterblijft na gebruik van de stof. Dat kan voor alle stoffen gelden of het nu bestrijdingsmiddelen, kunststoffen, verven, coatings, cosmetica, schoonmaakmiddelen, brandstoffen of medicijnen zijn, gebruik ervan laat sporen na. Dat is niet te voorkomen en dat hoeft ook geen enkel probleem te zijn.

Wie zoekt zal vinden

Het vinden van residuen van stoffen is eenvoudig. Met de huidige detectiemethoden kunnen hele lage concentraties van stoffen gevonden worden. We kunnen inmiddels een nanogram (miljardste gram) in een liter detecteren. Dat komt overeen met het vinden van een druppel water in een olympisch zwembad. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er bij metingen in het milieu en op ons voedsel residuen van veelgebruikte stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, worden gevonden. In de meeste residustudies is de gevonden hoeveelheid echter laag.

Residu is niet hetzelfde als gif

Het vinden van een residu op zich zegt niets over risico’s voor de gezondheid en het milieu. Deze risico’s worden mede bepaald door de hoeveelheid die wordt gevonden; de dosis maakt het gif. Neem bijvoorbeeld cafeïne in koffie; cafeïne is een gif dat de koffieplant maakt om zich te verdedigen tegen insecten. Bij normaal koffiegebruik is de hoeveelheid van dit natuurlijke insecticide veilig. Je wordt er niet door vergiftigd. Bij 120 kopjes koffie kan de hoeveelheid cafeïne echter dodelijk zijn. In het geval van een residustudie moet de eerste vraag dus altijd zijn: is de gevonden hoeveelheid residu een risico voor de gezondheid van mens en milieu? In het overgrote deel van de residustudies die aandacht kregen in de media bleek de gevonden hoeveelheid geen risico op te leveren.

Bestrijdingsmiddelen worden goed onderzocht

Bestrijdingsmiddelen worden, voordat zij door de overheid op de markt worden toegelaten, goed onderzocht op risico’s voor mens en milieu. Er is dan ook precies bekend bij welke hoeveelheid een middel giftig / schadelijk is. Het gebruik van een middel mag geen risico hebben voor de mens en geen onaanvaardbaar risico voor het milieu. In de meeste residustudies waarover wordt bericht in de media vormen de gevonden residuen geen risico voor mens en milieu. Dit wordt voor risico’s voor de mens bevestigd door de residumonitoring van de overheid. Er zijn bijna nooit overschrijdingen van gezondheidsnormen. Voor milieurisico’s ligt dit anders. De overheidsmonitoring laat hier geregeld overschrijdingen van milieunormen zien. Een milieurisico is dan niet uit te sluiten. Dit milieuprobleem wordt door alle betrokken partijen serieus genomen en er wordt hard gewerkt aan oplossingen. De milieubelasting door bestrijdingsmiddelen is daardoor al met meer dan 80% afgenomen.

Nulrisico bestaat niet

Hoe goed je bestrijdingsmiddelen of andere stoffen uit de natuur of de fabriek ook onderzoekt, 100% zekerheid over de veiligheid krijg je nooit. Een nulrisco bestaat niet. Al was het maar omdat we nu niet kunnen weten wat we morgen misschien wel weten. We leren immers door voortgang in kennis en technologie continue bij. Dat is ook de reden waarom de hoogte van toegestane residuen van bestrijdingsmiddelen periodiek wordt herzien. Het aanpassen aan de laatste stand der kennis en technologie is belangrijk voor de veiligheid. Bovenstaande werkwijze geeft een hoge mate van veiligheid, ook al is die nooit 100%. 

We leven in een chemische wereld

De aanwezigheid van resten van stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, is misschien geen fijn idee. Je kiest er immers, in tegenstelling tot bijvoorbeeld cafeïne in koffie, niet zelf voor. Je kunt het echter wel in perspectief plaatsen. We leven namelijk in chemische wereld. Deze bestaat uit zowel door de mens als door de natuur gemaakte chemische stoffen. Planten en dieren produceren tal van stoffen, waaronder giftige stoffen, die wij bij consumptie binnen kunnen krijgen. De mens kan hier over het algemeen goed mee omgaan. Ons lichaam is gemaakt om stoffen af te breken en uit te scheiden. Ook in het milieu worden veel stoffen afgebroken. Dat geldt zowel voor chemische stoffen uit de natuur als uit de fabriek. Voor bestrijdingsmiddelen geldt dat zij alleen op de markt mogen worden gebracht als zij biologisch afbreekbaar zijn. Als we alle stoffen optellen dan maken bestrijdingsmiddelen maar een heel klein, maar wel heel goed op veiligheid onderzocht, deel uit van de totale hoeveelheid stoffen die wij binnen krijgen. 

Conclusie

Residustudies over bestrijdingsmiddelen krijgen regelmatig veel media-aandacht. Sommige mensen hebben hier vragen of zorgen over. De gevonden middelen vormen in de meeste van deze studies echter geen risico’s voor de mens en geen onaanvaardbare risico’s voor het milieu. Dat komt omdat het meestal gaat om kleine hoeveelheden die gevonden worden. Dit mag ook worden verwacht, gezien de strenge regels die voor de toelating en het gebruik van bestrijdingsmiddelen gelden. De gezondheid van gebruikers, omwonenden, consumenten en het milieu staat hierbij centraal. De hierboven genoemde punten helpen mogelijk bij de oordeelsvorming over de uitkomst van residustudies.

 

Hinse Boonstra, 15 maart 2019 (hinse.boonstra@bayer.com, 06 46024177)