Producten

Voorkom ongewenste residuen van gewasbeschermingsmiddelen

Bewustwording van mogelijke contaminatieroutes

Elk jaar zijn er weer praktijkgevallen van residuen van gewasbeschermingsmiddelen die worden gevonden in gewassen waarin het product niet in is gebruikt. Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor dit kan optreden. Bewustwording van mogelijke routes van contaminatie is belangrijk om problemen in de keten te voorkomen.

Het spuitseizoen staat voor de deur en daarom is dit een mooi moment om mogelijke routes van contaminaties nogmaals onder de aandacht te brengen:


  1. Drift. Spuit alleen op momenten waarbij kan worden voorkomen dat drift van de spuitvloeistof terecht kan komen op een naastliggend perceel. Let dus op de windrichting en de windsnelheid maar ook op omstandigheden waarbij thermiek kan optreden. Akkerranden kunnen bijdragen aan vermindering van drift. Vooral indien op het aangrenzende perceel bladgewassen worden geteeld zoals spinazie of kruiden dan kunnen slechts hele kleine hoeveelheden al leiden tot residu- overschrijdingen.
  2. Bewaarplaatsen. Indien tijdens de bewaring vluchtige middelen worden gebruikt dan kunnen deze op allerlei plekken aan kisten en aan materiaal van de bewaarplaats hechten en op een later moment weer vrijkomen en via deze route bij een volgend geoogst gewas tot ongewenste residuen leiden. Indien dit risico aanwezig is, dan in dit fust of in deze bewaarplaats geen geoogste producten bewaren waarin de vluchtige middelen geen toelating in hebben.
  3. Behandeld plantmateriaal. Indien met een gewasbeschermingsmiddel behandeld plantmateriaal/zaaimateriaal in kisten of in grote transportwagens wordt vervoerd dan kan het materiaal waarin de zaden of planten zijn vervoerd licht vervuild raken. Indien op een volgend moment geoogst product hierin getransporteerd wordt, kan er contaminatie ontstaan. Zorg er dus voor dat geoogst materiaal altijd in schone bakken/machines geoogst en vervoerd worden.
  4. Tank. Indien er is gespoten en er is nog een klein restje spuitvloeistof over, ga de tank dan niet opnieuw vullen voor een volgend perceel met een ander gewas met de gedachte dat er voldoende verdunning is opgetreden. Het kleine restje kan voldoende actieve stof bevatten om bij een ander gewas een meetbaar residu te veroorzaken. Dus altijd de tank volledig leegspuiten of leegmaken in een verzameltank en schoonmaken voordat er in een ander gewas weer gespoten gaat worden
  5. Spoel- en waswater. Worden gewassen na de oogst gespoeld of gewassen dan kunnen resten van gewasbeschermingsmiddelen in het spoelwater terecht komen. Wordt dit water bij hercirculatie ook voor andere gewassen gebruikt dan kunnen resten ongewenste residuen veroorzaken.  
  6. Residuen uit de bodem. Sommige producten kunnen residuen veroorzaken in volggewassen. In het registratietraject van producten waarvoor dit risico bestaat, worden door de toelatingsautoriteiten maximale residu limieten vastgesteld voor een mogelijk volggewas. Het gewas mag dan gewoon in de handel worden gebracht. Het kan echter leiden tot een niet verwachte en extra actieve stof op het analyse certificaat.