Luizenmonitoring in bloembollen (12)
Gedurende het seizoen houden wij u op de hoogte van de luizenvondsten in verschillende teeltregio’s in Nederland. Op basis van vangplaatellingen wordt wekelijks gemonitord wat de actuele luizendruk per locatie is. De vangplaten zijn geplaatst tussen het gewas op praktijkbedrijven met bloembollen als hoofdteelt. Welke locaties dat zijn is terug te vinden in onderstaande grafiek.
Bij de analyse van de vangplaten van afgelopen week, bleek het aantal luizen per vangplaat redelijk stabiel te zijn gebleven. Blijf uw gewas echter wel goed monitoren. In diverse leliepercelen is de katoenluis waargenomen. Deze luis kan virussen overbrengen, bij constatering van de katoenluis kan een bestrijding uitgevoerd worden met bijvoorbeeld 0,5 l/ha Sivanto Prime. Het voordeel van dit middel is dat het een snelle aanvangswerking heeft.
Hoe ziet de katoenluis er uit?
De katoenluis is een kleine bladluis met een gedrongen, bijna rond, postuur. De kleur varieert van geel tot donkergroen, bijna zwart. Bij voldoende voedsel (een geschikte waardplant) en niet te hoge temperaturen kunnen de luizen tot 1,8 mm lang worden. In overbevolkte kolonies blijven ze klein (0,9 mm) en zijn ze licht van kleur.
De siphonen zijn, ongeacht de kleur van het lichaam, altijd zwart. De cauda (het staartje) is kort. De antennen zijn korter dan het lichaam. Met de zuigsnuit onttrekt de katoenluis sap (voedsel) aan de floëemvaten. Dit sap bevat (te) veel suikers die snel weer worden uitgescheiden in de vorm van honingdauw, dat weer een voedingsbodem is voor roetdauwschimmels. Zowel het onttrekken van floëemsap aan de plant als de vervuiling van het gewas remmen de fotosynthese en de verdamping van de planten.
De bladeren trekken vaak samen en krullen om. Op de bladeren onder een luizenkolonie worden de witte vervellingshuidjes gevonden.
Resultaten luizenmonitoring week 28