Notitie Nefyto n.a.v. "EenVandaag" over residuen van gewasbeschermingsmiddelen
Naar aanleiding van de uitzending van EenVandaag van 22 juni jl. over residuen van gewasbeschermingsmiddelen is onderstaande de notitie vanuit Nefyto, in samenwerking met de PGA-groep, opgesteld.
"Aandachtspunten naar aanleiding van EenVandaag over residuen van gewasbeschermingsmiddelen"
Eind juni 2021 zond EenVandaag twee items uit over blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen.
Nefyto begrijpt dat de berichtgeving hierover kan leiden tot zorgen en licht graag diverse punten uit de uitzending nader toe.
De risicobeoordeling en toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen behoort tot de strengste ter wereld. Voordat een middel mag worden gebruikt, wordt het door EFSA en Ctgb uitgebreid getoetst op effecten voor mens, dier en milieu. Ook is bij wet bepaald hoeveel residuen er op een product achter mogen blijven.
Veilige en verantwoorde gewasbeschermingsmiddelen zijn voor de bij Nefyto aangesloten bedrijven het uitgangspunt. Daarom spannen zij zich in om de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen steeds te verbeteren en mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu verder te verlagen. Nieuwe actieve stoffen, verbeterde toepassingen, precisietechnologie en digitalisering helpen daarbij.
In de uitzending van EenVandaag wordt onder andere gesproken over stapel-effecten van gewasbeschermingsmiddelen. Studies over stapeleffecten van gewasbeschermingsmiddelen uitgevoerd door de Europese beoordelingsautoriteit EFSA (in samenwerking met het RIVM) tonen aan dat drempelwaarden (waarden waarboven een effect optreedt) niet worden overschreden.
1. Geen overschrijding van normen
In de uitzending van EenVandaag werd gekeken naar residuen van gewasbeschermingsmiddelen in groenten, fruit en wijn. Uit het onderzoek blijkt dat in de meeste gevallen geen residuen werden aangetroffen. En in die gevallen waar wel een residu werd gevonden, voldeden deze ruim aan de wettelijke residu-gehaltes, zoals die door de overheid zijn vastgesteld om schadelijke effecten op de gezondheid van mensen uit te sluiten.
2. De normen zijn zo laag dat je veilig iedere dag een leven lang er aan zou kunnen worden blootgesteld
Bij de goedkeuring van een gewasbeschermingsmiddel wordt bepaald welke hoeveelheid van een stof een mens iedere dag een leven lang veilig kan opnemen. Dit heet de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI). Deze ADI wordt vastgesteld op basis van dierproeven. Om rekening te houden met het verschil tussen mens en dier en tussen mensen onderling, wordt gerekend met een veiligheidsfactor van 100. Ook wordt bij de beoordeling rekening gehouden met mogelijke effecten op de ontwikkeling van volgende generaties en de risico’s voor ongeboren en jonge kinderen. Daarnaast wordt ook gekeken naar het gebruik van eenzelfde stof op andere gewassen. De som van de residugehaltes op verschillende groenten en fruit mag de acceptabele dagelijkse inname (ADI) niet overschrijden.
Over groente en fruit met residuen die lager zijn dan het toegestane residugehalte kan met zekerheid worden vastgesteld dat de aanvaardbare dagelijkse inname niet wordt overschreden.
3. De norm wordt niet opgevuld
De hoeveelheid gewasbeschermingsmiddel die in de praktijk wordt gebruikt, bepaalt de bovengrens van het toegestane residugehalte (maximum residu level – MRL). Toegestane residugehaltes zijn daarom lager dan vanuit gezondheidsoogpunt is berekend.
4. Combinaties van residuen zijn veilig
Omdat er verschillende stoffen op groenten en fruit aanwezig kunnen zijn, zou het in theorie niet uit te sluiten zijn dat verschillende stoffen stapeleffecten hebben. Een aantal jaren terug heeft de Europese voedsel- en warenautoriteit (EFSA) daarom gekeken naar de eventuele risico’s van gecombineerde blootstelling om na te gaan of er stapeleffecten zijn. Een eventueel effect van de cumulatie valt volgens de laatste berekeningen van EFSA binnen de bestaande veiligheidsmarges.
In samenwerking met het RIVM publiceerde EFSA studies over de risico’s voor consumenten van eventuele stapeleffecten van gewasbeschermingsmiddelen, zgn. cumulatieve blootstelling. Gekeken werd naar de effecten op het zenuwstelsel en op de schildklier. De conclusie was dat drempelwaarden voor stapeleffecten niet worden overschreden.
Voor meer informatie: zie topic ‘chemical mixtures’ op de EFSA-website.
Het Voedingscentrum geeft aan: “Voor zover naar cumulatieve risico’s is gekeken, lijkt er
geen gezondheidsrisico te zijn. Zie ook de website van het Ctgb.
5. Glyfosaat voldoet aan alle goedkeuringscriteria
In de uitzending werd gesteld dat voor residuen van gewasbeschermingsmiddelen in wijn, waaronder glyfosaat dat in de wijn werd gevonden, geen normen zijn vastgesteld. Dat klopt, maar voor de druiven die worden gebruikt voor de wijn gelden wel residunormen. De norm voor glyfosaat in wijndruiven is 0,5 mg/kg. In de wijn werd 0.0099 mg/kg aangetroffen. Ruim een factor 50 lager dan toegestaan op druiven.
Frankrijk, Hongarije, Nederland en Zweden hebben recent gewerkt aan de Europese herbeoordeling van glyfosaat en geconcludeerd dat glyfosaat voldoet aan alle goedkeuringscriteria, inclusief gezondheidsnormen.
6. Geen oorzakelijk verband gewasbeschermingsmiddelen en Parkinson
In het programma werd ook aandacht besteed aan Parkinson. Deskundigen van de Gezondheidsraad achten niet bewezen dat er een oorzakelijk verband is tussen blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en Parkinson.
7. Wetenschap en toelatingsbeleid staan niet stil en de gewasbeschermingsbedrijven ook niet
Wetenschap en kennis zijn continu in ontwikkeling en dat geldt ook voor de wetenschap ten aanzien van risico’s en kennis over gecombineerde effecten van gewasbeschermingsmiddelen. De Europese toelatingsautoriteiten besteden veel aandacht aan dit thema en ook in de uitzending van EenVandaag was duidelijk dat wetenschappers hier meer onderzoek naar willen doen.
Nefyto onderschrijft dat residuen van gewasbeschermingsmiddelen veilig en zo laag mogelijk moeten zijn. De bij Nefyto aangesloten bedrijven spannen zich daarom ook in om de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen steeds te verbeteren en mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu verder te verlagen. Nieuwe actieve stoffen, verbeterde toepassingen, verbeterde technieken en digitalisering helpen daarbij.