Producten

Natuur & Milieu slaat plank mis in gewasbeschermingsdebat

In de opinie ‘Overheid geeft chemiegigant Bayer vrij spel’ van Stichting Natuur & Milieu staan een serie onterechte verdachtmakingen en feitelijke onjuistheden. Graag wil Bayer enkele misvattingen ophelderen en ons standpunt verduidelijken.

 

Boeren en tuinders hebben gewasbeschermingsmiddelen nodig om hun oogst en daarmee hun inkomen en onze voedselvoorziening te beschermen. Gewasbeschermingsmiddelen komen ook niet zomaar op de markt. De EU kent een strenge procedure voor de toelating van middelen, om de gezondheid van planten, dieren en mensen te beschermen.

Zo worden stoffen die bijvoorbeeld intrinsiek kankerverwekkend of hormoonverstorend zijn bij voorbaat uitgesloten, zelfs zonder dat een risico-beoordeling plaatsvindt. De EU is veel strenger dan andere regio’s, wat ertoe leidt dat steeds minder gewasbeschermingsmiddelen op de markt zijn. Dat betekent onder andere dat bepaalde teelten onder druk komen te staan, en mogelijk uit ons land gaan verdwijnen.

Dat Bayer een 'chemiegigant' kan worden genoemd, net als diverse van onze concurrenten, is mede het gevolg van de strenge eisen die aan registratiedossiers worden gesteld. Deze eisen zijn noodzakelijk om de veiligheid van onze producten te waarborgen, en het ontwikkelen van producten die aan de eisen voldoen, brengt hoge kosten met zich mee.

Dan wordt gewezen op rechtszaken in de VS over mogelijke kankerverwekkendheid. Deze zaken worden vaak op juridische en emotionele gronden behandeld en anders dan in Nederland door jury’s beoordeeld. De Amerikaanse beoordelingsinstantie FDA heeft vastgesteld dat glyfosaat niet als kankerverwekkend moet worden geclassificeerd, waardoor Bayer recent ook rechtzaken won.

Ook de Europese evenknie van de FDA, de EFSA, stelt dat glyfosaat niet geclassificeerd kan worden als kankerverwekkend.

De brandbrief van 200 wetenschappers over mogelijke hersenschade door gewasbeschermingsmiddelen verdient nuance. Lang niet alle 200 wetenschappers zijn actief in onderzoek naar hersenschade en/of gewasbeschermingsmiddelen. Het Europese toetsingskader verandert regelmatig op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten. De vraag of de toelating van bepaalde stoffen moet worden uitgebreid met aanvullende studies ligt dus eigenlijk altijd voor.

De verdeeldheid onder Europese lidstaten over de toelating van glyfosaat wekt een verkeerde indruk. Achttien van de 27 lidstaten stemden voor verlenging van de toelating en slechts 3 tegen, en 6 onthielden zich van stemming. Nederland onthield zich ondanks een positief advies van de toelatingsautoriteit CTGB.

Het klopt dat de industrie zelf studies uitvoert of laat uitvoeren die vervolgens door overheidsinstanties zoals het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) worden beoordeeld. Het zou niet fair zijn de belastingbetaler op te zadelen met het bedrijfsrisico van een onderneming. Deze onderzoeken volgen strikte door de overheid voorgeschreven protocollen en worden uitgevoerd volgens zogeheten Good Laboratory Practices (GLP).

Tenslotte kan over de stapeling van werkzame stoffen gezegd worden dat zowel CTGB als EFSA onderzoek gedaan hebben naar de mogelijke effecten van blootstelling aan combinaties van gewasbeschermingsmiddelen. Zij concluderen dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat combinaties van stoffen tot grotere risico’s voor de volksgezondheid zouden leiden.

Bij Bayer blijven we ons inzetten voor veiligheid, transparantie en wetenschappelijke integriteit, in nauwe samenwerking met regelgevende instanties en de wetenschap. Laten we het debat vooral op feiten blijven voeren.