Producten

OPINIE: PAN NL wekt onnodig de indruk dat Nederlandse aardbeien onveilig zijn

Pesticide Action Network Nederland (PAN NL) wekt op basis van een bestrijdingsmiddelenresidutest de indruk dat Nederlandse aardbeien onveilig zijn. Dit is onterecht. PAN NL legt de resultaten van haar test verkeerd uit. De test laat zien dat de Nederlandse aardbei ruimschoots voldoet aan de wettelijke normen voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Het rapport doet geen recht aan de overvloed aan prachtige gezonde, smaakvolle, betaalbare, houdbare en daarmee duurzame aardbeien waarmee de Nederlandse telers ons voorzien. De middelen die PAN aantrof zijn middelen die aardbeien beschermen tegen bederf in het veld, de winkel of thuis bij de consument. Het weggooien van aardbeien omdat deze vroegtijdig bederven is niet duurzaam. Het zou goed zijn als PAN NL voortaan de resultaten van haar onderzoek laat checken door deskundigen. Dit voorkomt onnodige misverstanden.

 

Welke fouten maakt PAN NL:

  1. Residuen van middelen worden bij elkaar opgeteld. PAN NL telt residuen van diverse actieve stoffen bij elkaar op en berekent gemiddelden van alle stoffen bij elkaar. Dit kan toxicologisch niet. Verschillen tussen gewasbeschermingsmiddelen zijn vaak groot. De werking kun je dan niet vergelijken, laat staan bij elkaar optellen en er een toxicologische analyse op loslaten.
  2. Een afbraakproduct is geen middel. Een afbraakstof van een toegelaten fungicide wordt in het rapport aangeduid als een verboden middel. Dit is een onjuiste weergave. Deze stof ontstaat door afbraak van een toegelaten stof die wordt gespoten. Meestal vallen de afbraakstoffen in de residudefinitie van de actieve stof. Voor de afbraakstof genoemd in het rapport is echter door EFSA (de Europese toelatingsautoriteit) een aparte Maximale Residu Limiet vastgesteld. Voor zowel de actieve stof als het afbraakproduct is een risicobeoordeling uitgevoerd. Het is dus geen verboden middel.
  3. Gevonden concentraties zijn bijzonder laag: ver onder de wettelijke Maximale Residu Limiet. De hoogste concentraties van stoffen worden weergegeven en voorzien van alarmerend commentaar.  Dit is niet terecht. Het resultaat is het tegenovergestelde.  De aardbeientelers hebben zeer zorgvuldig en afgebakend gespoten met de gebruikte middelen. Van alle 15 monsters is er 1 monster waar een stof 40% van de Maximale Residu Limiet bereikt. Alle overige gevonden stoffen zitten lager dan 25% en meestal is er slechts sprake van een residugehalte welke tussen de 1% en 10% van de MRL zit. De Maximale Residue Limiet is overigens geen toxicologische norm maar is een handelsnorm gebaseerd op gebruik volgens het etiket. Op het etiket is de gehele toelating gebaseerd waarbij veiligheid voor mens en milieu centraal staan.
  4. Aantal gevonden stoffen is laag. In alle 15 monsters zaten slechts 2 to 4 actieve stoffen. Dit is een enorm goed resultaat in een kwetsbare aardbeienteelt, waar in een jaar als dit de schimmels op de loer liggen om de oogst aan te tasten. Dus gefelicteerd aardbeientelers. Geweldig gedaan!
  5. Mengsels van stoffen. Combinatietoxicologie vooral in relatie tot kleine kinderen, zwangere vrouwen en babies zijn een populair onderwerp om angst in te boezemen. Omdat er verschillende stoffen op groenten en fruit aanwezig kunnen zijn, zou het in theorie niet uit te sluiten zijn dat verschillende stoffen stapeleffecten hebben. Een aantal jaren terug heeft de Europese voedsel- en warenautoriteit (EFSA) daarom gekeken naar de eventuele risico’s van gecombineerde blootstelling om na te gaan of er stapeleffecten zijn. Een eventueel effect van de cumulatie valt volgens de laatste berekeningen van EFSA binnen de bestaande veiligheidsmarges.  In samenwerking met het RIVM publiceerde EFSA studies over de risico’s voor consumenten van eventuele stapeleffecten van gewasbeschermingsmiddelen, zgn. cumulatieve blootstelling. Gekeken werd naar de effecten op het zenuwstelsel en op de schildklier. De conclusie was dat drempelwaarden voor stapeleffecten niet worden overschreden.
  6. De dosis maakt het gif. In het rapport wordt ingegaan op eigenschappen van stoffen. Deze zijn van belang voor de risicoanalyse. Als je weet welke effecten een stof kan hebben, dan kun je vervolgens bepalen bij welke concentratie deze effecten niet optreden. De dosis maakt het gif. Een stof krijgt vervolgens een toelating voor een dosis die niet schadelijk is. Dat een stof eigenschappen heeft die kunnen leiden tot ongewenste effecten is op zich niet ernstig.  Velen van ons consumeren regelmatig een glaasje wijn of bier waarvan bekend is dat alcohol kankerwekkende eigenschappen heeft. De dosering maakt of we een risico lopen. Het beschrijven van allerlei eigenschappen is in dit geval niet relevant omdat de gevonden concentraties ver beneden het niveau liggen waarbij schadelijke effecten kunnen optreden.

 

Het rapport van PAN NL wekt de indruk dat er iets mis is met Nederlandse aardbeien. Dit is te betreuren. De analyses tonen aan dat de aardbeientelers de laatste jaren enorme prestaties hebben geleverd om het aantal residuen en residuniveaus te reduceren. Alle partijen voldoen met vlag en wimpel aan alle wettelijke en bovenwettelijke eisen die voor aardbeien zijn gesteld. Kortom aardbei-telend Nederland, gefeliciteerd. Geweldige job hebben jullie uitgevoerd. Dat zou de terechte conclusie zijn voor dit rapport.

 

Lees hier het artikel onlangs gepubliceerd door Akkerwijzer.nl: 

Opinie Jolanda Wijsmuller, Bayer: PAN NL wekt onnodig de indruk dat Nederlandse aardbeien onveilig zijn | Akkerwijzer.nl - Nieuws en kennis voor de akkerbouwers