Producten

'Gierstgrassen maken een stille opmars'

De beste aanpak van gierstgrassen kan per soort behoorlijk verschillend zijn

,,Gierstgrassen zijn bezig met een stille, sluipende opmars. Hier in Vlaanderen krijgen we steeds meer meldingen van niet of heel moeilijk te bestrijden grassen; als we gaan kijken blijkt het heel vaak om gierstgrassen te gaan.'' Dat zegt Andreas Vandersmissen, technisch adviseur en tevens specialist maïsteelt voor Bayer in België. Hij raadt maïstelers en loonwerkers aan om 'vreemde' grassen goed te (laten) determineren, want de beste aanpak van gierstgrassen kan per soort behoorlijk verschillend zijn.


Gierstgrassen is de verzamelnaam voor verschillende Digitaria en Panicum-soorten. De belangrijkste Digitaria-vertegenwoordigers zijn gladvingergras en bloedgierst, waarvan de eerste bij veel maïstelers al een redelijk beruchte naam heeft opgebouwd. Met name op de zuidelijke en oostelijke zandgronden waar continu maïs wordt geteeld neemt de vervuiling met gladvingergras alsmaar verder toe. Veel minder bekend, maar minstens zo gevaarlijk zijn de Panicum-soorten kale gierst, Zuid-Afrikaanse gierst, pluimgierst en draadgierst. Vooral de eerste twee worden steeds vaker gevonden op de Vlaamse zandgronden, zo weet Vandersmissen. Hij laat daarvoor haardenkaarten zien van 2011 tot 2017 waarop een forse toename van kale en Zuid-Afrikaanse gierst te zien is. ,,Maar let wel: dit zijn alleen de plekken waar beide soorten officieel zijn vastgesteld. De werkelijke omvang van het probleem is vele malen groter, omdat de meeste boeren en loonwerkers de Panicum-soorten nog niet herkennen. Pas wanneer zij merken dat deze grassen bij een reguliere bespuiting niet of niet goed bestreden worden, trekken zij aan de bel. Onze verwachting is daarom dat het gierstgrassenprobleem de komende jaren nog veel groter wordt'', aldus de maïsspecialist.

Afb.1 Als kiemplant zijn de verschillende gierstsoorten vrijwel niet te onderscheiden. In volwassen stadium zijn er wel kleine verschillen te zien. Van links naar rechts enkele belangrijke Panicum-soorten: Zuid-Afrikaanse gierst, pluimgierst en draadgierst. 


Om de problemen binnen de perken te kunnen houden is vroegtijdige determinatie essentieel (zie ook kader). Gierstgrassen kunnen namelijk enorme hoeveelheden zaad produceren, variërend van 1000 tot meer dan 50.000 zaden per plant. Hierdoor kunnen deze grassen zich explosief uitbreiden. Bovendien kunnen de zaden minimaal drie en sommige zelfs tot 30 jaar overleven in de grond. ,,Wie ze dus eenmaal heeft, komt er niet zomaar meer vanaf''', aldus Vandersmissen.

 

Vroege bestrijding essentieel

Chemische bestrijding van gierstgrassen kan het beste in een zo vroeg mogelijk stadium worden uitgevoerd, bij voorkeur in het 2 tot 3-bladstadium van de grassen. ,,Zodra de grassen uitstoelen zijn ze bijna niet meer kapot te krijgen en ben je te laat'', zo waarschuwt maïsspecialist. De afgelopen jaren zijn in België goede ervaringen opgedaan met middelen op basis van de actieve stof tembotrione (o.a. in Laudis), zowel tegen Digitaria- als de Panicum-soorten. ,,Hiermee heb je de mogelijkheid om in één keer alle onkruiden, inclusief de gierstgrassen, mee te pakken'', aldus Vandersmissen. Een andere optie zijn middelen op basis van de actieve stof thiëncarbazone, die onder andere in Capreno en Monsoon Active zit. Met name tegen kale en Zuid-Afrikaanse gierst laten deze middelen prima resultaten zien.

Het beste resultaat tegen gierstgrassen geeft echter een combinatie van een voor-opkomstbestrijding  én een na-opkomstbespuiting (b.v. Laudis) in het 4 à 5-bladstadium van de maïs. Vanwege de extra kosten wordt deze combi in België niet erg veel toegepast, zo constateert de Bayer-man. Toch breekt hij er graag een lans voor, zéker op percelen waar gierstgrassen daadwerkelijk geconstateerd zijn. ,,Laat de situatie niet uit de hand lopen en probeer gierstgrassen zoveel mogelijk te beheersen. Vergelijk het maar met haagwinde; ook daarvoor moeten we steeds vaker twee keer spuiten om de situatie onder controle te houden. Geen enkele maïsteler zat daar aanvankelijk op te wachten, maar iedereen ziet dat het ondertussen wel heel noodzakelijk is om goede maïs te kunnen telen'', zo besluit Vandersmissen.

 

Klik hier of op de onderstaand afbeelding van de brochure om de determinatietabel voor grassen te downloaden.