Lage sterfte van Nederlandse honingbijvolken afgelopen winter
Sinds jaren is de wintersterfte onder bijenvolken niet zo laag geweest als afgelopen winter. In 2011 schommelde de uitval nog rond de 20%, afgelopen twee jaren kwam het uit onder de 10% en dit jaar is het 6,5%. De wintersterfte is gemeten door het Honingbijen Surveillance programma, uitgevoerd door Naturalis en Wageningen UR, en in samenwerking met de Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV).
Gegevens van meer dan 500 imkers
In de gerandomiseerde steekproef zijn gegevens van meer dan 500 geselecteerde imkers bijeengebracht daardoor is de steekproef representatief voor de sterfte onder de volken van de Nederlandse imkers. De 534 imkers hebben 5919 volken ingewinterd, waarvan er 5537 de winter overleefd hebben. Dit komt overeen met een overleving van ongeveer 93,5% en een wintersterfte van 6,5 %.
Voordat de Varroamijt in Nederland kwam
6,5% wintersterfte is een ‘normaal niveau’, dat wil zeggen een niveau dat normaal was voordat de Varroamijt in Nederland kwam. Bijensterfte wordt veroorzaakt door meerdere factoren maar duidelijk is dat een goede Varroamijtbestrijding van groot belang is voor de overleving van honingbijvolken. De onderzoekers melden dat bijenhouders de Varroamijt beter bestrijden dan in het verleden.
De lage wintersterfte is zowel voor de imkers goed nieuws, als voor de bestuiving van fruit en groenten door honingbijen, gewassen die voor ons van levensbelang zijn.
Bekijk hier ook het hele persbericht van Wageningen UR.
Afb.1. Lage sterfte van honingbijvolken afgelopen winter