Producten

Herbicide Pacifica® Plus

Toepassingsvoorwaarden

Driftreducerende maatregelen
Om niet tot de doelsoorten behorende terrestrische planten te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer in perceelstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik wordt gemaakt van:

Voor een dosering van 0,5 kg middel/ha

  • minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een teelvrije zone van 1,50 m (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij tot de perceelrand)
  • minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop, luchtondersteuning en een teelvrije zone van 1,25 m (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij tot de perceelrand).

Voor een dosering van 0,3 kg middel/ha

  • 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop
  • minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop en luchtondersteuning.
In zomertarwe kan bij toepassing na BBCH 23 (uitstoeling, drie zijscheuten zichtbaar) tijdelijke gewasschade voorkomen, bij eerdere toepassing is de gewasveiligheid niet aangetoond.
Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Resistentiemanagement
Dit middel  bevat de werkzame stoffen amidosulfuron, iodosulfuron-methyl-natrium en mesosulfuron-methyl. Amidosulfuron, iodosulfuron-methyl-natrium en mesosulfuron-methyl behoren tot de sulfonylureum verbindingen. De Hrac code is B. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen.

In de teelt van wintertarwe, winterrogge, triticale en zomertarwe dient Pacifica Plus verspoten te worden met een volume van 100-300 l/ha water.

Vervanggewassen 

Bij zaaien van vervanggewassen kan, ook na ploegen, schade aan het gewas optreden.

 

Beperking

Het middel mag uitsluitend toegepast worden vanaf 1 maart.

 

Volggewassen 

Na de teelt van granen behandeld met Pacifica Plus, zijn in het kader van een normale vruchtopvolging de volgende teelten mogelijk (na het ploegen of na een grondbewerking van minimaal 10 cm diep): winter- en zomertarwe, winter- en zomergerst, triticale, haver, erwten, vlas, zonnebloem, maïs, suikerbiet, aardappel, sorghum, sojaboon, eenjarige raaigras, veldboon, alfalfa en koolzaad.

In droge jaren voor het zaaien van koolzaad moet 20 cm diep geploegd worden.

Overige bijzonderheden
Voorkomen emissie
Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden in een Phytobac® (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen.
Raadpleeg de Toolbox Emissiebeperking voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken.
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H&P zinnen
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H317:
Kan een allergische huidreactie veroorzaken.
H318:
Veroorzaakt ernstig oogletsel.
H410:
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
P280:

Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.

P302+P352:
BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water en zeep wassen.
P305+P351+P338:
BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
P310:
Een arts raadplegen (die eventueel contact kan opnemen met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC))
P333+P313:
Bij huidirritatie of uitslag: een arts raadplegen.
P391:
Gelekte/gemorste stof opruimen
P501:
Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zie STORL
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.