Producten

Herbicide Roundup® Dynamic

Toepassingsvoorwaarden
Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen pleksgewijze spuittoepassing uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van een handgedragen/handgetrokken spuitboom met minimaal 50% drift reducerende spuitdoppen of een afschermkap.
Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing van het middel in openbaar groen en particuliere tuinen ( m.u.v. grasbermen, windsingels, en – schermen, en – hagen en overige houtige beplantingen), tijdelijk onbeteelde terreinen ( m.u.v. akkerranden), en permanent onbeteelde terreinen (m.u.v. onverharde terreinen) uitsluitend toegestaan wanneer gebruik wordt gemaakt van een techniek uit ten minste de klasse DRT 75
Let op: Dit middel bevat de werkzame stof glyfosaat. Glyfosaat behoort tot de chemische groep Glycine. De HRAC code 9 (Legacy G). Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. Volg de aanbevelingen van de toelatingshouder op.

Elke onkruidpopulatie kan planten bevatten die van nature meer tolerant of resistent zijn tegen bepaalde herbiciden. Dit kan leiden tot een onvoldoende controle wanneer die herbiciden gebruikt worden. Volgens de classificatie van het Herbicide Resistentie Actie Comité (HRAC) is glyfosaat een Groep 9  (groep G) herbicide. Een strategie voor het vertragen van resistentieontwikkeling en het beheer van resistente onkruiden moet vastgesteld worden op basis van de locale noden en geïntegreerd onkruidbeheer. Dit bevat het goed gebruik van herbiciden, het integreren van middelen met verschillende werkingsmechanismen en/of het gebruik van andere teelt of mechanische technieken:

- Volg de etiketvoorschriften, meer bepaald om te verzekeren dat de toepassing gebeurt in een correct onkruidstadium, onder geschikte klimaat omstandigheden en met de juiste dosis

- Optimaliseer het gebruik van verschillende technieken in uw onkruidbeheer die deel zijn van een normale teelt of landschapsbeheerprogramma

- Minimaliseer het risico op onkruidverspreiding. Zorg ervoor dat het landbouwmateriaal schoon is wanneer van veld wordt gewisseld

- Volg de goede spuitpraktijken voor een effectieve onkruidcontrole

  • laat het spuittoestel periodiek nakijken (door instanties hiervoor verantwoordelijk)
  • doseer en spuit nauwkeurig, calibreer het spuittoestel en stem de hoeveelheid spuitvloeistof af op de te behandelen oppervlakte
  • gebruik de juiste spuitdoppen voor een maximale bedekking van de onkruiden en minimale drift
  • pas enkel toe onder geschikte weersomstandigheden
  • monitor na de behandeling het resultaat van de bespuiting en let op potentiële onkruidbeheersingsproblemen

Verdere informatie is terug te vinden op HRAC (http://www.hracglobal.com/), uw distributeur of uw locale Bayer verantwoordelijke.

Het middel als volveldsbespuiting toepassen in 200-400 L water per ha.

200 - 400 l/ha is aan te bevelen. Lagere watervolumes kunnen worden gebruikt als de spuitapparatuur hiervoor geschikt is. De tank half vullen met water, de roerinrichting starten, de juiste hoeveelheid middel toevoegen, en al roerend de tank verder vullen.

Toepassing van dit middel op half-open en gesloten verhardingen is uitsluitend toegestaan volgens de ‘criteria voor toepassing van onkruidbestrijdingsmiddelen op basis van glyfosaat op verhardingen’ volgens de DOB- methode (Duurzaam OnkruidBeheer op verhardingen, zie www.dobverhardingen.nl).

Om drinkwaterbronnen te beschermen is het toepassen van dit middel niet toegelaten op gesloten en half-open verhardingen in het Maasstroomgebied.

Het betreft de volgende gebieden in Nederland:

- Provincie Limburg

- Provincie Noord-Brabant m.u.v. de gemeenten Woensdrecht en Bergen op Zoom

- De gemeenten:

Maasdriel
West Maas en Waal
Druten
Wijchen
Beuningen
Heumen
Nijmegen, ten westen van het Maas-Waalkanaal

In de bosbouw mag alleen worden toegepast mits niet op vruchtdragende bomen en struiken wordt gespoten en geen bramen en/of bosbessen worden geraakt.
In de bosbouw mag alleen worden toegepast mits niet op vruchtdragende bomen en struiken wordt gespoten en geen bramen en/of bosbessen worden geraakt.
Let op dat de gedode massa onder niet te droge en niet te natte omstandigheden gelijkmatig door de bouwvoor wordt verdeeld (liefst fijn gehakseld), of dat deze massa middels een goed kerende grondbewerking volledig wordt ondergebracht. Vervolgens is het noodzakelijk dat deze massa de kans krijgt volledig te verteren voor het volgende gewas wordt gezaaid, gepoot of geplant.
Het gebruik in de onbedekte teelt van zonnebloem, druif en noten is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze toepassingen geen
werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt.
Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Overige bijzonderheden
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H&P zinnen
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H411:
Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.